Reading Online Novel

Zoete overgave(70)



‘Waarom heb je het nooit over je moeder?’ vroeg hij.

Ze verstijfde en vervloekte het feit dat ze had gedacht dat niets dit moment zou kunnen verpesten.

‘Ik heb het niet graag over haar.’

De borstel bewoog door haar haar, de tanden krasten zacht over haar rug. Hij wijdde zich zwijgend aan zijn taak.

Ze liet haar schouders iets zakken. Dat was niet eerlijk. Ze had hem persoonlijke vragen gesteld. Als ze wat van deze relatie wilden maken, dan moest ze eerlijk zijn. Zelfs al vond ze het afschuwelijk dat hij iets over haar jeugd en haar moeder zou weten.

‘Dat was niet netjes van me,’ zei ze zacht. ‘Het spijt me. Ik vind het alleen verschrikkelijk om het over haar te hebben.’

‘Ik begrijp het,’ zei hij.

‘Het is een lang verhaal.’

‘We hebben de hele nacht,’ zei hij simpelweg.

De stille acceptatie in zijn stem gaf haar moed. Hij eiste niet meer van haar dan ze wilde geven en dat zorgde ervoor dat ze hem juist alles wilde geven.

Hij liet de borstel op de planken vloer vallen, maar bleef met haar haar spelen en masseerde haar hoofdhuid.

‘Mmm. Als je dat blijft doen, vertel ik je alles wat je maar wilt weten,’ zei ze.

Hij grinnikte, maar ging door met zijn zachte, knedende bewegingen. Hij ging langzaam naar haar nek en daarna naar haar schouders.

Ze zuchtte van genot. ‘Pop is niet mijn echte vader. Wacht, dat is niet waar. Hij is wél mijn echte vader, de enige vader die ik ooit heb gekend. Maar hij is niet mijn biologische vader.’

Hij liet niet blijken dat dit hem verraste, maar zette zijn rust­gevende massage voort. Hij zei niets, gaf geen respons, maar wachtte tot ze verderging.

Ze ontspande zich. ‘Mijn moeder, tja, ik weet eigenlijk niet hoe ik haar moet omschrijven. Ze heeft haar hele leven al haar kop in het zand gestoken. Ze loopt altijd in zeven sloten tegelijk. Ze is impulsief en roekeloos, en weigert de gevolgen van haar daden te accepteren.’

‘Dan lijkt ze op veel mensen die ik ken,’ zei hij droogjes.

Ze knikte. ‘Ik was van jongs af aan de sterkste in ons “gezin”. Ik begreep toen niet dat onze relatie totaal anders was dan andere moeder-dochterrelaties. Ik probeerde gewoon een zo goed mogelijke dochter voor haar te zijn. Als er geen eten in huis was deed ik allerlei karweitjes, zoals oppassen bij de buren, zodat we geld hadden om eten te kopen. Ik herinner me dat ik haar hoofd vasthield als ze na een nacht zuipen moest kotsen, maar ik besefte natuurlijk niet dat ons geld op die manier verdween.’

Gray maakte een verafschuwd geluid. ‘Jezus, Faith. Hoe oud was je?’

Ze schokschouderde. ‘Negen, misschien tien, ik weet het niet precies.’

Zijn handen verstrakten op haar schouders en zijn bewegingen werden troostender, alsof hij begreep hoe moeilijk het voor haar was om over haar moeder te praten.

‘Toen ik veertien was, kwam ze Pop tegen en trouwden ze. Ik was zo blij. Ik was meteen dol op Pop. Hij was zo lief voor me en accepteerde me als zijn eigen dochter. Ik was hevig verliefd op Connor. Welk veertienjarig meisje was dat niet geweest? Hij was vierentwintig, net afgezwaaid en hij was aardig voor me. Hij behandelde me niet alsof ik een lastpost was. Voor het eerst had ik de familie waar ik altijd naar had verlangd.’

‘Wat gebeurde er?’

Faith zuchtte. De herinnering aan die nacht had nog altijd een grote impact op haar. Dat was de ergste herinnering uit haar jeugd. Erger nog dan alle teleurstellingen die haar moeder haar had bezorgd.

‘Op een nacht kreeg ze het op haar heupen. Ze haalde me midden in de nacht uit bed en we vertrokken. Ik was er kapot van. Ik wilde helemaal niet gaan en vroeg haar of ik mocht blijven. Ze dwong me mee te gaan, en ik weet dat ze dat deed omdat er verder niemand was die voor haar zou zorgen. Ik was zo kwaad. Pop was zo goed voor haar. Hij zou voor haar hebben gezorgd als ze dat had toegestaan. Maar ze moest het weer eens verneuken. Ze kon het gewoon niet hebben dat er misschien eens een keer iets goed ging voor ons.’

Zijn handen bleven op haar schouders liggen en zijn greep verstrakte. ‘Waar gingen jullie heen? Wat heb je gedaan?’

De tranen prikten in haar ogen. ‘Terug naar ons oude leventje. Om de paar maanden verhuizen als we weer eens uit huis werden gezet. Het was niet mogelijk om terug te gaan naar school. Ik moest te hard werken om eten te kunnen kopen en om een dak boven ons hoofd te houden.’

Gray vloekte.

‘Ongeveer een jaar later begon ze drugs te gebruiken. Dat was geen grote schok. Ik moest het geld voor haar verbergen, want anders had ze alles aan verdovende middelen uitgegeven. Ik haatte haar. Ik wilde bij haar weglopen.’

‘Waarom heb je dat niet gedaan?’

‘Ik was jong. Bang. En ik kon nergens heen. Er was niemand op wie ik kon rekenen. En boven alles was er dan nog het feit dat ze toch mijn moeder was. Ik kon haar niet achterlaten omdat ik wist dat ze het zonder mij niet zou redden.’