De toneelclub(12)
In de parkeergarage onder het hoofdkantoor van Sirens leek Johns sombere bui verdwenen. ‘Zo, eens kijken waar we moeten zijn,’ zei hij terwijl hij het portier dichtsloeg. ‘Pak jij de voorstellen even?’ Met een groot portfolio onder haar ene arm en drie presentatieborden en haar tas onder de andere haastte ze zich achter John aan die de trap naar de hal al op liep. In de hal had hij zijn gebruikelijke bravoure weer hervonden. ‘Een bijzonder goedemorgen Els, mag ik je complimenteren met je schitterende ogen?’ begroette hij de receptioniste, wier naam was te lezen op een badge op haar blouse. Het meisje was zichtbaar gecharmeerd van Johns vleierij. Ze streek haar haren tot drie keer toe achter haar oren en legde met haar vriendelijkste stem uit waar ze moesten zijn. John bedankte haar en stapte met grote passen op de lift af. Elin snelde hem achterna en kon de lift nog net binnen glippen voor de deuren zich achter haar sloten.
De achterwand van de lift was een spiegelwand. John bekeek zichzelf uitgebreid. Hij trok zijn jasje recht, schikte zijn stropdas, boog iets voorover en streek met zijn wijsvinger langs zijn wenkbrauwen. ‘Laat mij het woord maar doen,’ zei hij opeens zonder zijn blik van de spiegel af te wenden. ‘Dit huisstijltraject kop ik er even in. Maar ik ga ze ook een reclamecampagne aansmeren met spots op radio en tv, en met inzet van social media; de hele rambam. Ze hebben geld zat en wij kunnen het goed gebruiken op het moment.’ Elin knikte. Ze had zich al afgevraagd waarom er nog steeds geen nieuwe collega was aangenomen, in haar eentje kon ze het werk amper bijbenen. Maar nu begreep ze dat er geld nodig was. Misschien had dat hem in de auto zo beziggehouden. Ze zouden toch niet failliet gaan? Net nu ze haar draai een beetje had gevonden. Haar baan was misschien niet ideaal, maar ze had sympathieke collega’s en ze verdiende genoeg om leuk te kunnen leven.
Een belletje gaf aan dat de lift de gewenste verdieping had bereikt. John draaide zich om, rechtte zijn schouders en tilde zijn kin iets omhoog. Zodra de deuren zich openden stapte hij de lift uit, energiek en blakend van zelfvertrouwen. Elin volgde op enige afstand. Ze moest plassen maar zei het niet. Dit was duidelijk niet het moment.
De afspraak met het hoofd communicatie en de marketingmanager van Sirens verliep totaal anders dan Elin had verwacht. Direct na binnenkomst stalde ze de presentatieborden uit en wachtte ingespannen op een seintje van John om haar ontwerpen toe te lichten. Maar die was met andere zaken bezig. Zeker drie kwartier spraken de heren over alles behalve de huisstijl van Sirens: auto’s, de nieuwste tablet, vakantiehuizen, een wijnboer aan de westkust van Frankrijk en de maatpakken van een bekende televisiepresentator. Elin was gaan zitten, dronk haar koffie en wachtte ongeduldig. Toen John nog een mop had verteld waarom hij zelf het hardst moest lachen, kwam hij eindelijk ter zake. In minder dan tien minuten liet hij de mannen kiezen voor het eerste ontwerp en instemmen met een voorstel plus offerte voor een uitgebreide reclamecampagne. Elin werd niets gevraagd.
+++
‘Zo, dat doe ik toch leuk, hè?’ zei John in de parkeergarage, in zijn handen wrijvend van genoegen. Elin zei niets. John had zijn doel bereikt, maar zij had er voor spek en bonen bij gezeten en dat beviel haar niet. Ze zocht naar woorden om John dit mede te delen, maar die stapte de auto in en was haar voor: ‘Ik rij nog even naar Amsterdam. Zal ik je op het station afzetten, dan kun je met de trein terug.’
16
Met een dampend bord pasta pesto op schoot zakte Elin die avond op de bank neer. Na het tripje naar Haarlem, de lange terugreis met de trein en de middag op haar werk had ze geen fut meer nog maar iets te doen. Het vage voornemen om te gaan sporten had ze resoluut van tafel geveegd. Op de bank voor de tv was even helemaal prima. Met gesloten ogen nam ze een hap van de pasta die ze rijkelijk had bestrooid met vers geraspte Parmezaanse kaas.
Trrrrrrrringgg. De bel. Bah, nee. Zeker een collectant.
Geërgerd keek ze op het schermpje van de intercom. Er stond een vrouw met een petje op voor de buitendeur. Ze pakte de hoorn op. ‘Ja?’
‘Elin, ben je daar? Doe je open?’
‘Pascalle?’ Elin keek nog eens goed naar het schermpje. De vrouw zette haar petje af en keek haar recht aan. Opgezwollen ogen en uitgelopen mascara vertekenden haar gezicht, maar Elin herkende inderdaad haar vriendin. Wat was er gebeurd? Snel drukte ze op het knopje om de deur te openen.
Een paar tellen later stond Pascalle snikkend voor haar neus. Ze deed haar rugzak af, zette een schoudertas op de grond en viel tegen Elin aan. Die ving haar op en leidde haar naar de bank. ‘Pascalle, wat is er gebeurd? Waarom ben je in Nederland?’ vroeg ze op dwingende toon.
Pascalle haalde haar neus op en veegde met haar hand langs haar wangen. ‘Die klootzak,’ bracht ze uit.