Verbroken(203)
Sara dacht aan Hare en ze tuitte haar lippen. ‘Precies.’
Ze keek door het raampje naar de kliniek. De koplampen verlichtten de voordeur. Daarachter zag ze de vertrouwde hal.
Will stapte uit en liep om de auto heen om het portier voor haar te openen. ‘Misschien moet ik maar niet met je mee naar binnen gaan. Ik weet dat jij de wettige eigenaar bent en dat ik jouw toestemming heb en zo, maar de wet is erg streng als het gaat om het inzien van medische dossiers. Je zult de bezorgde burger moeten spelen en me vertellen wat je hebt aangetroffen.’
‘Akkoord,’ zei ze, al bedacht ze dat ze toch niet veel aan hem zou hebben wat het lezen van dossiers betrof.
Met haar sleutels in de hand liep Sara naar de voordeur. Ze kon zich niet herinneren wanneer ze voor het laatst in het gebouw was geweest, maar ze kreeg de tijd niet om erover na te denken. Terwijl ze de sleutel in het slot stak, keek ze nog even naar het politiebureau. Ze deed het automatisch, zoals ze dat elke ochtend had gedaan omdat Jeffrey meestal aan de overkant van de straat bleef wachten tot ze veilig binnen was.
Het licht van de straatlantaarns was helder, het was een tintelend frisse nacht en eindelijk was het gestopt met regenen. Bij het raam van Jeffreys kamer zag ze een schim. De man draaide zich om. Sara hapte naar adem en haar knieën begonnen te knikken.
Will stapte uit. ‘Sara?’
Zonder nadenken zette ze het op een lopen. Ze duwde Will opzij en rende de heuvel af in de richting van het bureau. ‘Jeffrey!’ riep ze, want ze wist dat hij het was. Zijn brede schouders. Zijn donkere haar. Zijn manier van lopen, als een leeuw die elk moment kan toeslaan. ‘Jeffrey!’ Bij het parkeerterrein aangekomen struikelde ze. Ze haalde haar spijkerbroek open aan het asfalt. Haar handpalmen waren geschaafd.
‘Tante Sara?’ Jared liep op een drafje naar haar toe. Hij bewoog zich losjes, net als zijn vader. Hij knielde voor haar neer en legde zijn handen op haar schouders. ‘Heb je je pijn gedaan?’
‘Ik dacht dat je...’ Ze bracht haar hand naar Jareds gezicht. ‘Je lijkt zo...’ Ze sloeg haar armen om hem heen en drukte hem zo dicht mogelijk tegen zich aan. Sara kon het niet helpen, maar ze huilde als een kind. Alle herinneringen die ze zo lang op afstand had gehouden, kwamen boven. Het was bijna ondraaglijk.
Jared wreef troostend over haar rug. ‘Rustig maar,’ fluisterde hij.
De stem van zijn vader. Het liefst had Sara haar ogen gesloten en gedaan alsof. Het liefst had ze zich helemaal laten gaan. Hoe vaak had ze niet samen met Jeffrey op dit parkeerterrein gestaan? Hoe vaak waren ze ’s ochtends niet samen naar het werk gereden en hadden ze elkaar op ditzelfde parkeerterrein een afscheidszoen gegeven? En daarna bleef hij in de deuropening van het bureau staan en keek haar na terwijl ze de heuvel op liep, tot ze veilig binnen was. Soms voelde ze zijn blik en dan scheelde het niet veel of ze was de straat weer op gerend voor nog een kus.
‘Gaat het?’ vroeg Jared met een lichte trilling in zijn stem. Hij was geschrokken. ‘Tante Sara?’
‘Neem me niet kwalijk.’ Ze liet haar handen op haar schoot vallen. Ze wist niet waarom ze haar verontschuldigingen aanbood, maar ze bleef de woorden herhalen. ‘Neem me niet kwalijk.’
‘Het geeft niet.’
‘Ik dacht dat je...’ Ze kon de zin niet afmaken. Ze kon zijn vaders naam niet noemen.
Jared hielp haar overeind. ‘Volgens mijn moeder lijk ik sprekend op hem.’
Nu liet Sara haar tranen de vrije loop. ‘Wanneer heb je het ontdekt?’