Dazzle(11)
Wat had ze, vroeg Mel zich af. Dacht Phoebe dat ze een van de belangrijkste maatschappijen van heel Amerika leidde? Als je erover nadacht, dan verdiende zij, met haar één derde deel van alles wat zij drieën verdienden, veel meer dan de meeste grote zakenlieden. Ze gooide dat geld niet weg aan traktaties voor hen, zag hij, en keek misprijzend naar het armetierige schoteltje broodjes, de half lege plastic verpakkingen met kaas en een kan ijsthee. Ze beweerde altijd dat ze die speciaal voor hen zette, maar hij wist dat het gezoete Lipton was, zo uit een blikje. Zij ging zover het offer te brengen er een in vieren gesneden citroen in te gooien, samen met een paar ijsblokjes. Ze gaf vast niets om eten. Mel rilde als hij naar haar smalle middel en tengere polsen keek. Ze kon het zich best veroorloven wat dikker te worden zodat ze een normale man aantrok, maar nee, zij bleef liever pijnlijk mager.
Nou ja, waarom zou hij mopperen? Phoebe was haar geld meer dan waard. Hij rilde als hij eraan dacht dat hij zelf op pad zou moeten om klanten te werven; dat hij gedwongen zou worden zijn kost bij elkaar te krijgen. Phoebe vond het niet erg vernederd te worden en zelf mogelijk cliënten op te bellen met het doel een opdracht voor te stellen waaraan zij zelf nog niet eens hadden gedacht.
Phoebe had er een zesde zintuig voor wanneer een cliënt rijp was om opnieuw te worden benaderd met een voorstel voor advertenties voor ontbijtvlokken en ze zorgde ervoor, dat hij nooit meer dan twee keer per maand een of ander soort snack moest fotograferen. Geen artiest kon zich blootstellen aan al het werk dat hij zonder een vertegenwoordiger zou hebben en dan toch nog in conditie blijven om zijn roeping te volgen, want dat was het. Het fotograferen van levensmiddelen was een roeping, niets minder dan dat, net zoiets als hersenchirurgie of ballet, alleen de details waren verschillend.
'Heeft iemand nog iets nieuws?' informeerde Phoebe. Pete hing languit in een stoel en liet duidelijk blijken, dat hij het daar met zijn lange in laarzen gestoken benen niet gemakkelijk had. Mel zat net als altijd zo rechtop als hij maar kon in een soort schommelstoel, zijn tengere handen keurig gevouwen op zijn mollige ronde buikje. Zijn lichtgrijze overhemd was onberispelijk, en zijn ene in een zwarte broek gestoken been was zorgvuldig over het andere geslagen. Hij kleedde zich alsof hij een uitgetreden monnik was, dacht ze, en zo zag hij er ook uit met zijn fraai gekapte hoofd en de nietszeggende trekken in zijn eivormige gezicht.
'Nee,'zeiden ze in koor.
'Maar ik wel,' zei Phoebe op resolute toon. 'Ik heb gehoord dat de Purple Tostada Grande erover denkt hun gebouw te verkopen.' Gekreun van alle drie.
Iedereen die in een fotostudio werkt, is compleet afhankelijk van kant-en-klaar voedsel. Jazz, Mel en Pete hadden elk een half dozijn verschillende menu's van winkels in de buurt waar ze elke dag eten bestelden voor de mensen die in hun studio's werkten. De Purple Tostada Grande, een goedkope Mexicaanse zaak met een grote patio, vlak tegenover hen aan de promenade, was hun grote favoriet. Cliënten kwamen vaak al watertandend binnen omdat ze de gevulde quesadilla hadden gezien, die gebakken tortilla gevuld met groene chili's, uien, zure room, tomaten en kaas; of de burrito combo met bonen en rundvlees, om nog maar niets te zeggen van de beroemde garnalen in een mandje, opgediend met verse guacamole en patatjes.
'Hoe durven ze ons dat aan te doen?'jammerde Jazz.
'Het is een schande,' sputterde Pete. 'Ik heb cliënten uit Japan en Duitsland die zich al bij voorbaat verheugen op hun lunch bij Tostada. Als zij verdwijnen, nemen de cliënten het mij straks kwalijk.'
'Als Tostada er niet meer is, gaan mijn cliënten de spullen opeten die klaarstaan om te worden gefotografeerd,' zei Mel bezorgd. 'Ik heb er toch al zo'n last mee dat sommigen zeggen dat ze "alleen maar even willen proberen hoe het smaakt" en vervolgens de hele opstelling voor een foto verknallen.'
'Je moet het zien als een kans voor ons,' zei Phoebe. 'Laten wij die zaak opkopen. Dan houden we hem draaiende en verdienen er nog wat aan ook.'
'Geen sprake van,' was Pete's prompte reactie. 'Het is al erg genoeg om eigenaar van een deel van een gebouw te zijn, maar een restaurant... ik denk er niet aan!'
'Jazz?' ging Phoebe door met haar ondervraging.
'Ik pas. Op het ogenblik ben ik niet zo erg geïnteresseerd in investeringen.'
'Mei?'
'Je meent het toch niet? Ik kijk de hele dag al naar eten. Ik heb in mijn studio de best ingerichte keuken die je je maar kunt indenken. Ik wil niets met de levensmiddelen-business te maken hebben.' Hij keek beledigd.
'Dus jullie vinden het niet erg als ik die zaak zelf koop?' vroeg Phoebe.
'Geweldig!'
'Prima!'
'Goed zo, Phoebe. Onze vertegenwoordiger redt ons,' zei Jazz goedkeurend.
'Bedankt luitjes. Ik zal even jullie goedkeuring vastleggen voor de notulen van deze vergadering.' Phoebe zag er opgewekt uit. Ze had wel verwacht dat geen van hen allen er ook maar enig idee van had dat elk stukje onroerend goed in Venice steeds meer waard werd. Vooral een stuk grond vlak bij de promenade. Als ze vandaag kocht en verder niets deed, was dat stuk grond alleen al binnen een jaar in waarde verdubbeld.