Winterberg(43)
‘Je mag even luchten voor we verdergaan.’ Dieckmann stond op en trok hem voorzichtig omhoog. Daan probeerde zichzelf weer onder controle te krijgen en veegde met zijn mouw langs zijn natte ogen. Hij leek wel een mietje.
‘Als je je gedraagt hoef je de handboeien niet om.’ De vriendelijke ondertoon in Dieckmanns stem kalmeerde hem weer enigszins. Daan knikte ten teken dat hij rustig zou blijven. Hij was blij dat de knellende handboeien deze keer achterwege zouden blijven. Hij volgde Dieckmann het vertrek uit en was opgelucht dat Böhmer zich niet bij hen voegde. Een lift bracht hen naar boven. ‘We gaan naar het dak,’ liet Dieckmann weten. Via een deur stapten ze op een soort plateau met hoge muren. Daan huiverde van de kou. Hij had geen jas bij zich toen hij werd gearresteerd en droeg nog steeds de veel te grote kleren van oom Dieter. Er waaide een ijzige wind en het sneeuwde zachtjes. Al snel begon hij te klappertanden.
32
Daan had zijn handen om een lauwe beker koffie gevouwen en probeerde zich eraan te warmen. Hij rilde nog steeds na van het moment dat hij zonder jas buiten had gestaan. Hij had nog langer mogen luchten dan die schamele vijf minuten, maar de kou maakte dat hij al snel weer naar binnen was gegaan. Hij kon het zich niet veroorloven om ook nog een longontsteking op te lopen. Dieckmann had zijn half opgerookte sigaret uitgetrapt en hem mee terug naar de verhoorkamer genomen. En nu zat hij weer in de benauwde kamer met twee mannen tegenover zich die er vast van overtuigd waren dat hij verantwoordelijk was voor Isa’s dood.
Hoe laat zou het zijn? Hij had geen benul van tijd. Na middernacht? De vermoeidheid begon hem nu echt parten te spelen. Zojuist had hij voor de tweede maal zijn verhaal gedaan tegen Böhmer en Dieckmann. In zijn ogen was het volledig identiek aan de versie die hij hun voor het luchten had verteld en die hij eerder die middag ook met de agenten in het hotel had gedeeld. Hoe vaak wilden ze hem nog in herhaling laten vallen? Zijn verklaring zou er niet door veranderen.
‘Waarom beken je niet gewoon? Het zou misschien een lagere straf kunnen opleveren. Uiteindelijk ga je toch de bak in want onze bewijzen zijn ijzersterk.’ Böhmers kraaloogjes waren onophoudelijk op hem gericht. De rechercheur bleef maar doorzeuren over de keiharde bewijzen die ze tegen hem hadden gevonden, maar tot op heden waren het slechts loze woorden. Er was nog niet één concreet bewijs ter sprake gekomen.
‘Het duurt zonder bekentenis alleen wat langer voor we je op de plek hebben waar je thuishoort, maar dat de gevangenis de komende jaren je nieuwe onderkomen wordt, daarover bestaat geen twijfel.’
Daan slikte hoorbaar.
‘Zeg nou maar gewoon dat je het gedaan hebt, dan kunnen we allemaal naar bed. Doe je jezelf en ons een groot plezier mee. Bespaart ons allemaal een hoop extra moeite.’ Böhmer rekte zich luidruchtig uit en ging vervolgens achterover hangen in zijn stoel, duidelijk in afwachting van Daans reactie.
‘Ik héb het niet gedaan,’ siste Daan afgemeten tussen zijn tanden door. Zijn emotionele toestand begon om te slaan van lamgeslagen en wanhopig naar een boosheid die vanuit zijn tenen omhoogtrok naar zijn buik. Zijn vechtlust begon weer een beetje terug te komen. Wat dachten ze wel niet? Dat ze hem hier even zonder pardon een moord in de schoenen konden schuiven?
‘Ik wil mijn vrouw bellen.’
‘Je mag geen contact hebben met mensen buiten het bureau.’
‘Ik heb recht op een telefoontje!’
‘Je hebt te veel misdaadseries gekeken, vrees ik. Je zit in alle beperkingen en dat betekent géén contact met de buitenwereld zodat je het onderzoek en andere getuigen niet kunt beïnvloeden.’
‘Waar slaat dat op?’ Daan kwam overeind en sloeg met zijn vuist op tafel. ‘Ik ben onschuldig, hoe vaak moet ik dat nog zeggen?’
Böhmer stond razendsnel op en torende boven hem uit. ‘Zitten!’ Hij duwde Daan hardhandig terug in zijn stoel.
‘Blijf met je poten van me af! Ik wil nú een advocaat spreken!’ Weer gaf Daan een harde klap op de tafel. Dieckmann stond zwijgend op en liep naar hem toe. Hij trok razendsnel Daans armen achter zijn rug en sloeg hem in de boeien. Daan probeerde zich te verzetten, maar het lukte hem niet om de dikkige politieman te snel af te zijn.
‘Ik denk dat we hem er maar even een nachtje over moeten laten slapen,’ zei Böhmer tegen zijn collega. Dieckmann knikte instemmend. ‘Ik zal vragen of iemand hem naar zijn cel wil brengen.’
Böhmer pakte Daan vast. ‘Meekomen.’ Hij werd meegesleept naar een deur verderop in de gang. De kamer waar hij naar binnen werd geduwd was volledig van beton. Aan de wand bevonden zich twee bankjes, ook van beton. De ruimte was slecht verlicht.