Wraak & verlangen(98)
Eigenlijk had ze zich geen zorgen hoeven maken dat hij te hoge verwachtingen had, dacht ze. De afgelopen weken had ze namelijk gezien dat Antonio zich tot een fantastische vader ontwikkelde. En Lydia aanbad hem. Misschien dat hij zich in eerste instantie nog verplicht had gevoeld om hen goed te leren kennen, maar inmiddels was de liefde wederzijds.
En wat haarzelf betrof, zij koesterde zich in het soort geluk waarvan ze nooit had durven dromen. Zes weken geleden waren ze met zijn drietjes naar een villa op een Caribisch eiland gereisd, waar ze een heerlijke vakantie hadden gehad. Hij had haar leren snorkelen en zeilen, en zij had hem laten zien hoe je een zandkasteel maakte. Zelfs met de baby erbij, hadden ze het gevoel gehad dat de vakantie hun wittebroodsweken waren, want er was natuurlijk ook personeel meegegaan.
Er waren dagen geweest dat ze niet verder waren gekomen dan het terras naast hun slaapkamer, en ook dagen waarop ze zich volledig aan de passie hadden overgegeven en nauwelijks uit bed waren gekomen. Inwendig glimlachend observeerde ze hem. Hij was een geweldige minnaar, en op dat gebied schenen ze perfect bij elkaar te passen. Hij kon zijn handen niet van haar afhouden, maar zij leed aan datzelfde euvel. Telkens als ze hem zag, wilde ze hem op de een of andere manier aanraken om zich ervan te overtuigen dat hij nog steeds de hare was.
Na hun vakantie hadden ze veel tijd doorgebracht in het castillo. Sophie had het personeel goed leren kennen en had al een paar semi-formele diners meegemaakt. Daarnaast was ze Spaans aan het leren, wat haar gemakkelijk afging.
Antonio legde Lydia in haar wieg en sloeg daarna zijn armen om zijn vrouw. ‘Lunch…’ gromde hij laag en zacht.
Zijn vertrouwde geur wekte ogenblikkelijk haar verlangen op. Schaamteloos drukte ze zich tegen zijn gespierde lichaam aan.
‘Als je dat blijft doen, komen we pas vanavond weer aan eten toe,’ waarschuwde hij haar hees.
De toon waarop hij sprak en de manier waarop hij haar aankeek met die spectaculaire goudkleurige ogen van hem, deed haar smelten. ‘Ik heb liever jou dan lunch…’ bekende ze blozend.
Een diepe lach ontsteeg aan zijn keel. ‘Je moet speciaal voor mij zijn geschapen, enamorada.’
‘En jij voor mij,’ fluisterde ze.
Eenmaal in de gang veroverde hij haar mond voor een vurige en gulzige kus. ‘Je hebt mijn leven op zijn kop gezet,’ bekende hij ademloos. ‘Maar dat bevalt me wel.’
Voordat ze de slaapkamer hadden bereikt, weerklonk de beltoon van zijn mobieltje. Ze wisselden een geïrriteerde blik uit, en met een zucht nam hij op. Aan zijn blik zag ze dat hij weg moest.
Een oude man, die vroeger hoefsmid bij de Rocha’s was geweest en Antonio al kende toen hij nog een kind was, was al geruime tijd ziek en wilde hem zien.
‘Ik moet echt naar hem toe,’ verkondigde Antonio.
‘Ik begrijp het.’ Ze slikte haar teleurstelling weg en schonk hem een glimlach, want ze was zijn serieuze kant en zijn gevoel voor verantwoordelijkheid gaan waarderen.
Ze opende de slaapkamerdeur en staarde met grote ogen naar de schitterende witte bloemstukken die in elke hoek van de kamer prijkten. De lucht was zwaar van de bloesemgeur. ‘Lieve hemel…’
‘Het moest een verrassing zijn. Ik had je uit de slaapkamer moeten houden, tot ik terug was,’ bromde hij.
‘Maar ik ben pas over een week jarig.’
‘Dat weet ik. Dit is om te vieren dat we twee maanden bij elkaar zijn, querida.’
Het romantische gebaar ontroerde haar. Wat was er gebeurd met hun verstandshuwelijk? Hij had haar gezegd dat ze de oorspronkelijke deal moest vergeten, en daarmee had ze geen moeite gehad, want ze was hopeloos verliefd op hem. Hij had geopperd dat ze van hun huwelijk moesten genieten, en sindsdien was iedere dag, iedere nacht een feest geweest. Niemand had ooit zo zijn best gedaan om het haar naar de zin te maken. Was het een wonder dat ze hem aanbad? Dankbaar en ontroerd omhelsde ze hem.
Net toen hij na het bezoek aan de oude hoefsmid in zijn auto wilde stappen, kreeg hij een telefoontje van zijn vriend, Navarro Teruel, de huisarts van de familie.
‘Zou je naar mijn praktijk kunnen komen?’ Navarro klonk ongebruikelijk vlak.
‘Is er iets mis?’ vroeg Antonio fronsend.
‘Ik bespreek dit liever niet over de telefoon.’
Een tikje misselijk stapte hij in. Zou er iets met zijn grootmoeder zijn? Of met Lydia? Een aantal weken geleden had hij Navarro toestemming gegeven voor een aantal onderzoeken, waaronder een DNA-test. Mijn hemel, als de arts maar niet een chronische ziekte had geconstateerd!
Sophie wist trouwens niet eens van die onderzoeken af, want net op de dag dat de baby naar de dokter had gemoeten voor een vaccinatie, had Sophie zich niet lekker gevoeld, dus was Antonio alleen met de baby naar de dokter gegaan. Navarro had meegeleefd met Antonio’s bezorgdheid over een mogelijke hartruis en had er begrip voor gehad dat hij zijn vrouw niet onnodig ongerust wilde maken. Maar hartruis was meestal goed te behandelen, dus waarom had Navarro zo gespannen geklonken?