Dagboek Van Een Nanny(5)
De maandag daarop duik ik onderweg naar mijn afspraak met Mrs X even mijn vaste kantoorboekhandel in om mijn voorraad Post-its aan te vullen. Vandaag zitten er maar twee Post-its in mijn agenda: een kleine roze die me met klem verzoekt: 'Post-its kopen' en een groene die me eraan herinnert dat ik koffie drink met 'Mrs X, u.15 uur.' Ik trek de roze los, laat hem in de prullenbak vallen en loop verder richting La Patisserie Goût du Mois, waar we hebben afgesproken. Onderweg in het park loop ik langs chique vrouwtjes in mantelpak met briefpapier met monogram in hun met juwelen getooide handen. Naast elke vrouw loopt een kleinere, donkere vrouw, die nadrukkelijk terug knikt.
'Ballet? Begrijp je me?!' gilt de vrouw naast me naar haar knikkende metgezel terwijl we bij het stoplicht staan. 'Op maandag heeft Josephine baallèèt!'
Ik glimlach medelevend naar de vrouw in uniform om me solidair te tonen. Zonder gekheid, ingewerkt worden is een ramp. En het kan nog erger, afhankelijk voor wie je werkt.
Er zijn ruwweg drie types nanny-werk. type A: ik ben er om het stel dat de hele week werkt en 's avonds vaak voor het kind zorgt een paar avonden per week 'tijd voor elkaar' te geven. Type B: ik ben er om een vrouw die dag en nacht voor de kinderen zorgt 'tijd om adem te halen' te geven. Type C: ik ben net als al het andere personeel aangenomen om met z'n allen vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week te zorgen voor 'tijd voor mezelf' voor een vrouw die niet werkt en niet voor de kinderen zorgt en wier tijdsbesteding voor ons allemaal een mysterie blijft.
'Het bureau zei dat je kon koken. Is dat zo? Koken?' vraagt een in Pucci gestoken moeder bij de volgende hoek.
Moeder type A werkt zelf ook en zal me als een beroepskracht en met respect behandelen. Ze weet dat ik mijn werk kom doen en na een grondige rondleiding zal ze me de lange lijst noodtelefoonnummers geven en zich uit de voeten maken. Dat is het beste begin waar je als nanny op kunt hopen. Het kind blijft hooguit een kwartier snikken en voor je het weet hebben we dikke pret met de Play-Doh.
Moeder type B werkt misschien niet in een kantoor, maar brengt genoeg tijd met haar kind door 0m te weten wat voor werk het is, en na een middag samen in het appartement spelen, vragen de kinderen al wanneer ik weer kom.
'Daar staat het nummer van de stomerij, de bloemist en de cateraar.'
'En de dokter voor de kinderen?' vraagt de Mexicaanse vrouw naast me zacht.
'O. Dat geef ik je volgende week wel.'Laat ik zeggen dat de nukken erger worden naarmate je dichter bij type C komt. Het enige waar je in liet begin bij moeder C zeker van kunt zijn, is dat baar enorme onzekerheid iedereen dwingt tot de langste inwerktijd die maar mogelijk is.
Ik duw de dikke glazen deur van de patisserie open en zie Mrs X, die er al zit en haar eigen lijst doorneemt. Ze staat op en ik zie dat ze een knielang lavendelblauw rokje aan heeft dat precies past bij het vest dat om haar schouders hangt. Nu ze haar jeugdige, witte zomerjurk niet meer aan heeft, ziet ze er ouder uit dan in het park. Ondanks haar meisjesachtige paardenstaart vermoed ik dat ze voor in de veertig is. 'I Ia, Nanny. Fantastisch dat je vroeg kon komen. Wil je koffie?'
'Dat klinkt prima, dank u,' zeg ik, terwijl ik met mijn rug naar de houten lambrisering ga zitten en een damast servet over mijn knieën uitvouw.
'Kelner, nog een café au lait en kun je ons een mand brood brengen?'
'Nee, dat hoeft echt niet,' zeg ik.
'Ja, ja, ze hebben hier zalig brood. Zo kun je kiezen wat je wilt.' De kelner brengt een Pierre Deux-mand vol broodjes en potjes jam. Ik neem een brioche.
'Ze hebben bier ook fantastisch gebak,' zegt ze, terwijl ze een croissant pakt. Wat me eraan herinnert, ik heb liever niet dat Grayer dingen van witte bloem eet.'
'Natuurlijk niet,' mompel ik met mijn mond vol.
'Heb je een leuk weekend gehad?'
Snel slik ik mijn brood door. 'Sarah, mijn beste vriendin van Chapin, gaf gisteren een afscheidsfeestje voordat iedereen weer met zijn colleges begint. Nu zijn alleen de mensen in Californië en ik over, we hebben tot oktober vrij! Zeg tegen Grayer dat hij aan Stanford móet gaan studeren,' lach ik.
Ze glimlacht.
'Waarom ben je van Brown overgestapt?' vraagt ze, een snik van haar croissant trekkend.
'Aan de NYU hadden ze meer keuze in de richting kinderstudies,' zeg ik. Ik ben op mijn hoede, voor het geval ik met een fervent Brown- alumnus te maken heb en praaHiever niet over de menselijke uitwerpselen in de huiskamer naast de mijne of over de reeks onderhoudende anekdotes die ik over Brown kan vertellen.
'Ik wilde dolgraag naar Brown,' zegt ze.'O ja?' 'Maar ik heb een beurs voor Connecticut gewonnen.' Ze laat de croissant vallen en speelt met het diamanten hart dat aan haar ketting bungelt.
'Goed zeg,' zeg ik, en probeer me voor te stellen wanneer zij ooit een beurs nodig gehad kan hebben om iets te doen.