Reading Online Novel

Blauw water(3)



Er verschijnt iets wilds in de ogen van de man. ‘Hou op! Stil! Ophouden!’

In plaats daarvan begint Anouk te huilen en holt naar haar moeder toe. Lisa probeert haar met geruststellende woordjes te kalmeren, al kan ze niet voorkomen dat haar eigen knieën knikken. Als er één gelegenheid is om ervandoor te gaan, dan is het deze.

Zonder de man uit het oog te verliezen, bevrijdt ze zich zo rustig mogelijk van de knellende armpjes van haar dochter. En dan vlucht ze.

Met Anouk aan de hand rent ze naar de keuken, naar buiten, de tuin in. Net als ze denkt dat ze een kans maken, wordt ze bij haar haren gegrepen en tegen de grond geschopt. ‘Rennen, Anouk! Ga naar buurvrouw Roos!’ gilt ze.

Een eindje verderop blijft Anouk onzeker staan. Buurvrouw Roos woont een heel eind verderop, waar ze normaal gesproken niet mag komen. Haar gezicht is één groot vraagteken, gevormd door de verwarring en onwil om haar moeder achter te laten.

Ruw trekt de man Lisa mee terug de keuken in en werpt Anouk een dreigende blik toe.

‘Staan blijven!’

‘Mama!’ Anouks stem klinkt huilerig.

‘Wegwezen, Anouk! Ren zo hard je kan!’ schreeuwt Lisa voor ze de keuken in verdwijnt.

Geknerp van Anouks rennende voetjes op het grindpad. Even is Lisa opgelucht, dan ziet ze een vuist op haar gezicht afkomen. Het plafond en de keukenvloer wisselen van plaats, te midden van een explosie van pijn. De keukenvloer is hard, maar dat duurt maar even. Wat volgt is een genadig zachte duisternis.

Als Lisa bijkomt, ligt ze op de bank en hoort ze het journaal op televisie. Een zacht gejammer bereikt haar oor. ‘Mama, mama, wakker worden. Je neus bloedt, mama.’ Met de mouw van haar pyjama veegt Anouk zachtjes het bloed van haar moeders gezicht.

Geen plekje op haar gezicht is zonder pijn, maar ze is meteen alert. ‘Waar is hij?’ fluistert ze.

Anouk knikt in de richting van de keuken. ‘Hij heeft alle deuren en ramen op slot gedaan,’ zegt ze met een beverig stemmetje. ‘En hij heeft de messen uit de keuken gepakt.’

‘Die aan de muur?’

‘En de gewone messen waar we mee eten.’

Met een zacht gekreun sluit Lisa haar ogen. Het ziet ernaar uit dat die schoft voorbereidingen aan het treffen is voor een langer verblijf. Ze moeten hier weg, maar hoe kom je een huis uit waarvan alle deuren en ramen op slot zitten?

Haar ogen zoeken die van haar dochter. ‘En boven? Is hij ook boven geweest?’

‘Overal. Hij rende heen en weer.’

Zo te merken heeft hij zijn tijd nuttig besteed terwijl zij bewusteloos was. Dat is geen goed teken. Waar is de draagbare telefoon? De standaard is leeg.

‘Pak mijn mobieltje. Dat ligt op het dressoir,’ zegt ze zacht.

Een kort hoofdschudden van Anouk ontneemt haar die hoop.

‘Hij heeft het in zijn zak gestopt. En de gewone telefoon ook.’

Verslagen laat Lisa zich terugzakken op de bank en probeert na te denken, gebruik te maken van het feit dat die vent niet weet dat ze bijgekomen is en dus een nieuwe ontsnappingspoging kan wagen.

De garage. Als ze in de garage kunnen komen, zijn ze gered. Haar auto staat daar, met de sleutels in het contact. De ingang naar de garage zit in de bijkeuken en die kan niet op slot. Ze is al heel lang de sleutel kwijt en heeft nooit de moeite genomen er een ander slot op te zetten. Als die kerel de keuken uit gaat, kunnen ze naar de garage sluipen.

‘Anouk,’ fluistert ze.

Meteen komt Anouks gezicht zo dichtbij dat hun neuzen elkaar raken. ‘Ja?’ fluistert ze terug.

‘Ik ga doen alsof ik weer bewusteloos ben, dan laat hij ons met rust. Dus je moet niet laten merken dat ik wakker ben, oké?’

‘Oké,’ fluistert Anouk.

‘Als hij uit de keuken weg is, moet je me heel zachtjes waarschuwen, goed?’

‘Goed.’

Lisa sluit haar ogen.

‘Mama?’

‘Sst.’

Doodstil zit Anouk naast haar moeder op de bank en Lisa kan haar ontroering nauwelijks de baas. Haar lieve, grote, kleine, moedige dochter. Wat een enorme hufter moet je zijn om een kind dit aan te doen. Wat er ook gebeurt, ze zal er persoonlijk voor zorgen dat hij Anouk niets aandoet, al moet ze zijn ogen uitkrabben.

Er klinken voetstappen op het parket. Hij is terug. Een paar seconden gebeurt er niets, waarschijnlijk kijkt hij naar haar. De ragfijne openingen van haar wimpers onthullen zijn gestalte maar meer ook niet. Hoe is zijn gezichtsuitdrukking? Wat is hij van plan? Anouks ruggetje tegen haar buik is vertrouwd en warm, maar maakt tegelijkertijd al haar beschermdriften en een enorme kwetsbaarheid in haar los. Dan gaan de voetstappen verder, naar het eetgedeelte, de hal. Ze voelt dat Anouk zich een kwartslag omdraait.

‘Mama, hij is weg.’

In de hal gaat de deur van het toilet open en even later klinkt een klaterend geluid in de wc-pot. Voorzichtig komt Lisa overeind en zet haar voeten op de grond.