Dagboek van een beschermengel(9)
Totdat er een ander schijnsel verscheen. Als een slang die onopvallend door de achterdeur glipt, slingerde zich op een middag een dof, staalgrijs lint om Ben en Una heen, die aan de eettafel zaten om Margots eerste verjaardag te vieren, met een roze cakeje met één kaarsje erop en een verse stapel vrolijk ingepakte cadeautjes. Het schijnsel, of eigenlijk meer een schaduw, leek een zekere intelligentie te bezitten, alsof het leefde. Het voelde mijn aanwezigheid en schoot terug toen ik voor Margot ging staan, waarna het log in de richting van Una en Ben kroop. Una’s beschermengel verscheen, maar niet voor lang. In plaats van het schijnsel tegen te houden, stapte hij opzij. Het licht wond zich als klimop om Bens been, voordat het uiteenviel in donker stof.
Ik beende door de woonkamer. Ik was boos. Ik had het gevoel dat ik een taak had gekregen zonder ook maar het minste vermogen om hem uit te voeren. Hoe kon ik wie dan ook beschermen als er van alles gebeurde waar ik niet over was ingelicht?
Ben en Una zetten het verjaardagsfeestje argeloos voort. Ze droegen Margot de treetjes af naar de tuin, waar ze haar eerste stapjes zette voor het oog van Bens polaroidcamera.
Ik begon bijna te geloven dat Ben gelijk had. Als alles zo geweldig gaat, kan het niet anders of het is de stilte voor de storm.
Ik bleef de hele middag ijsberen, tot ik begon te huilen. Ik kende het lot van Margots jeugd maar al te goed en toch was het vooruitzicht om dat alles nogmaals te moeten doormaken een miljoen maal minder erg dan te zien hoe het had kúnnen zijn. Ik besloot dat ik moest ingrijpen. Als Margot door Una en Ben geadopteerd werd, zou ze opgroeien in een liefdevol gezin. Dan zou ze niet zo gehavend uit de strijd komen en was de kans groot dat ze later niet zo zelfvernietigend te werk zou gaan. Stik maar met je rijkdom. Op dit moment zou ik mijn onsterfelijke ziel en zaligheid ervoor overhebben om te zorgen dat Margot zou opgroeien met het gevoel dat er van haar gehouden werd.
Niet lang daarna kwam Nandita me opzoeken. Ik vertelde haar alles: de geboorte, het ziekenhuis, de slang van licht. Ze knikte en zette nadenkend haar handpalmen tegen elkaar.
‘Het schijnsel dat je hebt gezien is een lotskoord,’ legde ze uit. ‘De kleur wijst erop dat dit koord kwaadwillig van aard is.’ Ik vroeg of ze het iets beter kon uitleggen. ‘Elk lotskoord heeft zijn oorsprong in een persoonlijke keuze. In dit geval lijkt het om een slechte keuze te gaan.’
Het frustreerde me dat ik Bens beschermengel nog steeds niet had gezien. Ook dat kon Nandita me uitleggen.
‘Geef het wat tijd,’ zei ze. ‘Binnenkort zie je alles.’
‘Maar wat moet ik nou aan dat lotskoord doen?’ vroeg ik, onwillig om het woord uit te spreken. Het klonk zo weeïg.
‘Niets,’ antwoordde Nan. ‘Jouw taak is…’
‘Margot beschermen. Ja, dat weet ik. Ik doe mijn best. Het gaat alleen wat lastig als ik niet weet wat zo’n lichtspoor betekent, snap je?’
Kort voordat het gebeurde kwam ik erachter wat het schijnsel betekende.
Ben was zoals gebruikelijk boven aan het werk, terwijl Margot lag te slapen. De geur van vers brood kringelde op uit de keuken. Die lokte hem achter zijn bureau vandaan, lang genoeg voor mij om te zien welke rechtszaak hij voorbereidde: een aanklacht wegens moord tegen een terrorist. De naam van de terrorist ging gehuld in een kring van wazige schaduwen.
Ik was niet dom. Ik had het onmiddellijk door.
Dat het een persoonlijke keuze was – en ik het daarom maar moest laten gebeuren – betekende nog niet dat ik van plan was om met mijn armen over elkaar toe te kijken. Toen de schaduw nogmaals naar binnen kroop en glibberend in de richting schoof van Una en Ben die elkaar in de keuken stonden te knuffelen, trapte ik er uit alle macht naar. Hij wist natuurlijk dat ik er was, maar ditmaal trok hij zich niets van me aan. Hij was sterker dan de vorige keer, hij had de kleur van de wolkenlucht vlak voordat het gaat regenen en was even tastbaar aanwezig als een tuinslang. Hij liet zich door niets van wat ik deed verjagen. Niet door mijn geschreeuw. Niet toen ik me er languit bovenop wierp en hem met alles wat ik in me had probeerde te doden.
Het had Ben maanden gekost om Una over te halen een keertje zonder Margot weg te gaan. Maar nu het er eindelijk naar uitzag dat ze haar mochten adopteren, redeneerde hij dat het niet meer dan juist was om dat samen te gaan vieren. Lily, de aardige, oudere dame van de overkant, paste een paar uurtjes op Margot, terwijl Ben en Una de deur uit gingen voor een romantisch dineetje.
Ik zag hoe de schaduw zich uitrolde achter hun auto. Hij was niet geïnteresseerd in Margot. Zij kroop opgewekt door Lily’s keuken, met in de ene hand een houten pollepel en in de andere een blote barbiepop. Ze straalde een bleekgouden licht uit, dat van Una op haar was overgegaan.