De toneelclub(6)
En nu stond ze hier, Sirpa was hier. Dit wil ik niet, dacht Elin. Dit is mijn nieuwe stad en mijn nieuwe toneelclub. Wat doet ze uitgerekend hier? Ze zette zich schrap toen Sirpa dichterbij kwam om haar, net als de anderen, een hand te geven. ‘Hoi,’ zei ze vriendelijk en ze ging weer naast Tristan staan. Ze herkent me niet, dacht Elin en ze slaakte een zucht van verlichting.
Op de hockeyvelden naast school had ze haar eerste vervelende ervaring met Sirpa gehad. De gymleraar had twee jongens gevraagd de groep in teams te verdelen. Om de beurt mochten ze een klasgenoot kiezen. De eerste jongen, Tobias, een vriend van Sirpa, had haar meteen in zijn team gevraagd. Daarna volgden de andere klasgenoten. Meestal hoorde Elin bij de middenmoot. Met de meeste leerlingen kon ze wel overweg en bovendien was ze sportief aangelegd; ze kon goed softballen en hockeyen lukte ook aardig. Maar die keer ging het anders: ze werd niet uitgekozen. Toen er nog maar twee klasgenoten naast haar stonden, een jongen en een meisje die zich geen fluit voor sport interesseerden en erom bekend stonden regelmatig samen te blowen, zag Elin dat Sirpa Tobias iets in zijn oor fluisterde. Tobias lachte en wees naar de jongen naast Elin. Wat was er aan de hand? Elin begreep het niet; ze werd nooit als laatste gekozen. Ze hoorde haar klasgenoten grinniken. Met een brandend gevoel in haar maag keek ze naar Tobias, maar die deed of hij haar niet zag.
Sirpa wierp de jongen van het tweede team een blik toe en knikte vervolgens naar het meisje naast Elin. Hij riep haar naam. Elin stond nu alleen tegenover de twee teams. Ze voelde de ogen van haar klasgenoten prikken en durfde niet op te kijken. Na wat een eeuwigheid leek, hoorde ze Tobias haar naam roepen. Met een rood hoofd keek ze op, maar voor de tweede keer negeerde Tobias haar blik. Met een luide brul schaarde hij zich bij zijn teamgenoten die al druk bezig waren blauwe linten om hun hals te hangen en de beste sticks uit te kiezen. Maar een persoon liet de linten en sticks nog even liggen. Kaarsrecht tussen de lachende en duwende klasgenoten stond Sirpa, haar ogen strak op Elin gericht. Het was of haar ijskoude blik Elin bevroor. Ze durfde niet weg te lopen en keek Sirpa vanonder haar wenkbrauwen met gebogen hoofd aan. Sirpa hield haar blik vast en tuitte toen haar lippen. Ze kuste de lucht en sloot langzaam een ooglid tot een knipoog. Dat bizarre beeld stond nog altijd op Elins netvlies gegrift.
Op de fiets terug naar huis liet ze de wind haar haren alle kanten op blazen. Ze snoof de frisse avondlucht diep in. Je kon ruiken dat de herfst onderweg was. De avonden werden langer en binnenkort kon de verwarming weer omhoog. Elin hield van de herfst. Ze trapte even iets harder om het groene licht nog te halen en constateerde dat ze tevreden terugkeek op de eerste repetitieavond. Het was leuk geweest. Na de kennismakingsronde had Tristan zijn plannen met het stuk uit de doeken gedaan. Zijn versie van Medusa zou zich afspelen in een Zwitsers chalet tijdens een wintersportvakantie. Ze waren allemaal enthousiast over die insteek. Het maakte het stuk direct concreter en meer van deze tijd. Daarna hadden ze wat improvisatiespellen gedaan en waren de rollen verdeeld. Nu ze eraan terugdacht voelde ze weer de vlinders in haar buik. Tristan had gevraagd of zij de hoofdrol wilde spelen, de rol van Medusa. En hoewel ze het enorm spannend vond, had ze volmondig ja gezegd. De hoofdrol, wat een eer! Tristan zou de teksten morgen mailen, zodat ze volgende week al een deel met tekst konden oefenen. Ze nam zich voor haar regels van a tot z uit haar hoofd te leren. Iedereen zou zien dat ze de hoofdrol waard was. Ook Sirpa.
Tja, Sirpa. Achteraf was ze toch wat verbaasd over haar fysieke reactie op Sirpa’s verschijnen; de middelbare school lag immers al ver achter hen. Ze was blij dat Sirpa haar niet had herkend, nu was er geen reden meer om de nare incidenten uit die tijd op te rakelen. Bovendien leek ze best een aardige vrouw. Ze was vrolijk en vriendelijk geweest tegen de hele groep. Mensen kunnen veranderen, zeker na hun pubertijd. Het zou wel goed komen. Ze had zin in het toneelstuk en niets of niemand kon die goede moed verpesten. ‘Punt!’ zei Elin resoluut en ze deed net of ze het knagende gevoel van onbehagen, diep vanbinnen, niet opmerkte.
9
Zonder make-up en met haar haren in een slordig staartje kwam ze de volgende ochtend te laat op haar werk. Na een rusteloze nacht waarin ze de slaap niet kon vatten had ze de wekker niet gehoord. Dat gebeurde wel vaker als ze midden in de nacht twee slaappillen nam. Dat deed ze liever niet, omdat ze dan de hele dag een dof gevoel zou houden, maar vaker dan haar lief was moest ze er toch aan geloven, want zonder slaap kon ze helemaal niet functioneren. Volgens de dokter zou het slapen langzaam beter gaan en had ze de pillen uiteindelijk niet meer nodig. Ze kon niet wachten. Met een bonzend hoofd was ze op haar fiets naar de studio geracet en ze stond net bij de koffieautomaat de slaap uit haar ogen te wrijven toen John fluitend binnenkwam.