De Hoeders Van Het Verbond(137)
De gedachte aan de pijn die Hassan me zal toebrengen, maakt me misselijk. Ik heb zin om te gaan huilen.
Mijn adem gaat schokkend. De Conservator snurkt zachtjes.
Het plan
1
Dit keer hoor ik geen voetstappen. Ik hoor alleen het gerinkel van de sleutel en het roestige, weerbarstige mechanisme dat vecht tegen de kracht die erop wordt uitgeoefend.
Ik schrik op. Nu al? Mijn adem stokt. Mijn hart staat stil. Mijn hersenen verstarren en kunnen nog slechts aan één ding denken: blinde, primitieve paniek.
De scharnieren knarsen. De deur gaat open.
Ik krijg geen lucht meer. Mijn keel is dichtgesnoerd.
Door de kier van de deur valt de lichtbundel van een zaklantaarn.
Op dit moment weet ik precies wat ze voelen, de ter dood veroordeelden die uit hun cel worden gehaald om naar de elektrische stoel te gaan.
Ik jammer.
'Sst!' sist een stem.
Beatriz.
Beatriz met haar wilde haardos en haar mooie lach. Beatriz met haar uitdagende blik.
Beatriz, de verraadster.
Waarom moet zij me ophalen? De tengere Beatriz? 'Snel!' fluistert ze.
De Conservator krabbelt overeind. 'Bea!' roept hij uit en hij omhelst haar. Ik worstel om mijn gedachten op een rijtje te krijgen en overeind te komen.
'Bah, wat stink je', zegt Beatriz.
Wat gebeurt er? Waar zijn de bewakers? Wacht Hassan achter de deur op me?
Bang en in de war schuif ik langs de muur naar de verste hoek van de cel. Weg van Beatriz en de angst die ze bezorgt.
'Bjørn?'
Ik verstijf als de zaklantaarn als een zweepslag over mijn gezicht gaat.
'Maar Bjørn toch', zegt Beatriz. Bjørn toch?
Ik knijp mijn ogen dicht tegen het licht.
Ze vraagt: 'Beste jongen, heb je het nog niet begrepen?'
Begrepen? Ik geef geen antwoord. Beste jongen? Ik begrijp er niets van.
Ze loopt de cel in. Ze geeft de zaklantaarn aan de Conservator en helpt me overeind. Ik beef. Ik geneer me dat ik zo beef. Zelfs, in de dood wil ik een zekere waardigheid bewaren. In mijn laatste minuten op aarde wil ik me niet als een bevende, jammerende stakker gedragen.
Ze legt haar handen op mijn schouders en kijkt me in mijn ogen. In die bijziende ogen die Hassan er met zijn duimen uit zal drukken voordat hij me van het leven berooft.
'Bjørn?'
Ik kijk weg.
'Hallo? Mijn vriend?'
'Wat wil je?'
'Maar jongen toch!'
'Ga je toekijken? Als Hassan me martelt?'
Ze trekt me naar zich toe.
'Bjørn, luister naar me. Kijk me aan. Bjørn! Bjørn!'
'Ja?'
'Ik deed alsof!' Deed alsof, zegt ze.
'Ik speelde dat ik aan Estebans kant stond.' Speelde, zegt ze.
'Dat viel me niet zwaar. Ik ken die rol. Mijn hele leven is één lang toneelspel geweest, met Esteban als tegenspeler. Hij ...' Ze wil iets zeggen, maar bedenkt zich. 'Toen de Conservator en jij die avond in de bibliotheek door Esteban werden betrapt, ben ik gewaarschuwd door een bewaker die ik wat extra betaal om ... laten we het zo zeggen, aan mijn kant te staan. Ik besefte dat ik moest doen alsof ik in het complot zat. Ik had geen keus. Dat was de enige manier waarop ik kon uitvinden wat Esteban van plan was. Ik bood aan om met de bewakers naar het mausoleum te gaan, zodat hij alleen met je kon praten voordat hij je in de kelder gevangen liet zetten. Hij was zo blij dat ik aanbood hem te helpen. Toen was het: hij en ik tegen de wereld. Esteban is een geslepen duivel, maar als het om mij gaat... ik kan hem om mijn vinger winden. Hij laat zich voor de gek houden, zo is het altijd al geweest.'
Dat laatste zegt ze met een stem waarin verbittering doorklinkt.
'Hoe weet ik dat je nu geen rol speelt?'
'Ik denk dat je dat wel weet, Bjørn.'
"Waarom vroeg je me te zeggen waar de Thingvellir-rollen zijn?'
'Omdat ik moest doen alsof ik de slechte Beatriz was. Estebans ijskoningin.'
'Wat als ik het had verraden?'
'Bjørn, ik ken je. Ik wist dat je geen woord zou zeggen.'
'Ze spreekt de waarheid, Bjørn', zegt de Conservator. 'Ik ken Beatriz. Je kunt haar vertrouwen.'
'En zelfs als je vroeg of laat gedwongen zou worden te verraden waar de Thingvellir-rollen zijn,' zegt Beatriz, 'dan is dat toch niet het belangrijkste voor ons.'
'Wat is er dan belangrijker?'
'De mummie redden en het originele manuscript.'
Mijn verstand is nog steeds sceptisch en analytisch. Waarom zou ik haar nu wel geloven? Mijn lichaam heeft haar uitleg allang geaccepteerd. Mijn spieren ontspannen zich. De knoop van angst heeft zijn greep verloren. Ik kan haar tedere blik niet weerstaan. Ze knijpt me zacht in mijn wang.
'Hier', zegt ze tegen de Conservator en ze geeft hem een pistool.
'Staat alles klaar?'
'Wat staat klaar?' vraag ik.
'Alles staat klaar', zegt Beatriz. 'Niemand vermoedt iets. Ik heb me net als anders gedragen. Ik heb mijn nagels verzorgd, ben naar de universiteit gegaan, mijn vrienden over de hele wereld gebeld, net als altijd. Esteban vermoedt niets. Ondertussen heb ik alles klaargemaakt voor ons plan.'