Stil Bloed(38)
‘Welke indruk maakte hij op jou?’
Meyvis dacht even na. ‘Oprecht geschokt, denk ik. Hoewel hij me nogal… ongeconcentreerd leek.’
‘Ongeconcentreerd?’
Evy Meyvis schudde haar hoofd. ‘Nee, dat bedoel ik niet.’
‘Onthecht?’ probeerde Liese. Ze dacht aan haar ontmoeting met Laura in het Mu.ZEE. Aan de reacties van het meisje, aan de manier waarop ze antwoorden had gegeven. Alsof ze er op een of andere manier niet bij hoorde, erboven zweefde.
Inspecteur Meyvis knikte. ‘Ja, da’s precies wat ik bedoel. Onthecht. Hij leek me wel geschokt, zoals ik al zei, maar toch had ik de hele tijd het gevoel dat het hem niet écht raakte. En volgens de ouders waren Laura en Tim een koppel, maar Tim weigerde dat zo te noemen toen ik hem sprak. Ze waren volgens hem gewoon goede vrienden.’
‘Heeft hij Laura nog gesproken voordat het gebeurde? Wist hij waar ze naartoe was en zo?’
‘Nee, de laatste sms die ze elkaar hebben gestuurd dateert van donderdagochtend en ging over de avondschool. Hij heeft…’
Coleyne onderbrak haar bits. ‘Het volledige pv van inspecteur Meyvis over haar gesprek met de vriend zit in het dossier dat voor u ligt, mevrouw Meerhout.’
‘Dat weet ik, Thierry.’
Gedurende enkele seconden kon je een speld horen vallen.
‘Oké’, besloot Liese. ‘Commissaris, vindt u het goed dat u alle werkzaamheden van hieruit coördineert?’ Toen stond ze op en liep naar buiten. Ze had niet op een antwoord van Coleyne gewacht, en dat was er ook niet gekomen.
De persconferentie op de benedenverdieping van het stadhuis maakte die namiddag alvast één ding duidelijk: de verdwijning van Laura Magits was nieuws. Liese liep samen met Lino Borms naar de ontvangstruimte en keek verbaasd naar de hoeveelheid volk, dat zo goed als alle rijen stoelen bezette.
‘Dat is hier vaak zo, hoor’, zei Borms. Hij had haar verbaasde blik gezien. ‘Je staat soms versteld van de hoeveelheid mensen hier aan de kust die met een perskaart lopen te zwaaien. Het is een populaire hobby, denk ik.’
De talrijk opgekomen lokale pers werd nog overtroffen door het aantal camera’s en microfoons van de nationale zenders die aanwezig waren. Een batterij microfoons stond als een bloementuil op de lange tafel vooraan in de zaal. Korpschef Guido Vandaelen zat er al, geflankeerd door Coleyne. Liese liep naar voor en ging aan de andere kant van Vandaelen zitten.
‘Goedemiddag,’ begon de korpschef, ‘en alvast bedankt dat u met zovelen bent ingegaan op onze uitnodiging. Ik zal beginnen met u even het team voor te stellen. Links van mij zit mevrouw Liese Meerhout, commissaris bij de Crim in Brussel. De man rechts van mij kennen de meesten onder u al, commissaris Thierry Coleyne, hoofd van de recherche van Oostende. Ik stel voor dat commissaris Coleyne u even de achtergronden van de zaak schetst.’
Terwijl Coleyne aan zijn uitleg begon, bedacht Liese dat ze vergeten was om Lino naar de lappenpop te vragen. Ze dacht ook aan wat haar afdelingschef had gezegd: ze moest er dubbel zeker van zijn dat er in de media geen enkele verwijzing naar de pop bij Franssen was verschenen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een flik zijn mond voorbijpraatte, wist ze. Ze schrok op toen ze naast haar opnieuw de zware bas van de korpschef hoorde.
‘Tot zover de feiten. Als u vragen hebt, dan kunt u die nu stellen.’
Bij de allereerste vraag was het al raak. Een oudere vrouw in een ensemble dat zelfs Lieses moeder lichtjes gedateerd zou hebben gevonden, stond op en raadpleegde haar notitieboekje.
‘Waarom is de politie uit Brussel belast met het onderzoek? Dit is toch een verdwijningszaak in Oostende?’
De korpschef reageerde meteen. ‘We hebben mogelijke links gevonden met een zaak die haar oorsprong in Brussel heeft.’
‘Welke zijn die dan?’
‘Dat behoort tot het geheim van het onderzoek.’
Er volgde nog een tiental vragen, waar vooral Coleyne een antwoord op gaf. De oudere dame wilde nog iets weten, maar een jongere journalist was haar voor. Hij stak zijn hand omhoog en veerde overeind.
‘Kan het geen gewone verdwijning zijn?’
‘Dat kan’, zei Vandaelen. ‘We sluiten in deze fase van het onderzoek niets uit.’
De vrouw liet zich echter niet zomaar van het voorplan dringen. ‘Is de recherche van Oostende niet capabel om het onderzoek alleen te leiden dan?’ vroeg ze snel.
Liese schraapte haar keel. ‘We hebben samen een taskforce geïnstalleerd, mevrouw. Ervaringen delen is van cruciaal belang in een dergelijke zaak. Onze belangrijkste zorg nu is om Laura Magits snel terug te vinden.’
‘U was hier al om te assisteren in het onderzoek naar de moord op de directeur van het VLIZ’, merkte een journalist van de nationale radio fijntjes op. ‘Wat is het verband tussen die zaak en de verdwijning van Laura?’