Reading Online Novel

Brainwash(75)



‘Oom Evert, hoort u wat Jelle zegt? Wat moeten ze nu?’

‘Ik laat het er in elk geval niet bij zitten, kind. Je hoort nog van me.’

Naomi hangt op. ‘Ik vind het heel erg voor mijn oom. Niemand heeft meer zin in hun feest. Dat Elise niet nadenkt! Ze lijkt wel gek geworden. Hoe was ze?’

‘Nou, eh, eigenlijk ging het wel goed met haar,’ zegt Jelle. ‘Zo te zien dan, hè? Ik vond haar niet gek. Het is een keuze, Naomi. Ik ben bang dat je dat zult moeten respecteren.’

‘Respecteren?!’ roept Naomi. ‘Weet je wel wat je zegt? Moet ik mijn zus respecteren die met een stelletje engerds aanpapt? Die zover gaat dat ze haar moeder en haar broer dakloos maakt? Weet je wel wat dit voor Steven betekent? Hij zal de boerderij moeten verkopen, zijn droom waar hij zich alles voor heeft ontzegd. Hij komt met lege handen op straat te staan. En mam moet zeker in een of andere woonwijk gaan wonen? Dat Elise dat durft tegenover onze vader! De boerderij was zíjn levenswerk. En dat moet ik respecteren?’ zegt ze woedend.

Als Jelle zijn ogen neerslaat zegt Naomi: ‘Sorry. Het is superlief wat je voor me doet, ik mag ook niet kwaad op jou zijn.’ Ze slaat haar armen om hem heen.

Jelle zegt nog steeds niets. Waarom drukt hij haar niet tegen zich aan, juist nu ze hem zo hard nodig heeft?



Het is nu twee dagen geleden dat Jelle bij Naomi was. Daarna heeft ze niets meer van hem gehoord. Voor de zoveelste keer probeert ze hem te bellen, maar zijn mobiel staat uit. Ze snapt best dat hij niet kan bellen als hij in de Ark is. Maar overdag, als hij de vorige keer op de kwekerij werkt, zal er toch wel een minuutje zijn om een sms’je te sturen? Het zit haar niet lekker, vooral omdat hij de vorige keer al zo vreemd en afstandelijk deed. Hij was helemaal niet de Jelle die ze kende. Hij leek uit zijn doen, en dat is misschien niet eens zo gek. Hoe zou ze het zelf vinden om in de Ark te infiltreren? Hij is een heel gevoelig mens, daar is ze inmiddels ook wel achter. Ze had zijn aanbod misschien niet mogen aannemen. Ze heeft helemaal niet nagedacht wat het voor hem betekent. Ze is alleen maar met Elise bezig geweest, omdat ze haar zo graag terug wil hebben. Als het ten koste van Jelle gaat, zou het wel heel erg zijn. Maar hij had het zelf aangeboden. Ze had hem echt niet zoiets durven vragen.

Naomi ruimt de kamer op. Wat moet ze anders? Ze pakt de stofzuiger en zet die aan. Het werd tijd ook, want de vloer ligt bezaaid met kruimels. Ineens zet ze de stofzuiger weer uit. Toch wel raar dat ze helemaal niets van Jelle heeft gehoord. Zo meteen is er iets ergs gebeurd. Hoe lang blijft ze nog wachten tot ze iets onderneemt? Hij is al twee nachten niet thuisgekomen. Hij kan wel een ongeluk hebben gehad en… Niet weer!

Even raakt ze in paniek. Ze gaat Jelle niet ook verliezen. Niet aan denken, zegt ze tegen zichzelf. Als er iets was gebeurd, had ze het wel gehoord. Toen met Eric werd er meteen gebeld. Maar dan bedenkt ze dat Eric van alles bij zich had. Jelle heeft niet eens zijn ID-bewijs op zak.

Gadver, het laat haar niet los. Ze wordt met de seconde gestrester. In gedachten ziet ze zich al bij zijn graf staan. Ophouden, zegt ze tegen zichzelf. Ze moet het uitzoeken. Als ze naar de kwekerij van Rafaël gaat, komt ze zo te weten waar hij is. Het kan best zijn dat hij daar gewoon aan het werk is. Zijn mobiel kan wel kapot zijn. Ze wil het weten! Nu!

Een paar minuten later zit ze op de fiets. De liefde heeft twee kanten: aan de ene kant is ze blij met Jelle, maar daar staat de angst om hem kwijt te raken tegenover. Is ze nu niet een beetje hysterisch bezig? Ze weet dat ze er niks aan kan doen; het komt door wat ze met Eric heeft meegemaakt. Ze zal nooit meer zo onbevangen zijn als voor zijn dood. Laat ze het maar positief bekijken. Het bewijst wel dat Jelle heel veel voor haar betekent.

Wat een roteind. Ze is nog niet eens halverwege. Dat Jelle dat eind elke dag moet fietsen! De schat, daar klaagt hij niet eens over. En dat allemaal voor haar. Ze moet zich wel goed voorbereiden op haar bezoek aan de kwekerij. Het moet niet zo zijn dat ze meteen begint te schelden op Rafaël, want daar schiet ze niks mee op. Haar mobiel gaat. Shit, weer geen Jelle.

‘Hoi, Froukje.’

‘Heb je al iets gehoord van Jelle?’

‘Nee. Ik ben onderweg naar de kwekerij. Ik maak me ongerust.’

‘Ben je gek geworden? Wat ga je daar doen?’

‘Wat denk je? Kijken of Jelle er is. Ik ben er bijna. Ik zal je straks bellen als ik wat te melden heb.’

‘Nee, gek, keer om, nu! Je gaat alles verpesten. Rafaël kent jou toch? Dan weet hij toch wat Jelle van plan is?’

Naomi schrikt zich dood. Froukje heeft gelijk; daar heeft ze helemaal niet aan gedacht. ‘Wat erg! Ik was zo ongerust dat ik bijna het hele plan had verpest.’

‘Dat is niet zo gek,’ zegt Froukje. ‘Jij hebt al een keer iets verschrikkelijks meegemaakt. Daar had Jelle aan moeten denken. Wat is het nou voor moeite om even een sms’je te sturen? Zal ík naar de kwekerij gaan? Mij kent Rafaël niet.’