De Dochter Van Mistral(241)
Ja, de ideale koper zou een rijke man met een gezin zijn uit het zonloze noorden van Europa, een man die altijd al een groot stuk grond in de Provence had willen hebben. Droomde iedereen daar niet van? Een man die een plaatselijke boer en zijn vrouw in dienst zou nemen om hier te komen wonen ook als hijzelf niet aanwezig was, een man die in staat zou zijn zijn zomers in de Provence door te brengen en vanuit München, Kopenhagen of Brussel kwam vliegen om 's winters twee weken van de zon te genieten, twee weken met Kerstmis, twee weken met Pasen. En dan nam hij natuurlijk zijn kinderen mee. Misschien had hij wel een eigen vliegtuig dat op het vliegveld van Avignon kon landen. Dan konden ze bij die luchthaven een auto neerzetten en binnen een half uur na de landing op La Tourrello zijn.
Fauve nam peinzend de peer en appel mee die ze onderweg gekocht had toen ze door de kamers van La Tourrello liep en zich voorstelde dat zij de vrouw van de toekomstige koper was. Ze zou een paar van die glanzende antieke houten kasten en tafels houden, besloot ze, maar ze zou andere vloerkleden en gordijnen nemen en al dat zwaar gevulde meubilair wegdoen ... het huis was te karig gemeubileerd. Het schreeuwde gewoon om grotere banken, diepere stoelen, stoffen die niet zo overdreven eenvoudig waren ... er was kleur in nodig, warmte, en bovenal dingen. Vreemd, ze had nooit zo erg op de kunstmatige soberheid van het interieur gelet, maar ze had het ook altijd als Kates huis beschouwd en het paste wel bij Kate. Maar het paste niet bij haar ... maar ja, wie weet... misschien zou het zoals het er nu stond volmaakt zijn voor de vrouw van een rijke Belg? Ze was er bijna van overtuigd dat het een Belg zou worden. Die hadden bijna de ergste winters in Europa.
En haar eigen slaapkamer in de duiven toren? Dat zou vermoedelijk een logeerkamer worden, tenzij er een tienerdochter was die hem leuk vond. Fauve hoopte dat ze een dochter zouden hebben, iemand die op het bed zou liggen en met haar ogen wijd open daar zou liggen dromen.
Wat zou er met de studio gebeuren, vroeg Fauve zich af toen ze voor de deur stond. Misschien zouden ze die als een kamer voor spelletjes gebruiken, er zelfs een pingpongtafel in neerzetten. Gisteren was ze te druk geweest met de laatste regelingen met de mensen uit Amsterdam om zelf de studio te sluiten en Jean Perrin had het gedaan; voor hij wegging had hij haar de sleutel teruggegeven. Ze had de studio nooit zonder schilderijen gezien, besefte ze opeens terwijl ze voor de deur stond te aarzelen. Wilde ze wel naar binnen gaan? Moest ze dat doen? Durfde ze het?
Ze hield zich voor dat ze niet zo belachelijk moest doen en ontsloot de deur. De kamer die ze altijd als zo enorm groot had beschouwd ... had nu maar gewone afmetingen. Een grote studio, dat wel, maar zonder de schilderijen van Mistral helemaal niet zo indrukwekkend meer. Een doodgewoon vertrek. Fauve begreep dat het kwam omdat de wanden zo kaal waren. Haar vaders werk had altijd andere dimensies opgeroepen; wat het onderwerp ook was, het oog was altijd veel verder dan het doek geleid. Nu waren er alleen de muren en het hoge plafond met het grote raam erin, en de balken. De enige dingen die eraan herinnerden dat Mistral hier gewerkt had, waren zijn werktafel, de ladder en de ezel met het lege doek erop.
Ze legde haar peer en appel, beide nog onaangeroerd, op de met verf bekladde hoek van de werktafel neer en automatisch, zonder erbij te denken, zocht ze de penselen bij elkaar die overal verspreid lagen. Dat was altijd haar taak na een dag werken geweest; dan zocht ze de penselen bij elkaar en waste ze uit in de gootsteen van het kamertje naast de studio waar Mistral zijn verfvoorraad bewaarde. Haar vader had altijd grote zorg voor zijn penselen gehad, zoals iedereen die met instrumenten werkt. Ondanks alle rommel in zijn studio begon hij de dag altijd met schone penselen, en toen hij Fauve leerde hoe ze moest schilderen had hij haar ook geleerd hoe ze aan het eind van elke dag alles zelf moest schoonmaken.
Ze zag dat het geen gemakkelijke of snel uit te voeren taak zou zijn. Haar beide handen waren vol penselen die hij had neergelegd op de laatste dag dat hij geschilderd had. Ontsteld zag ze dat hij ze in grote haast had neergesmeten. Ze zaten nu vol met opgedroogde, verharde verf. Waarschijnlijk zou ze ze moeten weggooien. Het zou meer werk kosten dan het waard was om deze mishandelde penselen weer tot nieuw leven te brengen. Toch liep Fauve naar de gootsteen waar de dichte potten terpentine en verdunningsmiddel stonden.
Langzaam, vol liefde en heel behoedzaam begon ze het tijdrovende werk om de penselen van Julien Mistral schoon te maken. Ten slotte besloot ze ze allemaal, op één na die niet gebruikt was, een nacht te laten weken. Met die ene schone penseel liep ze naar de werktafel terug en stond er besluiteloos mee voor het lege doek, gedachteloos en met stille handen. Daar bleef ze staan; er was niets meer te besluiten en ze had geen enkel plan gemaakt wat ze nu wilde gaan doen totdat ze opeens het gevoel kreeg dat ze in de tijd teruggleed. Ze voelde de grote hand van Julien Mistral over de hare, ze voelde dat hij haar hand naar beneden drukte en haar kracht gaf, haar vingers leidde zoals hij zo vaak na die eerste dag had gedaan, die dag toen ze acht jaar oud was. Ze hoorde hem weer die bekende bevelen geven. 'Kijk, hoorde ze zijn stem tegen haar zeggen. 'Zie je het wel goed, Fauve? Kijk, je moet altijd kijken. Je moet leren de dingen te zien.'