De Hoeders Van Het Verbond(136)
'Omdat ik wil dat je begrijpt hoe belangrijk het voor me is om de Thingvellir-rollen te pakken te krijgen. Ik wil dat je begrijpt waarom je me moet vertellen waar ze zijn.'
'En als ik dat niet doe?'
Hij loopt naar een zijdeur, doet die open en gebaart iemand die daar zit te wachten om binnen te komen.
Hassan
1
Enorm en bedreigend treedt Hassan de kamer binnen. Hassan de bottenbreker.
'Als je niet wilt samenwerken,' zegt Esteban, 'ben ik genoodzaakt Hassan te vragen je te overtuigen. Maar laten we hopen dat, het zover niet hoeft te komen. Ik vertel je de waarheid, in de hoop je duidelijk te maken hoe belangrijk dit voor me is, hoe serieus ik te werk ga en dat ik me door niemand laat tegenhouden. Door niemand!'
Ik kan niet antwoorden. Met een zakmes snijdt Esteban de kabelbinder los die me aan mijn stoel vasthoudt.
'En als ik antwoord geef, laat je mij en de Conservator dan gaan?'
'Uiteraard.'
Maar we weten beiden dat hij het zich niet kan veroorloven dat zijn geheim wordt verraden.
Hij zuigt lucht tussen zijn lippen door. Uit een lade van een secretaire pakt hij iets wat ik direct herken.
'Ik ben nieuwsgierig, Bjørn. Laat eens zien hoe je uit dit perkament ...' hij legt de Snorri-codex op de tafel naast me, '... de grot bij Thingvellir hebt gevonden.'
De aanblik van sira Magnus' verdwenen perkament, maakt me treurig. Ik zie mijn vriend voor me aan de tafel van de pastorie en ik hoor zijn stem.
'Ik weet dat je denkt dat we het van sira Magnus gestolen hebben. En dat we hem hebben vermoord. Maar ik zal je vertellen: hij heeft eerst geprobeerd het aan ons te verkopen. Dat hij daar spijt van kreeg, kan ik niet helpen. We wilden hem niet vermoorden. Zijn hart verdroeg de druk niet. Zo simpel is het.'
Esteban kijkt naar Hassan. De kolossale Irakees kijkt recht voor zich uit, zonder een woord te zeggen, alsof Esteban en ik niet bestaan en zijn gedachten zich ergens ver weg in zijn autistische universum bevinden.
Zo simpel is het...
Terwijl mijn handen zo heftig trillen dat ik het perkament nauwelijks kan vastpakken, sla ik de bladzijden om en laat ik zien hoe het gedicht op de laatste bladzijde ons naar het originele manuscript van De saga over het Heilige kruis heeft geleid, waarin weer de geheime aanwijzing naar de grot verstopt zat. Esteban maakt klokkende geluidjes. Dan kijkt hij naar Hassan, die even met zijn ogen knippert.
'Het is al laat. Hassan is net gearriveerd. Ik stel voor dat jullie tweeën morgenochtend eerst eens serieus met elkaar praten.'
Ik huiver bij het idee aan dat serieuze gesprek met Hassan.
'Hij gaat niet erg geraffineerd te werk. Maar wel effectief. Je mag er nog over nadenken. Voordat hij aan het werk gaat. Je zou er verstandig aan doen om van het begin af aan mee te werken. Voordat hij nog meer vingers bij je breekt. Of je been, dat zo te zien al aardig aan het herstellen is. Je moet hem niet ergeren. Botten breken behoort tot Hassans milde methoden. In Irak heeft Hassan bij een man die weigerde te praten beide ogen uitgestoken. Met zijn vingers. Ik zeg het maar even, omdat je vast zult aarzelen me antwoord te geven op mijn vragen. Het is voor je eigen bestwil, Bjørn, dat je meewerkt.'
2
Kierkegaard zei ooit dat de angst de morgen is. Ik begrijp hem.
Ik kan niet slapen. Met mijn rug tegen de stenen muur staar ik in het donker van de cel. Hoewel ik weet dat er een paar meter van me vandaan ook een muur is, kan ik net zo goed in het oneindige heelal staren. Niets kan mijn angst voor wat me bij het ochtendgloren te wachten staat wegnemen. Ik hang in de grijparmen van de angst en kan niet loskomen. Alles draait rond één gedachte: Hassan.
Natuurlijk zal ik zeggen wat ik weet. Ik ben niet dom. Ik ga mijn vingers, ogen of leven niet offeren voor de Thingvellir-rollen. Toch heb ik twee bezwaren. Ze zullen me hoe dan ook doden. En ik weet werkelijk niet waar de Thingvellir-rollen zijn. Ik vermoed dat het safehouse van de SIS ergens in de buurt van Londen staat. Maar het kan, voorzover ik weet, net zo goed in het idyllische dorpje Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch in Wales staan.
Wat gaan ze met me doen als ik zeg dat ik het niet weet? Breken ze voor de zekerheid een paar vingers? Ze zullen me ongetwijfeld vragen de SIS te bellen. Wat zal professor Llyleworth of Diane, zeggen als ik volkomen onverwacht bel: "Hoi, met Bjørn, zeg, waar zijn Thingvellir-rollen eigenlijk?" In het gunstigste geval begrijpen ze dat ik gedwongen word om te bellen. In het ergste geval weigeren ze antwoord te geven. De rollen en de wetenschappers zullen echter allang ergens anders naartoe zijn tegen de tijd dat Hassan met zijn kanon op de deur klopt.
En ik twijfel er geen moment aan dat ik dan nog steeds hier in die donkere cel zit, terwijl zij controleren of ik ze geen loer heb gedraaid.
Ik ben altijd een slappeling geweest als het om pijn ging. Tandarts. Keelpijn. Blaren. Gescheurde nagels. Ik lijd altijd het ergst.