Reading Online Novel

Verbroken(124)



                Terwijl ze met de pen tegen haar tanden tikte, liep Sara naar de voordeur. Uiteindelijk schreef ze ‘naar beneden’ op, met elk woord op een aparte regel. Voor alle duidelijkheid tekende ze ook een grote pijl die naar beneden wees. Ze wist niet of het iets uitmaakte. Elke dyslecticus was anders, maar er waren bepaalde eigenschappen die ze doorgaans gemeen hadden. Allereerst een volslagen gebrek aan richtinggevoel. Het was geen wonder dat Will verdwaald was toen hij van Atlanta hiernaartoe was gereden. Een telefoontje zou ook niet hebben geholpen. Tegen iemand met dyslexie zeggen dat hij rechts af moest slaan was ongeveer even zinvol als tegen een kat zeggen dat hij moest tapdansen.

                Sara plakte het briefje op de ruit van de voordeur. Ze had zich suf gepiekerd over de boodschap van die ochtend, die ze op zes verschillende manieren had opgeschreven, de ene keer wel en de andere keer niet ondertekend. De smiley had ze er op het laatste moment aan toegevoegd, als teken aan Will dat alles goed was tussen hen. Een blinde had kunnen zien hoe aangeslagen hij de vorige avond was geweest. Sara vond het afschuwelijk dat ze hem zo in verlegenheid had gebracht. Hoewel ze niet bepaald een smileytype was, had ze twee ogen en een mond in de hoek van het briefje getekend voor ze het in een plastic zak onder zijn ruitenwisser had geschoven, in de hoop dat hij het positief zou opvatten.

                Het leek vreselijk ongepast om een smiley op de voordeur van een rouwcentrum te plakken, maar toch tekende ze een figuurtje – twee ogen en een naar boven krullende mond. In elk geval kon niemand haar verwijten dat ze niet consequent was.

                Boven kraakten de vloerplanken en Sara keerde op een drafje naar de keuken terug. In haar haast om Brocks moeder te vermijden liet ze de deur naar het souterrain wijd openstaan en nam ze de trap met twee treden tegelijk. Onder aan het trapportaal was een inbraakvrije deur. Zwarte metalen tralies en draadglas moesten voorkomen dat er ingebroken werd in de balsemruimte. Het was moeilijk voor te stellen dat iemand hier wilde zijn tenzij het niet anders kon, maar jaren terug hadden een paar studenten de oude deur opengebroken om formaldehyde te stelen, een populair middel om cocaïnepoeder mee te versnijden. Sara ging ervan uit dat de combinatie op het paneel niet was veranderd. Ze toetste 1-5-9 in en de deur klikte open.

                Brock hield het gedeelte tegenover de deur altijd vrij zodat niemand die per ongeluk door het draadglas naar binnen keek iets zag wat hij beter niet kon zien. De bufferzone strekte zich uit over de lange, goedverlichte gang. Op schappen stonden allerlei chemicaliën en andere voorraden; de etiketten waren naar de muur gekeerd zodat een toevallige passant niet wist wat erin zat. In een metalen kast stonden kleine schoendozen met as die nooit was opgehaald.

                Aan het einde van de gang had Brock een bordje opgehangen dat Sara herkende van het ziekenhuismortuarium: hic locus est ubi mors gaudet succurrere vitae. Grof vertaald betekende het: ‘Dit is de plek waar de dood met vreugde de levenden helpt.’

                De zwaaideuren naar de balsemruimte werden opgehouden met oude bakstenen uit het huis. Kunstlicht blonk van de witte tegelmuren. Terwijl de bovenverdiepingen een drastische verandering hadden ondergaan, was het souterrain nog precies zoals Sara het zich herinnerde. Midden in het vertrek stonden twee brancards van roestvrij staal, met erboven twee grote lampen met een veermechanisme. Aan het voeteneind van elke brancard was een werkplek met buizen voor de afvoer van lichaamsvocht. Brock had de sectie-instrumenten al klaargelegd: zagen, ontleedmessen, tangen en scharen. Voor het doorknippen van het borstbeen gebruikte hij nog steeds de snoeischaar die Sara bij de ijzerwarenzaak had gekocht.

                Het achterste gedeelte was geheel gewijd aan het uitvaartbedrijf. Naast de koelruimte stond een roltafel met daarop de metalen trocart, het instrument dat gebruikt werd voor het aanprikken en reinigen van organen tijdens het balsemen. Onopvallend in een hoek stond het balsemapparaat, dat eruitzag als een kruising tussen een groot koffiezetapparaat en een blender. De drainageslang hing slap in de spoelbak. Dikke rubberen handschoenen lagen op het bekken. Een slagersschort. Een veiligheidsbril. Een spatmasker. Een grote doos met wattenrollen tegen het lekken.

                De haardroger en het opengeklapte roze make-upkoffertje op de wattendoos vormden een bizar contrast. In het koffertje zaten potten gezichtscrème en allerlei tinten oogschaduw en lipgloss. pearson’s mortuary make-up stond in reliëf op de binnenkant van het deksel.