Blauwe maan(58)
Als de bel gaat, volg ik hem. Ook tijdens de gymles houd ik hem in de gaten, wat vrij goed gaat omdat ik niet meedoe. Ik blijf buiten zijn lokaal rondhangen, ook al zou ik op de atletiekbaan moeten zijn. Ik glip uit het zicht zodra iemand komt controleren of de gangen leeg zijn, en neem mijn plekje weer in zodra dat kan. Ik staar naar hem door het raam en luister al zijn gedachten af. Ik gedraag me precies als de stalker die hij denkt dat ik ben. Ik heb geen idee of ik me beter moet voelen of niet als ik merk dat zijn aandacht niet uitsluitend naar Stacia is verschoven. Hij wordt geprikkeld door iedereen die er een beetje goed uitziet en in de buurt zit – tenzij ik dat ben, natuurlijk.
Het derde uur blijf ik ook bij hem in de buurt, maar daarna verschuif ik mijn aandacht naar Roman. Ik kijk hem strak aan terwijl ik naar mijn plek loop en ik draai me opzichtig om en laat hem merken dat ik hem zie zodra ik voel dat hij naar me kijkt. Zijn gedachten over mij zijn even kinderachtig en seksistisch als die van Damen over Stacia, maar ik geef geen krimp en ik bloos niet. Ik blijf maar knikken en glimlachen, vastberaden het vol te houden. Want als ik echt wil weten wie hij is en waar hij vandaan komt, dan kan ik hem niet blijven ontlopen.
De bel voor de lunch gaat en dit keer besluit ik uit de rol van verstoten debiel te stappen, ook al heb ik die niet vrijwillig op me genomen. Ik loop naar de aaneengeschoven tafels en doe mijn best het rare gevoel in mijn maag te onderdrukken. Ik zoek een plek, zodat ik bij de rest van mijn klasgenoten kan zitten.
Roman knikt als hij me ziet aankomen. Jammer genoeg is hij er lang niet zo verbaasd over als ik had gehoopt.
‘Ever!’ Hij grinnikt en klopt met zijn hand op de lege plek naast hem. ‘Ik heb het me dus niet verbeeld. We hadden echt een momentje samen in de klas.’
Ik pers er een glimlach uit en ga naast hem zitten, al glijdt mijn blik automatisch naar Damen voor ik me dwing weer weg te kijken. Ik moet me concentreren op Roman en ik mag me door niets laten afleiden.
‘Ik wist wel dat je van gedachten zou veranderen, love. Jammer dat het zo lang heeft moeten duren. Nu moeten we al die verloren tijd inhalen.’ Hij buigt naar me toe en zijn gezicht is zo dichtbij dat ik alle vlekjes in zijn iris kan zien. Ik kan makkelijk verdrinken in die paarse kleur…
‘Dit is fijn. Vind je het niet fijn? Iedereen samen, geen onenigheid. En al die tijd was het wachten op jou. Maar nu je er bent, is mijn missie geslaagd. En jij geloofde niet dat het me zou lukken.’ Hij houdt zijn hoofd achterover en begint te lachen. Zijn ogen zijn dicht, zijn tanden zichtbaar en zijn warrige haar reflecteert het zonlicht. Het is vreselijk dit toe te geven, maar hij fascineert me.
Niet op dezelfde manier als Damen, hoor. Hij komt niet eens in de buurt. Roman is knap op een manier die me doet denken aan mijn oude leventje. Zijn charme is oppervlakkig en zijn aantrekkingskracht is nep, maar daar zou ik toen wel voor gevallen zijn. In de tijd dat ik niet verder keek dan de eerste indruk en alles maar voor lief nam.
Hij neemt een hap van zijn Mars en ik werp een vlugge blik op Damen. Zijn aantrekkelijke, donkere uiterlijk roept zo’n sterk verlangen in me op dat ik er niet tegen kan. Ik zie hoe hij wild met zijn armen beweegt terwijl hij Stacia vermaakt met een stom verhaal. De inhoud ervan interesseert me voor geen meter, maar ik denk meer aan die handen en hoe ze aanvoelen op mijn huid…
‘… maar eh, hoe fijn ik het ook vind dat je bij ons komt zitten, ik vraag me toch af wat er echt aan de hand is,’ zegt Roman met een priemende blik.
Ik kijk nog steeds naar Damen en zie hoe hij zijn lippen tegen Stacia’s wang drukt voor hij naar haar oor beweegt en via haar nek omlaag glijdt…
‘Ik wil graag geloven dat je je niet langer kon verzetten tegen mijn charme en onmiskenbaar geweldige uiterlijk, maar ik weet wel beter. Dus zeg het eens, Ever. Wat is er?’
Roman gaat een tijdje zo door en ik hoor zijn stem als een vaag, constant gezoem ergens op de achtergrond. Maar ik kan het makkelijk uitschakelen. Mijn ogen laten Damen niet los – de liefde van mijn leven, mijn eeuwige zielsverwant, die niet eens lijkt te merken dat ik besta. Mijn maag verkrampt als ik zijn lippen Stacia’s sleutelbeen zie strelen voor hij teruggaat naar haar oor. Zijn lippen bewegen voorzichtig terwijl hij iets fluistert. Hij probeert haar over te halen de rest van de lessen te laten voor wat ze zijn, zodat ze naar zijn huis kunnen gaan…
Wacht eens – overhalen? Hij moet haar nog overtuigen? Betekent dat dan dat ze niet meteen meewerkt en niet alles doet wat hij maar wil?
Ben ik dan de enige die dacht dat hij haar allang besprongen had?
Net als ik Stacia’s energieveld zoek en wil selecteren om te horen waarom ze doet alsof ze zo moeilijk te krijgen is, tikt Roman me op mijn arm. ‘Ah, toe nou, Ever. Doe niet zo verlegen. Vertel me waarom je nu opeens wel hier komt zitten. Waardoor heb je je uiteindelijk laten overhalen?’