Verbroken(204)
‘Het valt nogal moeilijk te verbergen.’
Ze lachte en hoorde zelf hoe schril en wanhopig het klonk. ‘Wat doe je hier?’
Hij wierp een blik op Will, die ongemerkt dichterbij was gekomen. Om hen niet te storen bleef hij op enige afstand staan. ‘Dit is...’ zei Sara, en toen dwong ze zichzelf de naam uit te spreken. ‘Dit is de zoon van Jeffrey, Jared Long. Jared, dit is Will.’
Will hield zijn handen diep in zijn zakken. Hij knikte naar de jongen. ‘Hallo, Jared.’
‘Maar waarom ben je hier?’ vroeg Sara. ‘Is het vanwege Frank?’
Jared krabde met zijn duim en wijsvinger over zijn wenkbrauw. Sara had Jeffrey ontelbare keren hetzelfde gebaar zien maken. Het betekende dat hij ergens mee zat, maar niet goed wist hoe hij het moest aankaarten. Jared keek weer naar Will. Er speelde iets onnavolgbaars tussen die twee.
Ze herhaalde haar vraag. ‘Waarom ben je hier?’
Jareds stem sloeg over. ‘Haar auto staat hier. Ik weet niet waar ze is.’
‘Over wie heb je het?’ vroeg ze, maar ze wist het antwoord al. De Celica van Lena stond nog op het parkeerterrein.
‘Ze had zes uur geleden al thuis moeten zijn.’ Hij richtte zich tot Will. ‘Ik ben al naar het ziekenhuis geweest. Ik heb geprobeerd contact te krijgen met Frank. Ik kan niemand vinden die weet waar ze is.’
‘Nee,’ fluisterde Sara.
‘Tante Sara...’ Jared wilde haar aanraken, maar ze legde haar hand plat op zijn borst en hield hem tegen.
‘Je wilt toch niet zeggen dat je iets met haar hebt?’
‘Het is niet wat je denkt.’
‘Niet wat ik denk?’ Woedend verhief ze haar stem. ‘Wat denk ik dan, Jared? Dat je naar bed gaat met de vrouw die je vader heeft vermoord?’
‘Het is anders...’
Will sloeg zijn arm om Sara’s middel toen ze Jared aan wilde vliegen. ‘Ze heeft hem vermoord!’ schreeuwde ze terwijl ze Will wegduwde. ‘Ze heeft je vader vermoord!’
‘Dat heeft hij zelf gedaan!’
Ze hief haar hand om hem in zijn gezicht te slaan. In afwachting van de klap bleef Jared roerloos staan en keek haar aan. Sara verstarde. Ze kon hem niet slaan, maar ze was evenmin in staat om haar hand te laten zakken. Die hing tussen hen in als een mes dat elk moment kon toesteken.
‘Hij was politieman,’ zei Jared. ‘Hij kende de gevaren.’
Ze liet haar hand zakken, want nu wilde ze hem pas echt pijn doen. ‘Is dat wat ze jou heeft verteld?’
‘Dat is wat ik wéét, tante Sara. Mijn vader was een politieman in hart en nieren. Hij deed zijn werk en dat heeft hem zijn leven gekost.’
‘Je weet niet hoe ze is. Je bent te jong om te begrijpen waartoe ze in staat is.’
‘Ik ben niet te jong om te weten dat ik van haar hou.’
Het was alsof ze in haar borst werd gestompt. ‘Ze heeft hem vermoord,’ fluisterde Sara. ‘Je hebt geen idee wat ze me heeft ontnomen. Wat ze jou heeft ontnomen.’