De Dochter Van Mistral(207)
'Tja...' Fauve aarzelde. Ze kon toch niet zo maar opstaan en bij Eric wegwandelen, zelfs al was hij haar Eric niet meer. Die verdraaide meisjes, waarom konden ze niet rustig hun lunch opeten? Waarom hadden ze zo'n haast?
'Wat wil jij?' Ivy bleef naast de tafel staan en verwachtte duidelijk een beslissing. 'We zouden met z'n allen naar de Via Condotti kunnen gaan, als die bustour jou vervelend lijkt, en dan kunnen wij bij Gucci gaan kijken... misschien is er wel iets moois in een uitverkoop. Zeg me maar wat jij wilt en dan vertel ik het aan de anderen; dan kunnen we het opzoeken terwijl jij afeet.'
'Maar, juffrouw Columbo, u wilt toch het Vaticaan niet missen?' vroeg Eric. Hij en Ivy keken elkaar even begrijpend aan.
'Wat een uitstekend idee! Fauve, je wilt toch naar het Vaticaan, hè?'
'Nou...'
'Toe nou, Fauve, wat wil je eigenlijk? We verknoeien onze kostbare tijd. We willen allemaal een kaart van het Vaticaan naar huis sturen.'
'O, verdomme, Ivy, ga dan! Ik zie jullie wel weer in het hotel. Ik heb het Vaticaan al gezien.'
Ivy liep terug naar het andere tafeltje en was bijzonder met zichzelf ingenomen. Ze had altijd wel geweten dat het niet voldoende was om alleen maar mooi te zijn. Toen ze een gedicht moest reciteren had ze iets geschreven over het erfdeel van Thomas Jefferson in plaats van over tap dancing, en daarmee had ze de Miss Teen American-wedstrijd gewonnen, maar dat wilde nog niet zeggen dat ze met tapdansen niet iedereen kon verslaan. Die bazige Fauve Lunel zou Ivy Columbo er niet van weerhouden om dat in Rome te doen wat de Romeinen ook deden, en dan liefst met lange, donkere, gevaarlijke mannen met krulharen en hun hemd open tot de navel.
'Ga mee, kinderen,' mompelde ze toen ze bij de andere vier terugkwam, 'voordat ze van idee verandert. Die vent is enorm. Maar niet dringen. Doe het waardig, vertrek als een dame. Arkansas, houd op met dat gegiechel. Bambi Twee, waag het niet naar Fauves tafeltje om te kijken; Harold, knipoog niet zo opvallend tegen die man ...'
'Herejé,' klaagde Arkansas. 'Sommige mensen kunnen blijkbaar geen toegang tot La Dolce Vita krijgen.'
'Ik zou er maar geen weddenschap op afsluiten,' snauwde Ivy.
'Zullen we gaan lopen?' vroeg Eric toen ze uit het restaurant de drukke, schilderachtige Piazza del Popoio opliepen waar de marmeren balustrades die omhoog voerden naar de Pincio-heuvel, zich evenzeer leken te bewegen als de zwaaiende pijnbomen in de hoge tuin van de Villa Borghese.
'Welke kant op?' vroeg Fauve zich af; het was zo moeilijk te kiezen.
'Geen vaste bestemming,' zei Eric en nam haar arm.
' Dat is ook mijn lievelingsdoel! O, ik heb het gevoel alsof ik spijbel. Ik moet me schuldig voelen omdat ik hen alleen heb laten gaan, maar ik moest er niet aan denken nog eens naar het Vaticaan te gaan. Ik ben nog maar één keer in Rome geweest en ik vond dat ik toen alles moest gaan bezichtigen; tegen de tijd dat ik bij de Sixtijnse kapel aankwam, kroop ik bijna. Maar hoe kan je het Vaticaan bekijken en de Sixtijnse kapel overslaan? Die moet je gewoon bekijken. Ivy wilde het blijkbaar graag allemaal zien, maar ik moest er niet aan denken.'
'Herinner je je het pauselijk paleis in Avignon nog?' vroeg Eric. 'Daarna heb ik altijd wel geweten dat jij geen type voor het Vaticaan bent. Het was een heel veilig voorstel van me.'
'O!'
'Je dacht toch niet dat ik je met die meisjes zou laten meegaan, hè?'
'Ik ... ik wist het niet zeker.'
'Ik moet je heel wat vragen. In de eerste plaats, ben je ooit nog wel eens in Félice geweest?'
'Nee.'
'En je wilt me nog niet zeggen waarom niet?'
'Nee,' zei Fauve bruusk. 'Hoe gaat het met je ouders?'
'Ze maken het uitstekend. Mijn vader heeft zich nu uit al zijn zaken teruggetrokken en ze wonen permanent in Villeneuve. Hij vindt het erg prettig dat ik heb besloten om in Avignon te gaan werken en wonen. Hoe maakt je grootmoeder het? Is haar huwelijk een succes ?'
'Zij en Darcy hebben een buitenhuis gekocht en ze vindt het verrukkelijk nu allerlei dingen te doen waar ze nooit tijd voor gehad heeft. Magali is dol op haar tegenwoordige leven; ze komt maar drie dagen per week naar het bureau. Ze heeft veel vertrouwen in me, zodat ze eigenlijk eens een eigen leven kan leiden ... en de hemel weet dat ze het verdient,' zei Fauve peinzend.
Ze liepen door de drukke, smalle Via Margutta in de richting van de Spaanse trappen. Zonder het te merken passeerden ze tientallen kunstzaken, maar opeens leidde Eric Fauve door een dubbele deur een oud en slecht onderhouden gebouw in. Binnen lag een ruime binnenplaats en aan het eind daarvan de top van de groene Pincio-heuvel die steil naar beneden afdaalde tot in het hart van Rome, helemaal bedekt met dik, pluimachtig gebladerte.
'Hier is het... geen vaste bestemming,' zei hij en keek haar aan om te zien hoe ze op zijn verrassing reageerde. Op zijn gezicht zag ze die bijzondere, weinig voorkomende uitdrukking die haar zo'n vertrouwen inboezemde en die haar in de feestzaal in Uzès destijds meteen was opgevallen. Plotseling leken de jaren die hen scheidden op te lossen, te vervagen, te verdwijnen alsof ze nooit bestaan hadden. Ze draaide zich naar hem toe en keek hem in de ogen.