Brainwash(74)
Naomi knikt verbaasd.
‘Ik heb een aangetekende brief voor je,’ zegt de postbode. ‘Hier een krabbeltje graag.’ Hij overhandigt haar een pen.
Naomi zet haar handtekening, pakt de brief en loopt naar binnen. advocaat rozen, staat erboven. Wat kan dat nou zijn? Ze scheurt de brief open. Haar ogen glijden over de regels en dan verbleekt ze. Trillend zakt ze op de bank neer en ze belt haar moeder. ‘Mam… ik… Ik krijg net een brief.’
‘Kind, jij ook al? Ik weet wat erin staat. Wij hebben vanochtend ook zo’n brief gekregen. Ik ben meteen naar oom Evert gerend. Hij wist ook niet wat hij las.’
‘En Steven? Hoe reageerde Steven? Of weet hij het nog niet?’
‘Steven zei niets. Hij liep weg en even later zag ik hem wegfietsen. Die arme jongen! Dat dit ons moet overkomen! Ik ben blij dat je vader dit niet hoeft mee te maken. Zijn boerderij! Dat mijn eigen dochter zoiets…’
‘Mam, dit kan Elise niet menen. Ze weet toch wel wat ze ons hiermee aandoet? Zo is ze niet. Dit heeft ze nooit zelf bedacht.’
‘Nee, kind, dat zei oom Evert ook al. Ze moet daar weg.’
‘Daar is Jelle al mee bezig, mam. Hij infiltreert in de Ark om zo contact met Elise te krijgen. Hij haalt haar eruit, mam, geloof me. Jelle is een kanjer.’
‘Wil je geloven dat ik helemaal uit mijn doen ben? Zo radeloos heb ik me nog nooit gevoeld, niet eens na de dood van je vader. Ik ben helemaal lamgeslagen.’
‘Het gaat niet door, mam. Je zult zien dat Elise over een paar dagen weer gewoon hier is. Vertrouw me maar. Jelle komt straks thuis met nieuws.’
‘Ik hoop het, kind. Ik hoop zo dat het goed nieuws is. Ik vind het zo erg voor Steven. Die jongen heeft zo’n klap gekregen. O, Naomi… waar hebben we dit aan te danken? Ik ben toch altijd goed voor je zus geweest…’
‘Niet huilen, mam. Het komt goed.’
Wat afschuwelijk. Als Naomi heeft opgehangen, is ze helemaal opgefokt. Ze ijsbeert door de kamer heen en weer. Wat een schorem. Dat ze haar zus zover hebben gekregen dat ze haar handtekening heeft gezet! Ze pakt de brief. Ja, het is Elises handtekening. Hoe heeft ze dit kunnen doen?
Voor het eerst sinds haar verkering met Jelle mist Naomi Eric. Ze zou hem meteen hebben gebeld en dan had hij haar gerustgesteld. Hij was onmiddellijk met haar naar de boerderij gegaan om Steven en haar moeder op te vangen. Eric was altijd heel daadkrachtig. Stel je voor dat Jelle geen goed nieuws heeft, dat hij niet tot Elise kan doordringen. Nee, zo moet ze niet denken. Dat zei Eric altijd: niet meteen uitgaan van het negatieve. Dan maak je jezelf gek. Ze moet ervan uitgaan dat het goed komt.
Naomi kijkt op de klok. Nog tien minuten en dan is Jelle hier en weet ze meer. Het huis is een bende. Ze wilde vanochtend opruimen, maar ze komt tot niets. Ze is rusteloos. Ze gaat zitten en dan staat ze gelijk weer op. Ze banjert door het huis, van de kamer naar de keuken en weer terug. Nu staat ze weer in de tuin. Wat moet ze in godsnaam doen?
Haar mobiel gaat. Het is Froukje. ‘Ik word gek!’ zegt ze. ‘Ik krijg net een brief van een advocaat. Elise eist haar kindsdeel op.’
‘Wat?’ roept Froukje.
‘O, sorry, de bel gaat. Daar heb je Jelle. Ik bel je nog.’
Ze hangt op en rent naar de deur. Ze valt meteen Jelle om de hals. ‘Ik ben zo blij dat je er bent!’ Ze kust hem en loopt door naar de kamer. ‘Elise is gek geworden.’ Ze pakt de brief en geeft die aan Jelle.
Hij leest de brief aandachtig door.
Naomi verwacht dat hij begint te vloeken en te tieren, maar hij kijkt haar alleen aan. Zijn blik! Hij ziet er heel anders uit, heel ver weg.
‘Ik word gek,’ zegt ze. ‘Dat tuig maakt alles kapot. Zeg iets, zeg iets, alsjeblieft. Je was toch in de Ark?’
Jelle knikt.
‘Gaat het lukken?’ Ze pakt zijn handen. ‘Zeg me dat het gaat lukken.’ Maar Jelle zegt nog steeds niets.
‘Mijn god!’ roept Naomi. Haar ogen worden groot van schrik. ‘Je bent bij haar geweest en het helpt dus niet! Ze hebben mijn zus gebrainwasht, maar alsof dat nog niet genoeg is, maken ze mijn moeder en broer ook kapot. Elise moet dat weten. Ze weet dat ze dat geld niet hebben. We hebben er laatst nog over vergaderd. Als het jou niet lukt haar te overtuigen, ga ik er zelf heen.’
Jelle staat daar maar. Waarom reageert hij zo lauw?
Haar mobiel gaat. Het is oom Evert.
‘Hoi, oom.’
‘Naomi, lief kind, ik hoorde van je moeder dat je vriend in die sekte infiltreert.’
‘Dat klopt. Hij komt net thuis.’
‘Heeft hij nieuws?’
‘Nee, niet echt. Zal ik hem even geven? Dan kan hij het u zelf vertellen. Jelle, wil je even met mijn oom praten?’
‘Ik heb niets te zeggen,’ zegt Jelle. ‘Op dit moment zie ik geen uitweg.’