Reading Online Novel

Blauwe maan(12)



‘Het zit in mijn rugzak.’ Hij haalt zijn schouders op.

‘Dan ga je het halen.’

‘Ever, doe normaal. Wat is er toch…’

Ik sla mijn armen over elkaar en geef een knikje naar de deur. ‘Ga je gang. Ik wacht wel.’

Miles schudt zijn hoofd en verdwijnt het lokaal in. Een ogenblik later duikt hij weer op met een venijnige uitdrukking op zijn gezicht en een wit tubetje in zijn hand. ‘Hier. Heb je nou je zin?’ Hij gooit het naar me toe.

Ik vang de tube en onderzoek hem aandachtig terwijl ik hem tussen mijn duim en wijsvinger laat ronddraaien. Het is een bekend cosmeticamerk en komt uit een winkel waar ik ook vaak naartoe ga. Toch begrijp ik niet hoe dat kan.

‘Voor het geval je het vergeten bent: de uitvoering van het toneelstuk is morgenavond en ik kan dit soort extra stress en gedoe missen als kiespijn. Dus als je het niet erg vindt…’ Hij houdt zijn hand op met de palm naar boven, tot ik hem de zalf teruggeef en hij weer terug kan naar zijn les.

Maar zo snel wil ik de tube nog niet afstaan. Ik zoek nog een keer goed naar een piepklein gaatje van een naald of iets anders. Ik moet kunnen bewijzen dat er met de inhoud geknoeid is, dat het zalfje niet is wat het lijkt.

‘Vanmiddag tijdens de lunch merkte ik dat jij en Damen niet meer zo klef doen de hele tijd. Ik wilde je bijna een high five geven, maar nu lijkt het erop alsof er iets veel ergers voor in de plaats is gekomen. Waar ben je mee bezig, Ever? Schroef het dopje eraf en neem wat zalf of geef me die tube terug.’

Dat doe ik niet meteen. Eerst klem ik de tube in mijn handpalm en probeer de energie van het voorwerp te ‘lezen’. Maar het is gewoon een tubetje met zalf. Alleen werkt deze toevallig wel.

‘Zijn we nou klaar?’ Hij kijkt me fronsend aan.

Ik trek mijn schouders op en geef hem de zalf terug. Dat ik me kapot schaam is nog zachtjes uitgedrukt. Maar als Miles de tube in zijn zak stopt en naar de deur loopt, hoor ik mezelf zeggen: ‘Dus het is je opgevallen?’ De woorden voelen warm en branderig in mijn keel.

‘Wat is me opgevallen?’ Hij blijft geërgerd staan.

‘Dat we dit keer niet meer zo… klef deden, zoals jij dat noemt?’

Miles draait zich om en slaat zijn ogen naar het plafond voor hij me met een overdreven zucht aankijkt. ‘Ja, dat heb ik gemerkt, ja. Ik dacht dat het kwam omdat je mijn dreigement serieus nam.’

Ik kijk hem aan.

‘Vanochtend, toen ik zei dat Haven en ik niet meer met jullie willen praten tot jullie ophouden met dat plakkerige…’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Wat maakt het ook uit. Mag ik nu alsjeblieft weer naar binnen?’

‘Sorry.’ Ik knik. ‘Het spijt me dat ik…’

Voor ik mijn zin kan afmaken, is hij al verdwenen. De deur valt achter hem dicht.





Zes


Wanneer ik bij het tekenlokaal aankom voor het zesde uur, zie ik tot mijn opluchting dat Damen er al is. Meneer Robins heeft ons behoorlijk beziggehouden tijdens Engels en bij de lunch hebben we nauwelijks een woord gewisseld, dus ik ben er wel aan toe weer met hem samen te zijn. Voor zover dat lukt in een ruimte met dertig klasgenoten.

Nadat ik mijn schort heb aangetrokken en mijn spullen uit de kast heb gepakt, zakt de moed me in de schoenen. Weer moet ik toekijken hoe Roman mijn plaats inneemt.

‘O, hallo, Ever.’ Hij knikt en zet zijn hagelwitte schildersdoek neer op mijn ezel terwijl ik naast hem sta met mijn spullen in mijn armen. Ik staar naar Damen, maar die gaat volledig op in zijn schilderij en ziet me niet eens staan.

Net als ik Roman wil vragen op te hoepelen, schieten Havens woorden me te binnen. Zij denkt dat ik een hekel heb aan nieuwelingen. Bang dat ze gelijk krijgt, tover ik een glimlach op mijn gezicht en ik zet mijn canvas neer op de ezel aan de andere kant naast Damen. Ik neem me bovendien voor morgen eerder te zijn, zodat ik mijn eigen plekje kan opeisen.

‘Vertel me eens, wat zijn we hier aan het doen, love?’ vraagt Roman met een penseel tussen zijn tanden geklemd, kijkend van mij naar Damen en terug.

Dat is trouwens ook zoiets. Normaal gesproken vind ik een Brits accent heel aantrekkelijk. Maar bij Roman irriteert het me mateloos. Dat komt waarschijnlijk omdat het zo nep is als het maar zijn kan. Dat is overduidelijk omdat hij het alleen maar laat horen wanneer hij cool wil overkomen.

Na die gedachte voel ik me meteen weer schuldig. Heel erg je best doen om cool over te komen is een teken van onzekerheid, dat weet iedereen. En wie is er nou niet onzeker op zijn eerste dag op een nieuwe school?

‘We zijn bezig met de “ismes”,’ antwoord ik, vastbesloten om vriendelijk te doen en het knagende gevoel in mijn maag te negeren. ‘Vorige maand mochten we er zelf een uitkiezen. Deze maand doen we met z’n allen fotorealisme omdat niemand dat gekozen heeft.’