Vierspel(118)
Isabel probeert er luchtig over te doen. ‘Ik wist zelf ook pas heel laat dat hij er zou zijn. Ik was bang dat jullie anders niet naar bed zouden gaan, omdat jullie hem eerst nog wilden zien.’
‘Ik ga Nicola halen,’ zegt Natalie, die instinctief altijd alles met haar tweelingzusje wil delen.
‘Nee,’ zegt Isabel en ze pakt voorzichtig haar arm om te zorgen dat ze niet de kamer uit holt. ‘Papa moet zo alweer weg en jullie zien hem snel.’
Natalie slaakt een harde, theatrale zucht. ‘Wanneer kom je weer thuis?’
‘Misschien wel sneller dan jij denkt,’ zegt Alex, waarop Isabel zegt: ‘Alex…’ en hem een waarschuwende blik toewerpt.
Natalies gezicht klaart op. ‘Echt waar?’
‘Nou, dat ligt aan mama,’ zegt Alex, en de rest van ons kijkt elkaar met open mond aan. Het is onvoorstelbaar dat hij Natalie hoop geeft en Isabel in de vuurlinie plaatst, mocht het toch niet gunstig uitpakken.
Isabel tilt Natalie van zijn schoot. ‘Dat ligt aan ons allebei,’ zegt ze. ‘Aan mama en aan papa. We hebben heel veel te bepraten, maar dat maakt niet uit, want jullie zien hem hoe dan ook binnenkort. En wat er ook gebeurt, hij komt nog steeds gewoon op bezoek. En wie weet, misschien op een dag…’ Haar stem sterft weg en ze neemt haar dochter mee de kamer uit voor Alex nog iets kan zeggen.
We zitten even in de ijzige stilte en dan zegt Dan: ‘Goddomme, Alex, dat kon echt niet.’
Alex negeert hem en schenkt wat wijn in iemands lege glas en glimlacht naar de ontstelde gezichten om hem heen. Ik wil dat hij vertrekt, uiteraard, maar ik zou niet weten hoe ik dat voor elkaar moet krijgen. Vragen gaat niet werken. Ik wil geen toestand, geen lawaai, ik wil de buren niet storen en vooral ook de kinderen niet. Daarbij wil ik ergens ook graag dat hier nu voorgoed een eind aan komt. Het is goed dat Isabel eraan wordt herinnerd wat een manipulator hij is, en hoe gemeen en gestoord en hoe onoprecht.
Ze komt weer binnen en kijkt Alex indringend aan. ‘Dat flik je me nooit meer, de meisjes erbij betrekken, en hen valse hoop geven.’
‘Maar het is toch geen valse hoop? Dat hoeft het toch niet te zijn. Want jij zit er immers ook aan te denken, Izz, of niet?’
Isabel kijkt naar ons. ‘Ik heb geen zin om dit gesprek hier te voeren. Dat… dat kan gewoon niet.’
‘We moeten er maar weer eens vandoor,’ zegt Rose, en ze kijkt Simon vragend aan.
‘Nee,’ zeg ik. Ik wil niet dat de avond zo eindigt en dat onze gasten ons huis uit worden gepest.
Dan zegt: ‘Ik denk dat Alex degene is die nu moet vertrekken.’
Alex negeert hem en kijkt naar Isabel. Rose gaat met tegenzin zitten.
‘Je wilt ook al niet praten als ik de kinderen kom halen. Je wilt niet aan de telefoon praten. Misschien kan het wel niet, zo, maar ik zou niet weten hoe ik je anders zover krijg dat je naar me luistert en ziet dat ik het meen. Ik wil terugkomen.’
‘Alex, ik ben nog steeds bezig om na te gaan waar het precies mis is gelopen in ons huwelijk. Jij bent zomaar weggegaan terwijl ik geen idee had dat je zo ongelukkig was. Wat zegt dat over ons? Je hebt godbetert geprobeerd om Rebecca te versieren. Mijn beste vriendin.’
‘Ik zei toch dat dat een fout was. Een misser die verder niks te betekenen heeft. Ik wist niet wat ik deed. Ik was zo in de war, en ik had er meteen spijt van.’
Oké, hier moet ik ingrijpen. Ik kan niet zitten toekijken hoe hij haar verhaaltjes op de mouw speldt. Ik haal diep adem, hoest, en daar gaat-ie. Maar Dan is me voor.
‘Een misser die niks te betekenen heeft? Tegen Rebecca heb je anders gezegd dat je al jaren verliefd op haar was. En dat heb je de dag erna nog eens onderstreept. Je hebt haar gesmeekt om bij me weg te gaan.’ Hij kijkt Isabel verontschuldigend aan. ‘Dat is de werkelijke reden waarom wij ruzie hebben.’
Isabel kijkt verward.
‘Ik wilde niet dat jij dat ooit te weten zou komen,’ zeg ik. ‘Maar Dan heeft gelijk. Als je hem weer terug wilt, dan moet je precies weten hoe hij in elkaar zit, en waartoe hij allemaal in staat is.’
‘Oké,’ zegt Alex. ‘Zoals ik al zei, ik was erg in de war. Ik heb van alles en nog wat gezegd.’
‘En je hebt mij verteld dat jouw huwelijk al jaren op zijn dooie gat lag.’ We kijken allemaal naar Lorna, die ineens vanaf de andere kant van de tafel haar mond opendoet. ‘Je hebt me verteld dat je Isabel nooit trouw bent geweest. Sorry, Isabel…’
Alex onderbreekt haar. ‘Wacht effe, hoor, jij moet je mond houden. Bijna iedereen hier aan tafel haat jou, weet je nog wel. Ze lachen je al jaren uit, achter je rug.’
‘Jij gebruikt mensen, Alex,’ zegt ze. ‘Het duurde lang voor ik dat in de gaten had, maar het is zo.’