Reading Online Novel

De storm(9)



Debbie liep naar de balkondeur en keek naar beneden. Iedereen was al weg; alleen de zwarte auto stond nog te wachten. Op haar. Op Deborah Wilder. Ze dacht weer aan het vreemde mailtje aan Julia. Verdorie, dat ze uitgerekend nu weg moest!

Ze pakte Rose’ parfum en begon zich van top tot teen te besproeien. Ze kon zien hoe het vloeistofpeil zakte. Nou en? Ze moesten op haar wachten. Heel lang.

Het volgende moment zag ze echter dat de auto in beweging kwam en schokte. Wat gingen ze doen? Zij was er toch nog niet? Ze konden niet vertrekken, want zij was er nog niet.

De auto kwam weer in beweging, maar… Wat was dat? Hij reed naar achteren, recht op het donkere, cirkelvormige wateroppervlak van Lake Mirror af.

Dat kon toch alleen een grapje zijn? Waarschijnlijk zat Benjamin achter het stuur. En die zat vol met drugs. Debbie had de lege doosjes in zijn koffer gevonden. Als hij echt achter het stuur zat, bleef zij hier. Ze zou nooit van haar leven in een auto stappen waarvan Ben de chauffeur was.

Debbie liep naar haar kamer, pakte haar koffer en stormde door het appartement. Ze trok de deur open en begon naar de lift te rennen, toen ze tegen een donkere gestalte botste. De zilveren knoop van een uniformjasje prikte in haar linkeroog. Ze las het naamplaatje dat onder het wapen van Grace College was genaaid. Ted Baker.

‘Wat doe je hier nog?’ vroeg hij.

Ze keek naar zijn lachende gezicht. Debbie stelde zich heel even voor hoe zijn hand zachtjes over haar wang streelde, zodat haar gezicht plotseling net zo smal was als dat van Julia en net zo zacht aanvoelde als de fluweelroze huid van Rose.

‘Ik moet naar beneden, ze wachten op me. Ik heb haast.’

‘Heb je afgesloten?’

‘Ik… Eh, geen idee!’

De man liep langzaam naar de deur van het appartement, haalde de sleutelbos uit zijn linkerbroekzak, stak een van de sleutels in het slot en draaide hem twee keer om.

‘Altijd afsluiten,’ zei hij daarna. ‘Veiligheid voor alles.’





5





‘Jezus, wil je ons dood hebben?’ Ben schudde vanaf de achterbank aan Chris’ schouder. ‘Heb je weleens gehoord dat je in de eerste versnelling moet schakelen als je weg wilt rijden?’

Chris klemde zijn kaken op elkaar. De auto was vlak voor het water tot stilstand gekomen en de motor was afgeslagen. Ze hoorden alleen nog het zenuwachtig makende gepiep van de ruitenwissers, die voortdurend heen en weer zwaaiden in een vergeefs gevecht tegen de sneeuwvlokken die bijna horizontaal tegen de voorruit vlogen.

Beheers je, Chris! Hij haalde diep adem en keek opzij naar Julia. Ze was bleek en ontweek zijn ogen.

Hij greep ruw naar de pook en wilde de motor net weer starten, toen Rose’ stem op de achterbank klonk. ‘Daar is ze eindelijk.’

Chris keek door het raam en zag de gedrongen gestalte van Debbie, die door de sneeuw naar de auto strompelde. Als Chris Debbie zag, moest hij altijd denken aan van die ballonnen in allerlei rare vormen die je op kermissen kon kopen. Haar korte hals werd afgekneld door de kraag van haar dikke, gewatteerde beige winterjack en ze had een vergeefse poging gedaan om een taille te creëren met behulp van een zilveren riem. Ze trok een oranje trolley achter zich aan, waarvan de wielen telkens in het grind van het parkeerterrein bleven steken.

Benjamin draaide het raam naar beneden. Koude lucht stroomde naar binnen toen hij zijn hoofd naar buiten stak. ‘En daar is juffrouw Wilder ook! Ze rent voor haar leven, op de vlucht voor de ergste storm van deze eeuw die over de Ghost trekt!’ riep hij.

Debbie stopte haar bagage in de kofferbak en rukte daarna wild aan de portierkruk.

Te stom om een auto open te doen, dacht Chris.

Eindelijk lukte het haar, en ze liet zich op de achterbank vallen. ‘Jullie wilden zonder mij vertrekken!’ riep ze. ‘Klopt het dat jullie me wilden achterlaten? Wat zijn jullie gemeen!’

Chris draaide zich niet naar haar om. Dat hoefde hij ook niet. Hij kon Debbie ruiken. Jezus, wat had ze opgedaan?

‘Doe dat portier dicht, anders bevriezen we,’ bromde hij.

Debbie deed wat haar gezegd was en Rose, die zoals altijd haar best deed om voor harmonie te zorgen, zei kalm: ‘Hemel, Deb, je bent een halfuur te laat. Waar zat je? En trouwens, als je mijn parfum gebruikt, wees er dan een beetje zuinig mee. Niet dat ik het je niet gun, maar minder is meestal meer.’

‘Wat was er aan de hand, Chris?’ vroeg Debbie hatelijk. ‘Het leek alsof je rechtstreeks het meer in wilde rijden. Je had beter een automaat kunnen nemen. Of deed je het expres?’

Chris wilde net antwoord geven, toen hij Julia’s hand op de zijne voelde. Niet doen, vormden haar lippen geluidloos.

Chris voelde dat iets in zijn binnenste ontspande toen ze naar hem lachte. Hij startte de motor. Julia had hem vergeven, alles zou goed komen. Hij had schijt aan het weer, schijt aan De storm-, schijt aan deze rotauto, schijt aan Debbie! Hij had vier vrije dagen voor de boeg. De rest interesseerde hem niet. Hij schakelde en drukte het gaspedaal in. De auto rolde kalm het parkeerterrein af.