Reading Online Novel

De Vuurdoop(132)



De deur ging open. Anders knikte met zijn kin toen hij met Berglund in zijn kielzog de kamer binnenkwam. Klaus nam Anders van top tot teen op en keek daarna met afschuw naar de onfrisse Berglund.

‘Gaat het goed met je?’

Anders sprak goed Duits. Hij trok een stoel bij en ging zitten.

‘Wie zijn jullie?’ vroeg Klaus.

Hasse haalde zijn politielegitimatie tevoorschijn.

‘Er is op je geschoten?’ vroeg Anders.

Klaus bladerde weer verder. Kicki Danielsson zat thuis aan een grenenhouten keukentafel.

‘Hoe heet je?’

Klaus keek op, hij was niet van plan antwoord te geven.

‘We kunnen je helpen, daar komen we voor.’

Anders gaf blijk van engelengeduld, Klaus sloeg een bladzijde van het tijdschrift om. Iemand met een lang gezicht die Christer heette, hield zijn arm om zijn tengere, kleine vrouwtje geslagen. Christer hield kennelijk ook van Elvis Presley en hij leek zijn benauwde Zweedse huisje graag wat op te pimpen met goudkleurige badkamerkranen. Anders bukte en pakte het tijdschrift voorzichtig uit Klaus’ handen.

‘Ik heb wat anders voor je om naar te kijken.’

Anders legde het roddelblad aan de kant en viste een dubbelgevouwen A4-envelop uit de binnenzak van zijn jas. Klaus wachtte en wierp een snelle blik op Hasse, die bij het raam stond. Anders haalde een foto van Hector tevoorschijn, die hij Klaus voorhield.

‘Herken je deze man?’

Anders keek naar Klaus, die naar Hector keek. Klaus schudde zijn hoofd.

‘Nee...’

Hij hield een foto van Aron Geisler omhoog en Klaus schudde zijn hoofd. Anders hield een foto van Sophie Brinkmann omhoog. Klaus schudde zijn hoofd. Anders hield een foto van een onbekende misdadiger uit het politiearchief omhoog. Een reactie van Klaus, alsof hij een microseconde te lang in zijn geheugen zocht. Klaus schudde zijn hoofd.

‘Hij weet het,’ zei Anders tegen Hasse.

Anders ging weer over op Duits.

‘Je ligt hier met een schotwond. We weten dat iemand je hier met een auto heeft gebracht. Wie?’

Klaus haalde zijn schouders op.

‘Wie heeft je neergeschoten?’

Klaus gaf geen antwoord.

Anders ging met frisse moed verder.

‘We beginnen opnieuw. Wie heeft je hiernaartoe gebracht?’

Klaus staarde hem met een lege blik aan.

‘Als je vertelt hoe je hier terechtgekomen bent en wat je over Hector Guzman weet, dan laten we je gaan in ruil voor je getuigenis in een later stadium.’

Klaus gaapte lang en voldaan, reikte naar het roddelblad naast Anders en begon weer te bladeren. Vervolgens keek hij op en glimlachte poeslief naar Anders.

‘Oké, wanneer de dokter groen licht geeft dat je gezond genoeg bent, nemen we je in hechtenis en houden je vast totdat je besluit te praten.’

Klaus glimlachte nog eens op dezelfde manier toen Anders en Hasse hem verlieten.

***

Anders en Hasse liepen de gang door. De deur aan het eind ervan ging open. Er kwam een grote man waggelend hun kant op lopen. De gang leek een maatje te klein voor hem.

Ze passeerden elkaar halverwege. De grote man keurde hun geen blik waardig en beende hen doelbewust voorbij.

Anders bleef na een paar stappen staan en keek hem na.

‘Anders?’ vroeg Hasse.

Hij draaide zich naar hem om alsof hij nog steeds in een gedachte, een herinnering verzonken was.

‘Wat is er, Anders?’

Anders draaide zich weer om en keek Michail na, die de deur van Klaus’ kamer opendeed.

‘Dat is die kerel...’

‘Wie?’

‘Die reus, dat is zijn kompaan, die heb ik restaurant Trasten in zien gaan.’

‘Weet je het zeker?’

‘Nee...’

‘Maar?’

‘Maar niks, verdomme...’

Anders trok zijn pistool en liep terug naar Klaus’ kamer. Hasse trok zijn pistool ook en kwam met lange passen achter hem aan.

***

Michail had de kleerkast opengedaan, Klaus’ kleren eruit getrokken en ze op het bed gegooid. De deur ging achter hem open. Hij draaide zich om, zag een man, een arm, een gericht pistool. Michail handelde instinctief. Zijn hand vloog naar voren, pakte Anders’ arm vast en trok eraan. Er klonk een schot. Klaus gaf een schreeuw. Vanuit een ooghoek zag hij nog een man met een getrokken wapen, hij handelde nog steeds op instinct. Hij trok Anders naar zich toe, nog steeds met zijn hand op diens pistool, rukte dat los en richtte de loop ervan op Hasse, zijn wijsvinger op de trekker.

‘Michail!’ riep Klaus. ‘Het zijn agenten!’

Michail ontspande zijn trekkervinger.

‘Laat vallen,’ was het enige wat hij tegen de dikke zei.

Hasse aarzelde niet en liet zijn wapen op de grond vallen. Michail gooide Anders de kamer in en gebaarde dat Hasse naast hem moest gaan zitten.

‘Die klootzak heeft me geraakt,’ zei Klaus. Hij hield een hand tegen zijn schouder, het bloed stroomde er gestadig uit.