Reading Online Novel

De Vuurdoop(85)



‘Hoe zal ik je noemen? Donald Duck of Anders And?’

Anders dronk het bodempje uit zijn glas.

‘Anders And,’ zei hij berustend.

‘Oké dan, ga verder!’

‘We moeten onze rug vrij hebben.’

‘Hoe doe je zoiets?’

‘We ontkennen glashard, als het zo ver komt, maar dat glashard ontkennen moeten we wel samen doen.’

‘Daar toosten we glashard op,’ zei Hasse en hij hief zijn glas.

***

Ze verlieten het Colosseum en Botkyrka, kochten een sixpack alcoholarm bier bij de benzinepomp en scheurden de stad in over de Essingeleden.

‘Ik ben dol op autorijden als ik dronken ben,’ zei Hasse.

Anders hing uit het open raampje en liet de zoele avondlucht tegen zijn gezicht komen.

‘Zeg, die Lars, wat is dat voor een sukkel?’ vroeg Hasse.

De wind streek door Anders’ haar.

‘Een sukkel. Trek je niks van hem aan.’

Ze doodden de tijd met rondrijden door de binnenstad, bier drinken, kijken hoe het nachtleven ervoor stond en luisteren naar een oude cd van Randy Crawford.

Hasse stuurde de Volvo in een krap rondje over de rotonde van Sergels Torg, schakelde terug en gaf plankgas, reed de rotonde drie keer rond. De mannen werden door de G-krachten naar rechts getrokken. Randy Crawford zong, Anders leegde het blikje bier, boerde luid en gooide het in de fontein. Hasse, die niet voor hem wilde onderdoen, deed met zijn rechterhand voor zijn mond een vrachtwagenclaxon na en liet een luide scheet.

Toen de klok twee sloeg trokken ze naar Stocksund.

***

Ze zaten in de Volvo, een paar straten van Sophies huis. Ze hadden een draadloze verbinding gemaakt met de apparatuur in Lars’ afluisterwagen, die geparkeerd stond bij een stukje bos. Anders had een koptelefoon op.

‘Ze liggen zoet te slapen, geloof ik. Zullen we?’

Ze stapten uit en volgden de weg, Anders met de doos van de technische recherche onder zijn arm, Hasse met een blikje bier in zijn hand. De zon stond ergens onder de horizon. In dit seizoen werd het ’s nachts nooit heel erg donker.

‘Ik heb zo de pest aan de zomer,’ zei Anders. Ze trokken allebei een zwarte gebreide muts over hun hoofd. Anders keek Hasse aan.

‘En waar is je bloemetjespak?’

Hasse grinnikte.

‘Bij welk onderdeel heb jij gezeten?’

‘Tolkendiensten. En jij?’

‘Verkenners, Arvidsjaur,’ antwoordde Hasse.

‘Natuurlijk...’

Ze slopen het grindpad op waar de Land Cruiser geparkeerd stond en wachtten tot alle geluiden weggestorven waren.

Anders knipte een zaklamp aan en liet de lichtkegel door de auto bewegen. Die zag er netjes uit.

Hij deed de doos van de technische recherche open, haalde er een elektrisch apparaat uit dat hij op de auto richtte en drukte op een knop. Een digitale wijzer begon het spectrum af te zoeken, van laagfrequente geluiden, helemaal onderaan in het spectrum, langzaam naar boven. Dertig meter verderop ging de auto van de buurman open en de lichten knipperden. Ze lachten gedempt.

De digitale wijzer vond wat hij zocht. Sophies auto ging open. Anders stopte de digitale loper in de tas en deed voorzichtig het achterportier open. Hij haalde een uv-lamp uit de kist, deed hem aan en zocht de zittingen af met de lichtbron. Hij zag geen afwijkingen, ook al speurde hij overal – vloer, lijsten, stoelen, dak – de hele auto. Nergens bloed, ontzettend goed schoongemaakt.

Anders deed de deur dicht, opende de bagageruimte, keek erin en zocht met de lamp alle delen van de ruimte af. Daar vond hij ook niets, hij deed de lamp uit en snoof, nam de geuren in zich op. Hij rook een zwakke chloorlucht en een andere scherpe geur, iets chemisch... vervolgens een bekende geur, hij snoof weer, was het lijm? Hij keek naar de mat die de vloer van de bagageruimte bedekte, was die niet aan de kleine kant? Hij tilde hem aan één kant op en ging er met zijn neus boven hangen. Het was lijm. Echt wel.

‘Hasse!’ siste hij.

Hasse kwam vermoeid naar hem toe.

‘Moet je ruiken.’

Hasse bukte en rook.

‘Lijm?’

Anders knikte.

‘Kijk eens naar die mat, dat is niet de originele, hij is te klein.’

Hasse haalde zijn schouders op en dronk zijn bierblikje leeg. De meeste dingen interesseerden hem geen hout als hij dronken was. Anders nam een monster van de lijm en knipte een stuk van de mat af. Hij stopte de monsters in afzonderlijke plastic zakjes en sloot die af. De rest van de auto fotografeerde hij zorgvuldig, waarna hij die met de digitale loper afsloot, evenals de auto van de buurman. Alles was pais en vree.

***

Gunilla had hem gebeld en gezegd dat hij om acht uur ’s avonds zijn observatie moest staken, dat hij in plaats daarvan naar de stad moest gaan, naar restaurant Trasten. Dat had ze hem nooit eerder gevraagd. Daar gebeurde niets en na een tijdje had hij door dat er iets anders gaande was en hij ging weer terug naar Stocksund.