Reading Online Novel

De toneelclub(11)



‘Goed, Kees, wil jij beginnen?’

Kees, een uit de kluiten gewassen kerel, sprong meteen naar het midden van de kring. ‘Ja hoor, zet je maar schrap want ik ben een hele kluif om op te vangen,’ riep hij lachend. ‘Sluit je ogen,’ zei Tristan en hij draaide Kees een aantal keren rechtsom en daarna nog eens linksom. Toen stapte hij uit de kring. ‘Goed mensen, schouder tegen schouder en help elkaar. Kees, laat je maar vallen.’ Daar had Kees geen problemen mee. Als een blok viel hij vooruit, recht in de armen van Maurits, die een stuk kleiner was en zich schrap moest zetten om het gewicht van Kees te kunnen dragen. Jikke en Elisabeth, die naast Maurits in de kring stonden, sprongen snel bij. Samen zetten ze Kees weer recht. Die kreeg de smaak te pakken. Hardop lachend liet hij zich vrijelijk alle kanten op vallen, om steeds te eindigen in het vangnet van zijn medespelers. ‘Prima, stop maar. Hoe voelde dat, Kees?’

‘Geweldig!’ riep deze. ‘Weer terug in mijn kindertijd. Ik zal deze oefening op kantoor ook eens voorstellen, kunnen we lachen, ha ha!’

Tristan glimlachte en leidde Kees terug naar zijn plaats in de kring. ‘Wie wil er nu?’

‘Ik wil wel,’ zei Sirpa met haar vinger in de lucht.

Na Kees leek Sirpa met haar tengere figuur een veertje. Met haar ogen dicht en haar armen gekruist voor haar borst liet ze zich probleemloos vallen. ‘Oké, stop maar,’ zei Tristan na een tijdje. ‘Dat ging goed, Sirpa?’

‘Ja hoor, geen probleem, maar ik heb dit vaker gedaan,’ zei ze en ze plaatste zich weer tussen de anderen in de kring.

Tristans blik ging de kring rond. ‘Elin, mag ik jou uitnodigen?’

Elin had liever nog wat langer toegekeken, maar stapte aarzelend de kring in en kruiste haar armen voor haar borst. ‘Er kan niets gebeuren,’ zei Tristan, die zag dat ze haar twijfels had. ‘Sluit je ogen, gewoon even nergens aan denken, volg je lichaam.’ Hij draaide Elin drie keer rond en liet haar los.

En daar, midden in een kring van mensen die ze nauwelijks kende, met haar ogen dicht en haar armen voor haar lichaam, overviel haar een gevoel van machteloosheid. Ze was alleen, niemand kon haar helpen. Ze zakte op de grond en legde haar handen op haar gezicht. Door de spleetjes tussen haar vingers zag ze haar klasgenoten om zich heen staan, mutsen op en sjaals om. ‘Alle ballen op Elin,’ joelde iemand. Voor ze het wist werd ze van alle kanten bekogeld door een regen van sneeuwballen die op haar broek en jas tot poeder uiteenspatte. Er klonk gelach en een luid ‘bullseye!’ toen een van de ballen haar achterhoofd raakte. Ze maakte zich zo klein mogelijk, drukte haar kin tegen haar borst en sloeg haar armen om haar knieën. De tranen rolden over haar wangen terwijl ze zich voorbereidde op de volgende klap tegen haar hoofd of lijf. Maar die klap bleef uit. Langzaam richtte ze haar hoofd iets op. Door haar tranen zag ze dat ze daar alleen zat. Haar klasgenoten renden weg, verder het dal in, sneeuwballen gooiend naar een volgend doelwit. Achteraan, in een rood skipak en witte sneeuwlaarzen, rende Sirpa. Haar blonde krullen wapperden onder haar muts uit. Even keek ze om. Toen ze zag dat Elin keek, rende ze verder naar de anderen.

‘Lukt het niet, Elin?’ Tristans stem bracht haar terug naar het repetitielokaal. Ze opende haar ogen en keek naar haar medespelers in de kring dicht om haar heen. Vriendelijke mensen die ze pas had ontmoet, die hoorden bij haar nieuwe leven en die hun armen uitnodigend naar haar uitstrekten, stuk voor stuk klaar om haar op te vangen zodra ze viel. Voor haar lachte Pirette haar bemoedigend toe. Elin lachte terug. Een golf van blijdschap overspoelde haar: er was niets meer om bang voor te zijn, hier was ze veilig. Ze haalde diep adem, sloot haar ogen en liet zich vallen. En nog eens. En nog eens. Het was heerlijk.

+++

Weer thuis dacht ze aan Pascalle in Parijs. Ze miste haar vriendin verschrikkelijk. Wat zou het fijn zijn om nu de kroeg in te gaan, samen een wijntje te drinken en bij te kletsen. Over haar toneelclub, haar werk en misschien over Rogier en Fred. Maar dat ging niet. Parijs was niet het einde van de wereld, maar te ver om even aan te kunnen wippen. Ze zuchtte ervan. Erg jammer. Dan maar een uitgebreide mail, besloot ze, en ze plofte met haar laptop op de bank.





15


De volgende ochtend stapte ze al vroeg bij John in de auto. Ze werden om 10.00 uur op het hoofdkantoor van Sirens in Haarlem verwacht om de voorstellen voor de nieuwe huisstijl te presenteren. Ze waren al een tijdje onderweg en John was opvallend stil, hij had niet meer gezegd dan het hoognodige. Elin had zijn zwijgen eerst geweten aan het vroege tijdstip, maar na een half uur begon ze zich er ongemakkelijk bij te voelen. Ze keek John van opzij aan. Hij leek met zijn gedachten ver weg. ‘John?’ vroeg ze zacht. Hij reageerde niet. ‘John?’ Hij keek haar kort aan en ze schrok van zijn blik. In zijn ogen lag een wereld van verdriet. Hij zei niets, draaide zijn hoofd terug en staarde over zijn stuur naar de auto voor hen. Elin wist niet wat ze moest zeggen en was opgelucht toen John met een tik op een onzichtbaar knopje in zijn stuur de radio aanzette.