Verbroken(23)
‘Te huilen?’ Weer had ze het gevoel dat ze een belangrijk deel van het gesprek had gemist.
‘Ja, te huilen,’ herhaalde Frank. ‘Ik bedoel, dat komt vaker voor, dat ze huilen. Jezus, ze zitten in de cel. Maar er is echt iets met hem aan de hand. Volgens mij moet hij een kalmerend middel of iets dergelijks hebben zodat hij wat rustiger wordt. We hebben hier drie dronkenlappen en iemand die zijn vrouw heeft geslagen, en die breken straks de tent af om hem te wurgen als hij niet ophoudt.’
In gedachten herhaalde Sara zijn woorden, want ze wist nog steeds niet of ze het goed had verstaan. Ze was jarenlang met een politieman getrouwd geweest en ze kon het aantal keren dat Jeffrey zich zorgen had gemaakt om iemand in een van zijn cellen op de vingers van één hand tellen; en dan was het nooit een moordenaar geweest en al helemaal geen moordenaar die een collega had verwond. ‘Is er geen dienstdoend arts?’
‘Lieve schat, er is nauwelijks een dienstdoend agent. De burgemeester heeft ons budget gehalveerd. Het verbaast me dat het licht nog aangaat als ik een schakelaar indruk.’
‘En Elliot Felteau dan?’ vroeg ze. Elliot had Sara’s praktijk gekocht toen ze de stad verliet. De kinderkliniek stond pal tegenover het politiebureau.
‘Die is op vakantie. De dichtstbijzijnde arts zit honderd kilometer verderop.’
Ze slaakte een diepe zucht. Ze was kwaad op Elliot omdat die zomaar een week vrij had genomen, alsof kinderen wachtten met ziek worden tot de vakantie voorbij was. Ook was ze kwaad op Frank omdat hij haar bij deze ellende probeerde te betrekken. Maar ze was vooral kwaad op zichzelf omdat ze dit telefoontje had aangenomen. ‘Kun je niet gewoon tegen hem zeggen dat Brad het gaat redden?’
‘Dat is het niet. Het gaat om dat meisje dat we vanochtend uit het meer hebben gehaald.’
‘Daar heb ik over gehoord.’
‘Tommy heeft bekend dat hij haar heeft vermoord. Het duurde even, maar uiteindelijk hebben we hem gebroken. Hij was verliefd op dat meisje, maar ze keek hem niet aan. Je weet hoe dat gaat.’
‘Dan is het gewoon berouw,’ zei Sara, hoewel ze Tommy’s gedrag vreemd bleef vinden. Ze wist uit ervaring dat de meeste misdadigers in een diepe slaap vielen nadat ze hadden bekend. Ze hadden zo lang strak gestaan van de adrenaline dat ze van uitputting instortten als ze zich uiteindelijk van hun last hadden bevrijd. ‘Geef hem de tijd.’
‘Er zit meer achter,’ drong Frank aan. Hij klonk geërgerd en lichtelijk wanhopig. ‘Ik zweer het, Sara, en ik vind het heel vervelend om het je te vragen, maar hij moet erdoorheen worden geholpen. Zijn hart begeeft het nog als hij jou niet kan spreken.’
‘Ik kan me hem nauwelijks herinneren.’
‘Hij herinnert zich jou anders heel goed.’
Sara beet op haar lip. ‘Waar is zijn vader?’
‘Die zit in Florida. We krijgen hem niet te pakken. Tommy staat er helemaal alleen voor, en dat weet ie.’
‘Waarom vraagt hij naar mij?’ Er waren patiënten geweest met wie ze in de loop van de jaren een band had gekregen, maar voor zover ze wist had Tommy Braham niet bij hen gehoord. Waarom kon ze zich zijn gezicht niet herinneren?
‘Hij zegt dat jij wel naar hem luistert.’
‘Je hebt toch niet gezegd dat ik zou komen, hè?’
‘Natuurlijk niet. Ik wilde het je niet eens vragen, maar hij is er heel slecht aan toe, Sara. Volgens mij moet er een dokter bij komen. Niet per se jij, maar wel een dokter.’