Tess Gerritsen(15)
‘En de jongen kon zich ook toen niets bruikbaars herinneren,’ zei Crowe. ‘Is er iets mis met hem?’
‘Hij was toen pas twaalf,’ zei Moore. ‘Maar hij is wel degelijk intelligent. Ik heb gesproken met hun voormalige buurvrouw in Providence, waar de Clocks woonden voordat ze aan hun wereldreis begonnen. Ze zei dat Teddy werd beschouwd als een begaafde jongen. Hij zat op school in het Plusprogramma. Hij maakte niet gauw vrienden en was een buitenbeentje, maar zijn IQ lag minstens twaalf punten hoger dan dat van zijn leeftijdgenoten.’
Jane dacht aan de boeken die ze in Teddy’s slaapkamer had gezien en aan de grote verscheidenheid aan onderwerpen die daarin werden behandeld. De geschiedenis van de Griekse oudheid. Etnobotanie. Cryptozoölogie. Onderwerpen waar de meeste veertienjarigen vermoedelijk nog nooit van gehoord hadden. ‘Aspergersyndroom,’ zei ze.
Moore knikte. ‘Dat zei de buurvrouw inderdaad. De Clocks hadden Teddy laten onderzoeken. Volgens de dokter is Teddy hoogfunctionerend, maar heeft hij moeite met emotionele signalen. Daarom slaagt hij er zo slecht in vrienden te maken.’
‘En nu staat hij helemaal alleen op de wereld,’ zei Jane. Ze dacht aan hoe de jongen zich aan haar had vastgeklampt in de serre van mevrouw Lyman. Nog voelde ze zijn zijdezachte haar tegen haar wang en herinnerde ze zich de geur van zijn pyjama, de geur van slapende kinderen. Ze vroeg zich af hoe het met hem ging in het pleeggezin waar hij tijdelijk was ondergebracht. Voordat ze gisteravond naar huis was gegaan, was ze ernaartoe gereden om zijn bril af te geven. Hij verbleef bij een ouder echtpaar, ervaren pleegouders die jarenlange ervaring hadden met het opvangen van kinderen in nood.
De blik waarmee Teddy haar had nagekeken toen ze na haar bezoek was vertrokken, zou het hart van iedere moeder hebben gebroken. Hij had gekeken alsof zij de enige persoon op de hele wereld was die hem kon redden. Maar ze had hem achtergelaten bij volslagen vreemden.
Moore bladerde in zijn dossiermap en haalde er een fotokopie uit van een zelfgemaakte kerstkaart met een foto van de Clocks en het opschrift: FIJNE FEESTDAGEN GEWENST! ‘Dit is het laatste dat de buren van de Clocks hebben ontvangen. Het is een e-kaart die ze ongeveer een maand na hun vertrek uit Providence hebben verstuurd. Ze hadden hun kinderen van school gehaald, hun huis te koop gezet en waren met het hele gezin aan een zeiltocht rond de wereld begonnen.’
‘Wie zich een jacht van drieëntwintig meter kan veroorloven, moet erg rijk zijn,’ zei Frost. ‘Wat deden ze voor de kost?’
‘Annabelle was huisvrouw. Nicholas was financieel adviseur voor een firma in Providence. De buurvrouw kon zich de naam van die firma niet herinneren.’
Crowe lachte. ‘Financieel adviseur klinkt inderdaad als iets waar je veel geld mee kunt verdienen.’
‘Nogal drastisch, vinden jullie niet?’ zei Frost. ‘Om zomaar opeens alles achter je te laten en met je gezin rond de wereld te gaan zeilen?’
‘Dat vond de buurvrouw ook,’ zei Moore. ‘En het gebeurde ook heel onverwacht. Annabelle had er tot op de dag voor hun vertrek helemaal niets over gezegd. En dat roept toch wel vragen op.’
‘Zoals?’ vroeg Crowe.
‘Waren ze ergens voor op de vlucht? Waren ze ergens bang voor? Misschien bestaat er wel degelijk verband tussen deze twee aanslagen op Teddy’s leven.’
‘Met twee jaar verschil?’ Crowe schudde zijn hoofd. ‘Voor zover we weten kenden de Clocks en de Ackermans elkaar niet eens. Het enige wat ze gemeen hadden, was de jongen.’
‘Toch zit het me niet lekker.’
Het zat Jane ook niet lekker. Ze keek naar de kerstfoto, misschien de laatste foto die van de familie Clock was gemaakt. Annabelle Clocks kastanjebruine haar was losjes opgestoken, moeiteloos elegant, en had een gouden glans. Haar gezicht, gebeeldhouwd ivoor met smalle, gebogen wenkbrauwen, had geschilderd kunnen zijn door een middeleeuwse grootmeester.
Nicholas was blond en atletisch gebouwd. Zijn citroengele poloshirt spande om zijn brede schouders. Met zijn vierkante kin en openhartige blik zag hij eruit als een man die ervoor geschapen was zijn gezin tegen iedere vorm van gevaar te beschermen. Op de dag dat deze foto was genomen, toen hij glimlachend naar de camera had gekeken met zijn gespierde arm rond zijn vrouw geslagen, had hij niet geweten welke verschrikkingen hen wachtten. Een zeegraf voor hem. Zijn vrouw en twee van hun kinderen afgeslacht. Het fototoestel had een gezin gekiekt dat geen reden had om de toekomst te vrezen; hun optimisme straalde uit hun ogen en hun lach, het straalde van de kerstballen in de kerstboom achter hen. Zelfs Teddy zag er opgewekt uit, zoals hij daar naast zijn jongere zusjes stond. Drie engelachtige kinderen met lichtbruin haar en grote blauwe ogen, vrolijk lachend, veilig in de cocon van het liefhebbende gezin.