Reading Online Novel

De storm(12)



Hij trok zo hard mogelijk aan de handrem. De banden slipten, de auto begon te slingeren en draaide een keer rond zijn as. Chris zag de bomen op zich af komen. Op het moment van de botsing zag hij dat de schaduw in het bos verdween alsof een windstoot hem van de weg had geblazen.





6





Chris werd eerst naar voren en daarna naar achteren geslingerd. Het was allemaal heel onwerkelijk, alsof hij boven de auto hing en op zichzelf neerkeek. Het was stil, op het gesputter van de motor, de windstoten die tegen de portieren sloegen en het piepen van de heen en weer zwaaiende ruitenwissers na.

Een paar seconden lang bleef Chris verstijfd zitten. Hoe had dit kunnen gebeuren? Hij was de macht over het stuur nog nooit verloren. Hij voelde dat hij van angst begon te zweten en duizelig werd. Kwam dat door de hoge bomen die boven hem heen en weer zwiepten? Het leek bijna alsof ze hem uitlachten. Van alle kanten vlogen miljoenen, misschien zelfs miljarden sneeuwvlokken op hem af… als ongedierte. Hij had het liefst om zich heen geslagen, en Bens stem haalde hem pas uit zijn absurde gedachten.

‘Ruiken jullie dat ook?’

Het volgende moment besefte Chris wat het was: benzine. Hij rook benzine!

Ineens zag hij rook vanonder de motorkap opstijgen, die zich vermengde met de sneeuw die uit de lucht viel en op de gloeiend hete motorkap smolt. Ze moesten zo snel mogelijk naar buiten. Hij keek opzij, maar Julia was lijkbleek en verroerde zich niet. Godzijdank leek ze niet gewond.

‘Doe het portier open en ren!’ riep hij. ‘Rennen, Julia!’

Alsof het een scène uit de een of andere horror-fantasymanga was, sloegen er plotseling vlammen uit de motorkap.

Chris hield Julia’s hand stevig vast terwijl hij met zijn linkerhand het portier openduwde. IJskoude lucht stroomde de auto in en dikke, witte vlokken sloegen in zijn gezicht. Hij trok Julia met zich mee. Ze bleef achter het stuur haken, maar hij kende geen genade. ‘Eruit! Onmiddellijk!’

Ze liet zich zonder te protesteren over de chauffeursstoel trekken. Als ze had geschreeuwd, had Chris zich beter gevoeld. Haar zwijgen maakte zijn angst alleen maar groter.

Even later lag ze in de sneeuw naast hem. Ze moesten bij de auto weg. Hij moest Julia in veiligheid brengen. Zonder zich om de anderen te bekommeren sprong hij overeind, trok haar aan haar arm omhoog en strompelde door de diepe sneeuw, tot hij haar voelde tegenstribbelen.

‘Blijf staan, Chris!’ hoorde hij haar roepen.

‘Nee! Het is te gevaarlijk! Kom mee!’

‘Maar de anderen! Hoe is het met de anderen!’

Het kon Chris natuurlijk wel schelen hoe het met de anderen was, maar verdomme, het ging er nu om dat hij zichzelf in veiligheid bracht. Hij keek over Julia’s schouder en zag dat het Rose en Benjamin ook was gelukt om uit de auto te komen.

‘Rennen!’ riep hij naar hen terwijl hij ontzet zag hoe de vlammen zich razendsnel door de motorkap vraten en het staal kromtrok door de hitte. Verdomme, waarom bleven ze staan?

‘De auto kan elk moment exploderen!’

‘Debbie zit er nog in, Chris!’ riep Julia.

Ze begon te rennen, en voordat hij kon reageren was ze al bij de auto.

Debbie hoefde toch alleen het portier maar open te doen en eruit te springen? Hij vloekte, draaide zich om en rende terug naar de auto, die half op een talud tot stilstand was gekomen. De felle koplampen schenen spookachtig tussen de bomen door en in het schijnsel ervan zag Chris Debbies lijkbleke gezicht en een straal bloed die over het raam liep. Debbie was bij de botsing blijkbaar tegen het zijraam geslingerd.

Ze bewoog niet. De angst die in Chris opkwam was zo groot dat hij misselijk werd. Het zou zijn schuld zijn als… O god, ze was toch niet… dood? Hij was verantwoordelijk. Hij was de macht over het stuur verloren, had het gevaar van de sneeuw niet goed ingeschat, was gewoon te ongeduldig geweest om weg te komen.

‘Ze haalt nog adem!’ riep Rose. ‘Ik geloof dat ze alleen bewusteloos is. Maar ze komt er zelf niet uit.’

Chris besefte dat het portier achter de chauffeursstoel klemde. Nog steeds sloegen de vlammen uit de motorkap en er klonk een zeldzaam, onheilspellend gesis. Het vocht stroomde langs zijn voorhoofd naar beneden. Was het gesmolten sneeuw of zweet? Het maakte niet uit. De opluchting dat Debbie alleen bewusteloos was, gaf hem een adrenalinestoot.

‘Ben, help me!’ Hij wrong zich achter de bestuurdersstoel de auto in, pakte Debbie onder haar armen en trok. Jezus, haar lichaam was nauwelijks in beweging te krijgen.

‘Verdomme, wat is het hier krap!’ Chris wrong zich tussen de achterbank en de leuning van de chauffeursstoel en het lukte hem op de een of andere manier om Debbie zo te draaien dat ze op de achterbank kwam te liggen.

‘Benjamin, kom hier! Pak haar voeten en trek haar voorzichtig naar buiten!’