Wraak en liefde(41)
De huishoudster wierp haar een minachtende blik toe en ging door met het boenen van het aanrecht. ‘We zullen zien,’ zei ze op laatdunkende toon. ‘Een prachtige verontschuldiging, maar ik heb niets aan mooie woorden.’
‘Ook daarin heb je gelijk,’ zei Gemma. ‘Geen woorden maar daden, dat snap ik wel. Ik heb nog een lange weg te gaan voordat ik alle schade uit het verleden gerepareerd heb. Sommige dingen zijn niet meer ongedaan te maken, en daar moet ik mee leren leven. De meeste spijt heb ik nog wel van de dingen die ik niet tegen mijn vader gezegd heb. Ik heb hem nooit gezegd hoeveel hij voor me betekende, dat ik wanhopig veel van hem hield. Ik denk dat ik daarom zo bezig was om zijn aandacht te trekken, om ervoor te zorgen dat hij me opmerkte.’
‘Je vader had meer aandacht aan je moeten besteden,’ zei Susanne op toegeeflijke toon. ‘Ik ben nu gescheiden, maar ik heb een dochter van veertien, en het enige wat ze wil, is haar vader zien, en hij maakt maar geen tijd voor haar. Heeft het te druk met zijn nieuwe partner en zijn werk en wat al niet.’
‘Hoe heet je dochter?’ vroeg Gemma, terwijl ze op een kruk ging zitten.
‘Joanna,’ antwoordde Susanne met trots in haar stem. ‘Een pittige meid, maar veel te gevoelig.’
‘Daar weet ik alles van,’ zei Gemma. ‘Het is maar toneelspel, weet je. Die brutale buitenkant moet de innerlijke onzekerheden verbergen.’
Er viel weer een korte stilte.
‘Wil je niet ontbijten?’ vroeg Susanne. ‘Ik kan flensjes bakken, als je wilt, of een omelet maken.’
‘O, nee… doe geen moeite. Ik heb niet zo’n honger.’
Susanne keek haar kritisch aan. ‘Heeft je moeder je nooit verteld dat het ontbijt de belangrijkste maaltijd van de dag is?’
‘Ik denk dat ik nog te jong was om alles te onthouden wat mijn moeder me vertelde,’ zei Gemma met een trieste blik in de ogen.
De huishoudster legde haar hand op die van Gemma en kneep er zachtjes in. ‘Het spijt me, dat was geen slimme opmerking. Ik was vergeten hoe jong je was toen je je moeder verloor. Een meisje van tien heeft haar moeder nodig om haar te helpen volwassen te worden. Geen wonder dat je zo’n moeilijke puber was.’
‘Jij bent niet degene die zich moet verontschuldigen,’ zei Gemma gedecideerd.
‘Elk verhaal heeft twee kanten,’ zei Susanne. ‘Dat zie ik nu wel in.’ Ze stak haar hand uit. ‘Vrienden?’
Gemma pakte de uitgestoken hand stevig aan. ‘Vrienden.’
Er verscheen een vriendelijke lach op het gezicht van Susanne. ‘Ik was trouwens onder de indruk van je mousse. Kun je me het recept geven? Waar heb je zo goed leren koken?’
‘Heb je het niet weggegooid dan?’
‘Ik moet toegeven dat ik er wel even aan gedacht heb, maar het zag er te lekker uit om weg te gooien. Daarnaast heb je me wat werk uit handen genomen; nu hoef ik vanavond niet meer te koken. Je stoofschotel zal alleen nog maar lekkerder zijn, nu alle kruiden goed ingetrokken zijn.’
‘Als Andreas vanavond vrij is, tenminste.’
‘Luister, Gemma, nu we toch eerlijk zijn: ik weet niet wat zijn motieven waren om met je te trouwen, maar het is een goede man. Je vader was dol op hem. Ik weet dat je sinds je ongeluk aan geheugenverlies lijdt, maar Andreas was tien jaar geleden zwaar verliefd op je. Hij zou alles gedaan hebben om je tot zijn vrouw te maken. We vonden het destijds allemaal erg vertederend. Hij was nog erg jong en nog erg nat achter de oren, als je begrijpt wat ik bedoel.’
‘Ik heb hem afschuwelijk behandeld.’
‘Maar hij vertelde me dat je je hem niet meer herinnert, dat je niet eens meer weet wat je over hem tegen je vader gezegd hebt.’
‘Eh… dat is ook zo.’ Gemma loog niet graag, maar ze had geen keus. ‘Maar uit jouw reactie van de week, en uit wat hij me verteld heeft, heb ik begrepen dat ook hij slachtoffer is geweest van mijn vreselijke gedrag.’
‘Dat zal hij je wel vergeven hebben, anders was hij toch nooit met je getrouwd?’
Dat was om wraak te nemen, had Gemma willen zeggen. In plaats daarvan gooide ze eruit: ‘Hij heeft een minnares. Gisteravond had ik haar aan de telefoon.’
‘Dan zul je nog harder je best moeten doen om hem ervan te overtuigen dat je veranderd bent,’ adviseerde Susanne. ‘Hij zal je niet weer de kans geven hem te kwetsen. Mannen voelen zich niet graag kwetsbaar, vooral mannen als Andreas niet.’
‘Ik weet het,’ verzuchtte Gemma. ‘Ik realiseerde me niet hoe pijnlijk het kon zijn om van iemand te houden.’
‘Hou je van hem?’
Gemma knikte. ‘Zodra hij me kuste, voelde ik iets in me veranderen. Zo heb ik me nog nooit gevoeld.’