Reading Online Novel

Vierspel(115)



En eigenlijk is het eten heel leuk. Iedereen zit te kirren over het cadeautje uit de christmas cracker. Ik heb me suf gepiekerd wat ik in die van Lorna moest stoppen en uiteindelijk heb ik een roze glitterpen gekocht, omdat ze altijd andermans pen moet lenen.

‘Geweldig,’ zegt ze lachend. Ja echt, ze lacht. Ik begin er al aan te wennen en het jaagt me niet meer zoveel schrik aan als toen ik dat voor het eerst meemaakte.

‘Je kunt hem aan Heather Barclay uitlenen, voor een handtekening voor mij,’ zegt Zoe. ‘Mama durfde dat niet aan haar te vragen.’

‘Dat komt wel goed.’

‘Ook eentje voor mij,’ zegt William, en dan zeggen Nicola en Natalie dat zij er ook een willen en Fabia wil ook, al weet die niet eens wie Heather Barclay is. Lorna vindt de aandacht helemaal niet erg en de kinderen zijn lief en grappig en vooral beleefd, dus dat helpt ook erg.

Het kostte even voor ik wist naast wie ik Lorna moest neerzetten. God verhoede ik nog een avond naar haar verhalen moet luisteren; dat heb ik nu wel genoeg gedaan. Net als Kay, ook al werkt ze nog maar pas bij Mortimer and Sheedy. Isabel kon ook niet, vanwege de Alex-connectie. Dus heb ik mijn schattige echtgenoot maar opgeofferd, want ik weet dat die vriendelijk tegen haar zal doen en dat hij zal proberen om haar bij het gesprek te betrekken. Aan de andere kant heb ik Rose neergezet, want die is lief en aardig en die kan met iedereen overweg. Toch zie je zo dat Lorna zich niet op haar gemak voelt. Ze prikt wat in haar eten, met haar hoofd naar beneden, en ze praat alleen als iemand haar iets vraagt. Het is net alsof je nog een mokkende puber aan tafel hebt, hoewel, als ik naar Zoe kijk die zit te klieren met de andere kinderen, aan de kleine tafel in de hoek, dan ben ik daarmee niet fair tegenover pubers. Ik heb er alles aan gedaan, ik heb haar uitgenodigd, dus ik ben niet ook nog eens verantwoordelijk voor haar verdere vermaak.

Na het eten vertrekken de kinderen naar Zoe’s kamer, terwijl de grote mensen blijven zitten met een glas wijn. De tweeling valt meestal uiteindelijk op de grond in slaap, en ik neem aan dat het Fabia dit keer ook zo zal vergaan. Ik heb een zwik slaapzakken en dekens in de kamer achtergelaten, dan kunnen ze daar om vechten. We laten ze altijd spelen tot ze te bekaf zijn, zolang ze maar niet te veel kabaal maken. Als wij lol hebben, dan mogen zij dat ook, dunkt me. Dan schenkt de glazen nog eens vol en we kletsen over iets onbelangrijks, ik weet niet meer wat, als Lorna ineens hard begint te kuchen. Zo hard dat ik ervan opschrik en we ons allemaal omdraaien en haar aankijken.

‘Ik zou graag iets zeggen,’ zegt ze. Ik overweeg om haar met een rugbytackle tegen de grond te gooien. Ze heeft vast te veel gedronken en nu begint het hele gedoe weer opnieuw. Ik kijk Dan aan, maar die kijkt even wezenloos als ik me voel. En het ging allemaal net zo goed.

‘Dit zal jullie niet veel zeggen, Rose en Simon, dus sorry, alvast. Jullie hebben waarschijnlijk wel eens wat over mij gehoord. Ik neem aan dat Rebecca het wel heeft gehad over hoe ik me de afgelopen tijd heb gedragen. Enfin, niet alleen de afgelopen tijd, maar goed…’

Gelukkig kijken Rose en Simon alsof ze willen zeggen: ‘Nee, joh, we hadden nog nooit van jou gehoord, waar heb je het over?’

Ik heb geen idee waar ze heen wil, en ik weet ook niet hoe ik haar nu nog moet stoppen.

‘Het zit zo, Rebecca en ik konden nooit zo goed met elkaar overweg. Toch?’

Lorna is de koningin van het understatement. Wat moet ik nu zeggen? ‘Eh… nee, dat geloof ik ook.’

‘En de laatste tijd ben ik gaan inzien dat dat voor het grootste deel aan mij lag.’ Oké, ik kan weer uitademen, dit wordt misschien toch niet zo erg.

‘Ik was moeilijk om mee te werken, dat weet ik wel. Ik vond het altijd heel belangrijk dat ik er het langste werkte, en hoe er over me werd gedacht, en nou, Rebecca, je mag wel weten dat jij gelijk had: ik wachtte inderdaad altijd met het opnemen van de telefoon in de hoop dat jij het zou doen. Ik wilde zo nodig de belangrijkste van ons tweeën zijn. Het punt is… ik ben altijd jaloers op jou geweest. Zo, nu heb ik het gezegd…’

Ze kijkt me aan voor een reactie, en ik glimlach flauwtjes. Ik weet niet wat ik moet zeggen.

‘Jij hebt alles wat ik altijd zo graag had willen hebben. Een man die van je houdt, kinderen, je bent slim en geestig en mooi en je hebt zelfvertrouwen en mensen mogen je altijd. En daar voelde ik me, denk ik, door bedreigd…’

Nu voel ik me toch echt heel ongemakkelijk. Een deel van mij wil haar vragen hoe ze er in godsnaam bij kwam dat ik zelfvertrouwen had, en een ander deel wil gewoon dat ze nu meteen haar klep houdt. Dit had een leuke avond moeten worden.

‘Lorna, dit hoef je echt niet te doen…’

‘Het moet wel. Ik ben zo klaar. Ik wil jullie avond niet verpesten,’ zegt ze alsof ze mijn gedachten kan lezen. ‘Ik moet dit gewoon zeggen nu ik de moed heb, want anders komt het er nooit meer van. Wat ik probeer te zeggen is dat ik jou meer dan genoeg redenen heb gegeven om mij te haten. En in ruil daarvoor heb jij alles gedaan om mijn baan te redden en mijn fouten recht te zetten en ik kan je met de hand op mijn hart verklaren dat ik dat nooit voor jou zou hebben gedaan. En nu nodig je me zelfs uit voor deze avond. Dat heeft me echt aan het denken gezet. Wat ik probeer te zeggen, en de reden waarom ik mezelf hier zo voor schut zet en jouw feestje verpest, is dat ik veranderd ben. Tenminste, ik ga veranderen. En ik wil heel graag dat jij dat gelooft, want ik zou het heel fijn vinden als we vrienden konden zijn. En ik hoop dat je mijn excuses wilt aannemen voor de manier waarop ik jou altijd heb behandeld.’