Dagboek Van Een Nanny
Deel 1
Herfst
Toen, met een lange, luide snuif die leek te betekenen dat ze een besluit had genomen, zei ze: 'Ik neem de baan.'
'Ik kreeg toch sterk de indruk,' zei Airs Banks later tegen haar man, 'dat het een eer voor ons was.'
Mary Poppins
Nanny te koop
'Hoi, met Alexis van de Parents League. Ik bel even over de voorschriften voor de uniformen die we hebben gestuurd...' De blonde vrouw die achter de receptiebalie zit steekt een beringde vinger omhoog om me te vragen even te wachten tot ze klaar is met bellen. 'Ja, nou, dit jaar willen we echt graag al uw meisjes in langere rokken zien, tenminste tweeënhalve decimeter langer. We krijgen nog steeds klachten van de moeders van de jongensschool in de huurt... Mooi. Blij dat te horen. Dag.' Met een zwierig gebaar streept ze het woord 'Spence' op haar lijstje van drie onderwerpen door.
Ze richt zich tot mij. 'Sorry dat u moest wachten. Aan het begin van het schooljaar werken we ons altijd te pletter.' Ze tekent een grote cirkel om het tweede onderwerp op haar lijstje: papieren handdoeken. 'Kan ik iets voor u doen?'
'Ik kom een advertentie voor een nanny ophangen, maar volgens mij is het prikbord verplaatst,' zeg ik, enigszins verward omdat ik hier al sinds mijn dertiende advertenties ophang.
'Het moest van de muur omdat de hal werd geschilderd, Het is er nog niet van gekomen om het weer op te hangen. Hier, ik zal u wijzen waar het hangt.' Ze loopt langs haar bureau naar de grote zaal, waar moeders aan designbureaus zitten en onderzoeken over particuliere scholen doorlezen. Daar zit de dwarsdoorsnede van de Upper East Side - de ene helft van de vrouwen draagt een Chanel-pakje en Manolo Blahnik- schoenen en de andere helft draagt een gewatteerd jasje van zeshonderd dollar, en ziet eruit alsof ze een opdracht verwachten om een Aqua Scutum-tent op te zetten.
Alexis gebaart naar het prikbord dat een Mary Cassatt die tegen de muur stond van zijn plaats heelt verdreven. 'Het is op het moment een rommeltje,' zegt ze, terwijl er een andere vrouw opkijkt van het bloemstuk dat ze vlakbij aan het herschikken is. 'Maar maakt u zich geen zorgen. Er komen hier massa's lieve meisjes naar werk zoeken, dus ik denk niet dat u een probleem zult hebben er eentje te vinden.' Ze brengt haar hand naar haar parelsnoertje. 'Heeft u geen zoon op Buckley? U komt me zo bekend voor. Ik ben Alexis...'
'Hallo,' zeg ik. 'Ik ben Nan. Ik heb voor de meisjes van Gleason gezorgd. Volgens mij wonen die naast u.'
Ze trekt haar wenkbrauwen op en bekijkt me eens goed. 'O... o, nanny, ja,' bevestigt ze voor zichzelf, alvorens zich achter haar bureau terug te trekken.
Ik sluit me af voor het luchtige, beschaafde gebabbel van de vrouwen achter me en lees de advertenties die zijn opgehangen door andere nanny's die ook op zoek zijn naar werk.
Babysitter zoek kinderen ben dol kinderen stofzuigt ik zorg uw kinderen veel jaren werk u bel me
Het prikbord hangt al zo vol met papiertjes dat ik uiteindelijk met enig schuldgevoel mijn advertentie maar over die van een vrouw prik die haar roze advertentie heeft versierd met bloemetjes die met krijt zijn getekend, maar ik neem wel even de tijd om ervoor te zorgen dat de mijne alleen madeliefjes bedekt en geen essentiële informatie.
Ik wou dat ik die vrouwen kon vertellen dat het geheim van nanny-advertenties niet in de bloemetjes zit, maar in de interpunctie - het zit hem in de uitroeptekens. Mijn advertentie is weliswaar een minimalistisch kaartje van tien bij vijftien en er staat nog geen lachend gezichtje op, maar ik ben kwistig met uitroeptekens. Alle wenselijke vaardigheden worden bekroond door de belofte van een stralende glimlach en een oneindig positieve inzet.Nanny per direct beschikbaar!
Student aan Chapin School, kan door de week parttime werken!
Voortreffelijke referenties!
Diploma Kinderstudies aan NYU!
Het enige wat ik niet heb is een paraplu waarmee ik kan vliegen.
Ik controleer nog een laatste keer op spelfouten, rits mijn rugzak dicht, neem afscheid van Alexis en ren de marmeren trap af, de zinderende hitte in.
Als ik langs Park Avenue loop, staat de zon nog zo laag dat de buggyparade nog in volle gang is. Ik kom langs allemaal verhitte kleine mensjes, die er beslist ongemakkelijk bij zitten in hun zweterige stoeltjes. Ze hebben het zelfs te warm om hun vertrouwde reisgenootjes vast te houden - knuffellapjes en beren die in de zak van de buggy zijn gestopt. Ik grinnik in mezelf om een kind dat een aangeboden pakje vruchtensap wegslaat en het hoofd afwendt met een ruk die wil zeggen: 'Ik heb nu helemaal geen zin om te drinken.'
Ik sta voor een stoplicht en kijk op naar de grote ruiten die de ogen van Park Avenue zijn. Wat bevolkingsdichtheid betreft, is dit het middenwesten van Manhattan. Daar hoog boven mij bevinden zich kamers, kamers en nog eens kamers. Lege kamers. Het zijn make-upkamers, kleedkamers, pianokamers, logeerkamers, en ergens boven mijn hoofd, ik zal niet zeggen waar, heeft een konijn dat Arthur heet, zo'n honderdvijftig vierkante meter tot zijn beschikking.