Spoor(56)
‘Dat is de reden waarom je met deze tocht hebt geholpen.’
Ze knikt. ‘Je zult zien. Als deze twee het overleven... Dat zal een groot verschil maken.’
Dat is waar Diederik Brand zich achter verschuilt. Deze edele daad. Met zijn charme en zijn milieuacties. Maar er zit een addertje onder het gras.
Wat zochten Inkunzi en zijn bende?
Een stuk ijzerdraad met een haak in de dieseltank? Vertel me alleen maar of jullie het spul in het veld hebben gegooid. Waar moeten we gaan zoeken? Aan de andere kant van het hek?
Ze hebben de vrachtwagen doorzocht. Onze bezittingen. Iets wat klein genoeg was om in een sporttas verstopt te worden, minstens licht genoeg om over een hek gegooid te worden?
Jij bent een pro. Nu vraag ik me af waarom jij hier bent. En die firepower. De route die jullie nemen. Daar is een reden voor.
Diederik die een zogenaamde ‘pro’ meestuurde, en de mag7. En waarschijnlijk ook de route heeft voorgeschreven, met de doorzichtige leugen van ‘weegbruggen vermijden’.
Ik vraag aan Vlo: ‘Hoeveel weegt een rinoceroshoorn?’
‘Een kilo of drie.’
Makkelijk zat om een zak met tien hoorns in het veld te gooien. Maar hij zei: Chinese witchcraft. Niet mijn business. Hij heeft misschien gelogen, doelbewust, voor het geval dat we niet weten waar hij het over heeft.
‘Ehrlichmann. Wat weet je van hem?’
‘Hij was een wildopzichter.’
‘Die nu aan de kost moet komen als safarigids in een land waar gewoon geen toerisme meer is. Was hij erbij toen jullie gingen opladen?’
‘Hij had de leiding.’ Ze heeft het onmiddellijk door. ‘Denk je dat hij...’
‘Wie waren er verder nog bij?’
Ze denkt eerst na. ‘Alleen de arbeiders. En de drijvers.’
‘Heb je het hele laadproces gezien?’
‘Niet alles. Ik was bezig met de neushoorns.’
Lourens en ik waren bij het overladen op de Mercedes. En het enige wat van de ene vrachtwagen naar de andere is verschoven zijn de twee kooien.
‘Wanneer moet je ze weer inspuiten?’
Ze kijkt op haar horloge. ‘Over een halfuur.’
‘We kunnen in Hertzogville stoppen. Ik moet tanken,’ zegt Lourens.
Iets anders wat ik me afvraag: ‘Waarom heeft Diederik Brand nog niet gebeld?’
‘Nicola houdt hem op de hoogte, oom.’
‘Je hebt voor een miljoen rand aan neushoorns op een truck, met nog eens een miljoen aan hoorns, je huurt een lijfwacht omdat je je ernstig zorgen maakt. Maar je krijgt je voortgangsrapport uit de tweede hand?’
‘Ai ai,’ zegt Lourens halfhartig, niet bereid om Brand de schuld in de schoenen te schuiven. ‘Die oom Diederik...’
Terwijl Vlo de dieren inspuit, onderzoek ik de kooien. Er is geen verstopplek. Het raamwerk en de tralies zijn massief stalen staven, de vloer bestaat uit een laag houten planken zonder ruimte eronder.
Ik rol onder de vrachtwagen. Heel veel mogelijkheden, maar Inkunzi en zijn trawanten zullen grondig hebben gezocht. Ik heb het voordeel van daglicht, maar vind niets.
Wat kan zo waardevol zijn dat je zoveel moeite doet om een nachtelijke kaping op touw te zetten, met vijf auto’s en twaalf man? Wat breng je mee uit het noorden van Zimbabwe, een land waar niets is, dat helemaal kaal is geplukt?
Voordat we instappen, kijkt Vlo me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ik schud mijn hoofd want ik heb geen antwoorden.
We rijden. Ze brengt hun gesprek weer op gang, alsof ze dat als haar verantwoordelijkheid beschouwt.
Ik staar naar het landschap dat voorbijschuift en probeer chocola van dit alles te maken. Het laadproces op de boerderij van Swanepoel is de sleutel. Was daar iemand die er niet bij betrokken was, die niet hielp duwen of trekken om die kooien over te plaatsen?
Nee.
Wickus stond vanaf de grond bevelen te roepen. Vlo stond boven op het dak van de Mercedes. Swannie op de Bedford, met de helft van de arbeiders, Lourens en ik en de andere helft trokken aan de touwen om de neushoorns centimeter voor centimeter van de ene truck op de andere te schuiven.
Allemaal bezig, kreunend, zwetend, geconcentreerd. Hoe duidelijker ik me het toneel voor ogen haal, hoe zekerder ik ervan ben: er was geen gelegenheid om iets anders te laden, te verstoppen of vast te maken.
Mijn telefoon bliept in mijn zak. Ik haal hem tevoorschijn. Een sms van Emma. zie je vanavond op boerderij van d. verlang heel erg. xxx.
Ik word overspoeld door opluchting, zodat ik te laat merk dat Vlo ook naar het schermpje zit te staren.
Ze kijkt naar me en haar schuine glimlach verraadt dat dit haar beeld van mij verandert.
Om kwart voor elf kruisen we de N8 tussen Kimberley en Bloemfontein. Om elf uur wijst Lourens op de wegwijzer naar Magersfontein.
‘Was dat geen boek?’ vraagt Vlo.
‘Het was een slagveld in de Boerenoorlog,’ zegt hij. ‘Mijn overgrootvader was erbij. Paardeberg is hier ook in de buurt. En Modderrivier.’