Reading Online Novel

Tegenlicht(12)



Verderop in de gang herkende ik een paar gezichten. Ik glimlachte flauwtjes en sloeg mijn ogen neer, sloot me weer op in mezelf.

Bij de ingang van de zaal stond een tafel met een stapel mapjes en een bord: FREELANCERSMEETING FENTIS-TIJDSCHRIFTENGROEP.

De namen van de sprekers stonden eronder. Ik kende ze geen van allen persoonlijk.

‘Mag ik uw uitnodiging zien?’ Een jonge vrouw met sluik blond haar knikte me toe.

Ik overhandigde haar het kartonnen kaartje. Mijn naam was met zwarte stift op de stippellijn geschreven.

‘Mevrouw Vera Zagt,’ zei ze hardop, en ze pakte er een paar aan elkaar geniete A4’tjes bij. ‘Illustratrice?’

‘Fotograaf,’ zei ik zacht.

Ze sloeg de pagina’s om. Helemaal onder aan de lijst zette ze een streep door mijn naam. ‘Welkom, mevrouw Zagt. U kunt hier het programmaboekje pakken. Binnen is koffie en thee.’

Ik pakte een mapje van een van de stapels en nam het al bladerend mee de zaal in. Die was niet groot en deed intiem aan, met dikke vloerbedekking in een kleur die ik eens had horen aanduiden als greige. Ik telde tien rijen van zestien stoelen.

Op de een na laatste rij nam ik plaats, rechts van het midden, en ik deed alsof ik verdiept was in het programmaboekje en de mannen die bij de koffietafel stonden te praten nog niet had opgemerkt. Twee van hen kende ik niet, met nog eens twee had ik een blauwe maandag samen aan een project gewerkt. Van de vijfde man in het gezelschap stond het mobiele privénummer in mijn Nokia, onder een valse naam.



In het echt heette hij Nico Vrijland en vandaag precies een week geleden was hij zesendertig geworden. Hij stond met zijn rug naar me toe, een hand nonchalant in zijn broekzak. Van achteren deed hij me nog het meest denken aan een jonge stier: fors en krachtig, tegelijkertijd wendbaar en mooi in balans. In deze omgeving viel hij extra op, tussen de tekstschrijvers, fotografen en tekenaars van wie de meesten niet alleen kleiner en verfijnder leken, maar tevens een onrustige, springerige energie uitstraalden. Nico straalde kalmte uit.

Ik vocht tegen de aandrang om op hem af te lopen. Het zou het meest natuurlijke zijn om te doen: mijn minnaar omhelzen, mijn wang tegen zijn borst leggen.

Langzaam draaide hij zich om, alsof hij mijn aanwezigheid voelde – bijna alsof ik zijn naam had geroepen.

Onze blikken vonden elkaar meteen, heimelijk, schichtig, lichtten op – Hé, je bent toch gekomen / Ja, natuurlijk, wat dacht je dan?

Hij hervatte zijn monoloog. Ik dook in het programmaboekje, begon erin te bladeren.

Perfect strangers.

Nico en ik ontweken elkaar in het openbaar en tussen onze ontmoetingen door namen we geen contact met elkaar op. Geen sms’jes, geen telefoontjes. Tijdens het rendez-vous zelf werd de volgende ontmoeting vastgelegd.

Nico was als de dood dat zijn vrouw achter de affaire zou komen, dus gebruikten we zelfs ons gezamenlijke Gmail-account uitsluitend voor noodgevallen. Zo’n noodgeval had zich nog niet voorgedaan in de afgelopen twee jaar. Ik hoopte ook niet dat het ooit nodig zou zijn: onze relatie was volmaakt zoals ze was.



Ik kende Nico al zeker vier jaar als opdrachtgever toen we elkaar, tijdens een bijeenkomst als deze, voor het eerst op een andere manier bekeken – als potentiële partners. Minnaars. Nog diezelfde avond waren we in zijn auto tegen elkaar aan gekropen. Onzeker, vol schuldgevoel, hadden we elkaar gekust, elkaars geur opgesnoven en de verhitte huid van de ander bevoeld. Armen, handen. Buik en borst en rug.

Veel verder ging het toen nog niet. Dat kwam pas later, bij ons eerste echte, geplande rendez-vous.



Ironisch genoeg was het Lucien zelf die aan de basis had gestaan van het bedrog. In de maanden die eraan voorafgingen was hij vaak in zichzelf gekeerd geweest. Hij gedroeg zich licht afwijzend en het leek soms of hij ergens boos over was, me in stilte iets verweet. Maar wat het ook was dat hem dwarszat, hij sprak er niet over.

Op een nacht kwam het eruit.

Ik was vroeg naar bed gegaan, omdat ik de ochtend erop een inspannende shoot had en later die dag nog naar een receptie moest. Tegen middernacht kwam Lucien aangeschoten thuis van zijn biljartavond; een vriend had hem thuisgebracht. Hij wilde seks, verleidde me, kleedde me uit, en binnen de kortste keren lag ik onder hem, naakt en opgewonden. Luciens erectie drukte tegen mijn schaambeen.

‘Wacht,’ fluisterde ik.

Mijn hand ging zoekend naar de bovenste lade van het nachtkastje. Daar lagen de condooms.

Lucien wachtte niet, hij kwam naar voren. Hij bedekte me met zijn lichaam, kuste me hartstochtelijk.

Ik trok mijn heupen zijdelings weg, wurmde mezelf een beetje onder hem vandaan om hem af te remmen. ‘Wacht nou even,’ fluisterde ik, verstikt tegen zijn borst en half verstrengeld in de dekens. Ik vond het condoom, bracht het boven mijn hoofd, waar mijn hand langs de muur schaafde, en begon de verpakking op de tast open te scheuren.