Dodenschip(147)
‘Hali, neem een paar foto’s en verscherp het beeld,’ zei Juan. ‘Kijk goed of er deuren te zien zijn bij het einde van die weg.’
‘Doe ik,’ antwoordde Hali.
‘Oké. George, vlieg een rondje, want ik wil het strand en die pier wat beter zien.’
Met zijn joystick liet Adams het op afstand bestuurde verkenningsvliegtuigje een bocht beschrijven over zee, zodat hij het eiland met de zon achter kon naderen. Het strand was enkele honderden meters lang en het bestond niet uit wit zand, maar uit grauwe kiezels. Steile rotswanden rezen aan weerszijden op en liepen achter het strand meer dan dertig meter omhoog, waardoor het helemaal werd ingesloten. De steile rotswanden waren alleen te beklimmen met een alpinistenuitrusting en de tocht naar boven zou enkele uren duren.
De pier was in het midden van het strand aangelegd: een L-vormige dam die ongeveer dertig meter in zee stak, tot het water diep genoeg was om de kleine vrachtschepen te laten afmeren waarmee het bouwmateriaal voor het complex was aangevoerd. De weg was breed genoeg voor de graafmachines en betonmolens die ooit over het eiland hadden gereden. Een roestige metalen loods stond bij het begin van de kade en de weg. Een galerij bij het platte dak gaf iedereen die daar was een ruim schootsveld over de hele omgeving. Er was ook onbelemmerd zicht naar de zee. Een pick-uptruck stond naast het gebouw geparkeerd.
Ze zagen twee bewakers met sterke verrekijkers op het dak en machinegeweren binnen handbereik. Een ander paar bewakers liep over de pier en op het strand patrouilleerden nog twee mannen.
Als er communicatielijnen waren met het hoofdgebouw dan lagen die ondergronds, dus het was onmogelijk om die te saboteren zodat het wachthuis afgesneden werd. Juan vermoedde dat Zelimir Kovac de beveiliging van het hele complex georganiseerd had en dat hij opdracht had gegeven bij het eerste teken van verdachte activiteiten alle toegangen hermetisch af te sluiten.
‘Schakel over op warmtebeelden,’ zei Juan.
Het beeld op de monitor veranderde, zodat de meeste details verdwenen, behalve de plekken met lichaamswarmte van de bewakers. Boven op de kliffen bleken ook bewakers te staan die eerder op de visuele beelden niet gezien werden.
‘Wat denk jij van die warmteplekken naast de mannen boven aan de kliffen?’ vroeg George.
‘Kleine motoren die afkoelen. Waarschijnlijk van ATV’s zoals ze ook in Korinthe gebruikten. Leuk om mee te rijden, als er niet op je geschoten wordt.’
Cabrillo had meer belangstelling voor de warmte van de weg. Dat was restwarmte van het complex, zoals Eric al had gezegd. De responsivisten hadden veel werk gemaakt van camouflage: zelfs voor een ervaren waarnemer leek het of de weg alleen warmte uitstraalde die tijdens de dag was geabsorbeerd. De wazige oranje lijn liep door langs de pier, om dan uit te waaieren.
Juan begreep dat de warmte daar verdeeld werd om het hittespoor nog beter te maskeren.
Hij zag nergens iets wat op een luchtinlaat leek.
Cabrillo drukte op een knop van de intercom, zodat hij met Eddie en Linc kon spreken. De twee waren bij het bassin en volgden de luchtverkenning via een andere monitor. ‘Wat denken jullie ervan?’
Juan kende het antwoord al voordat Eric antwoordde. ‘We zullen een flinke slagersrekening opmaken en er is geen garantie. Heb jij detailfoto’s van de plek waar die weg eindigt?’
‘Daar werkt Hali nu aan.’
‘Ze komen al in beeld,’ kondigde Hali aan.
De verscherpte foto’s verschenen op de monitor en iedereen keek er aandachtig naar. De weg eindigde bij de heuvel. Daar moesten toegangen naar het complex zijn, maar die waren kennelijk goed verborgen.
‘Als de bewaking niet al te zwaar bewapend is kunnen we met explosieven naar binnen dringen,’ merkte Eddie op, al klonk er weinig enthousiasme door in zijn stem.
‘We weten niet of een paar ons dynamiet voldoende is, of een kruisraket.’
‘Dan gebruiken we de Nomad om dicht bij de kust te komen en dan zoeken we naar de ventilatiekanalen. We hebben wel een snijbrander nodig om uit zo’n pijp te komen als we eenmaal binnen zijn,’ zei Eddie. ‘Hadden we maar meer tijd, tot de zon ondergegaan is.’
De baan om de aarde van de Russische satelliet bepaalde het tijdstip van de aanval en daar viel niets aan te veranderen. Juan keek weer naar de klok en het display versprong exact naar het uur.
‘Wat doen die twee bewakers bij de pier?’ vroeg George, nadat hij de camera van de UAV weer op normaal beeld had overgeschakeld.
‘Zo te zien lopen ze er de kantjes af,’ antwoordde Juan afwezig.
‘Ik denk eerder dat er iets in het water te zien is. Ik zal de UAV zo sturen dat we beter zicht hebben.’
Zonder licht kon Max niet zien hoeveel zuurstofvoorraad hij nog had. Hij schatte dat hij al twintig minuten door de leiding kroop. Hij had geprobeerd zo oppervlakkig mogelijk te ademen, maar hij besefte dat hij zijn kostbare voorraad verbruikte en het eind van zijn zware tocht was nog niet in zicht. De tunnel vóór hem was even pikzwart als het gedeelte achter hem.