Verbroken(36)
‘Ze hadden redenen te over om Braham aan te houden zonder hem moord ten laste te leggen,’ zei Will. ‘Geweldpleging met een dodelijk wapen, poging tot moord, mishandeling van een politieofficier in functie, geweldpleging tijdens zijn arrestatie, poging om aan arrestatie te ontkomen, huisvredebreuk. Dat zijn allemaal ernstige misdrijven. Op grond van elke willekeurige combinatie had hij voor een jaar de bak in kunnen gaan zonder dat er een haan naar kraaide.’ Hij schudde zijn hoofd, alsof de logica hem ontging. ‘Ik wil hun rapporten inzien.’
Sara draaide zich om en van de achterbank pakte ze de kopieën die ze had gemaakt. ‘Pas als de drogisterij morgenochtend opengaat kan ik de foto’s laten afdrukken.’
Terwijl hij de stukken doorbladerde, verbaasde Will zich over het gemak waarmee ze overal toegang toe kreeg. ‘Wauw. Mooi zo.’ Al pratend liet hij zijn blik over de pagina’s gaan. ‘Ik weet dat je ervan overtuigd bent dat Tommy dat meisje niet heeft vermoord, maar het is mijn taak om dat op de een of andere manier te bewijzen.’
‘Uiteraard. Het is niet mijn bedoeling om...’ Sara zweeg. Het was wel degelijk haar bedoeling om hem te beïnvloeden. Juist daarom zaten ze hier. ‘Je hebt gelijk. Ik weet dat je je onpartijdig moet opstellen.’
‘Ik wil je alleen waarschuwen. Als blijkt dat Tommy het gedaan heeft, of als ik geen onomstotelijk bewijs vind dat hij het niet gedaan heeft, is er geen mens die zich erom bekommert hoe hij in de cel is behandeld. Dan denken ze dat die rechercheur Adams hun een hele berg belastingcenten heeft bespaard door een proces overbodig te maken.’
De moed zonk Sara in de schoenen. Hij had gelijk. Ze had al vaker meegemaakt dat de plaatselijke bevolking van veronderstellingen uitging die niet noodzakelijk op feiten berustten. Nuance stond niet in hun woordenboek.
Hij legde haar een alternatief scenario voor. ‘Als Tommy dat meisje niet heeft vermoord, loopt er ergens een moordenaar rond die of heel veel geluk heeft of heel slim is.’
Weer had Sara niet tot zover doorgedacht. Ze had zich zo druk gemaakt om Lena’s betrokkenheid dat het niet bij haar was opgekomen dat iemand anders de moordenaar was als Tommy onschuldig bleek te zijn.
‘Wat heb je nog meer ontdekt?’ vroeg Will.
‘Volgens Frank hebben Lena en hij allebei touwsporen op Spooners polsen gezien die erop duidden dat ze vastgebonden is geweest.’
‘Hm,’ zei Will sceptisch. ‘Dat valt moeilijk vast te stellen als een lichaam zo lang in het water heeft gelegen.’
Sara liet zich niet meeslepen door haar triomfgevoelens. ‘In haar nek zit een steekwond, of iets wat op een steekwond lijkt.’
‘Kan ze die zichzelf hebben toegebracht?’
‘Ik heb het niet gezien, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand zichzelf van het leven berooft door zich met een mes in de nek te steken. Dan zou er ook veel bloed hebben gevloeid, vooral als haar halsslagader was geraakt. Dat stroomt met een vaart naar boven en weer terug, als door een tuinslang terwijl de kraan helemaal openstaat. Dan heb ik het algauw over twee à tweeënhalve liter bloed op de plek van de moord.’
‘Wat stond er op dat zelfmoordbriefje?’
‘“Ik wil niet langer”,’ wist Sara nog.
‘Vreemd.’ Hij sloeg de map dicht. ‘Is de plaatselijke lijkschouwer goed in zijn vak?’
‘Dan Brock. Hij is begrafenisondernemer, geen arts.’