Reading Online Novel

Spoor(181)



‘In zijn Audi?’ Want hij wil het voor zich zien, precies zoals het was.

‘Klopt.’

‘Precies langs de busroutes?’

‘Inderdaad. De routes die hij voor die dag heeft gekozen.’

‘Kun je me die routes geven?’

‘Wil je ze gaan rijden?’

‘Ja.’

‘Tuurlijk.’

‘Waarom moet hij die routes elke dag rijden?’

‘Om te zien of de chauffeurs zich aan het rooster houden. Zijn ze op tijd? Hoe rijden ze, hoe vol zijn de bussen? Hij is erbij als een bus panne krijgt of bij een ongeluk betrokken is. Hij zoekt nieuwe routes, waar staan mensen op taxi’s te wachten, hij zoekt gelegenheden, hij kijkt hoe routes verbeterd kunnen worden.

Dan, tegen elven, komen de regiomanagers naar kantoor. En doen de administratie. De aantekeningen van die ochtend uitwerken, ongelukken en mechanische problemen noteren en verwerken. Overtredingen van chauffeurs afhandelen. Brandstofcijfers controleren, nieuwe chauffeurs opleiden en instrueren, e-mail beantwoorden, drmp-logistiek uitpluizen, bulletins lezen, vergaderingen bijwonen, het is meestal hetzelfde, elke dag.

En na drieën is het weer langs de routes, precies hetzelfde verhaal, om precies dezelfde redenen. Tijd voor geintjes is er niet, tijd om groot geld te maken, dat is gewoon niet mogelijk.’

‘Hij heeft het geld ergens vandaan,’ zegt Joubert.

‘Misschien heeft hij het geërfd. En wilde hij dat niet tegen Tanja zeggen.’

‘Geërfd geld is nooit cash.’

‘Nee, dat is zo.’

‘Ben jij ooit regiomanager geweest?’

‘Ja,’ zegt Philander.

‘Stel dat je veel geld nodig hebt. Cash. Dringend. Je moet het hebben ook al zou je het moeten stelen, stel bijvoorbeeld dat je vrouw in het ziekenhuis ligt.’

‘Je bedoelt waar ik het op het werk zou stelen?’

‘Of in de werkomgeving.’

Philander neemt de laatste slok van zijn cappuccino terwijl hij zit te peinzen.

‘Er is maar één plek. Het grote ticketkantoor. Maar dan moet je nog twee of drie man hebben, daar naar binnen gaan met geweren en maskers en de boel beroven.’

‘Geen andere mogelijkheden?’

‘Niet als je veel geld wilt hebben.’

Joubert verbergt zijn teleurstelling. ‘Nog een cappuccino?’

‘Zijn we niet zo’n beetje klaar?’

Hij weet niet of er nog iets is. Hij overdenkt alles wat Philander heeft gezegd. Er schiet hem iets te binnen. ‘Die drmp, vertel nog eens een keer waar dat voor staat?’

‘Driver Risk Management Program.’

‘Dat is dat ding dat die staking heeft veroorzaakt?’

‘Precies.’

‘Maar het is een computersysteem. Waarom gingen ze daarover staken?’

‘Het is veel meer dan een computersysteem.’

‘O?’

‘Het is een lang verhaal.’

Joubert knikt. Hij heeft de tijd.

Philander zucht. ‘Misschien moeten we dan toch nog maar een koffie bestellen.’





102


‘Het gaat allemaal om de DriveCam.’

‘De DriveCam?’

‘In 2007 werd onze remise de eerste waar die lui van mister Eckhardt experimenteerden met het nieuwe systeem, want wij zijn de kleinste. En de beste, al zeg ik het zelf. Het werkt zo: elke bus krijgt zo’n videocamera voorin, bij de achteruitkijkspiegel. De DriveCam. Eén oog kijkt naar voren, één oog naar achteren, en er zit een harde schijf in. Nou, natuurlijk zet de camera niet alles van ’s ochtends tot ’s avonds op de harde schijf. Hij staat de hele tijd aan en registreert alles, maar er zit een bewegingsdetector in en een computertje, en als de bus hotst, dan savet hij beeld en geluid, van tien tot vijftien seconden voor het incident tot tien tot vijftien seconden erna, afhankelijk van hoe ernstig het was. Volg je me nog?’

Joubert denkt van wel. ‘Maar hotst een bus niet heel veel?’

‘Kijk, “hotst” zeg ik alleen voor de duidelijkheid. De bewegingssensor werkt met wat ze “inertie” noemen. Weleens gehoord van G-krachten? Nou, dat is het. Als de chauffeur ergens tegenaan knalt, dan is het negatieve G-kracht, negatieve inertie, en dan gaat je DriveCam opnemen. Als hij heel hard remt of te snel optrekt. Zelfs als je chauffeur te snel een bocht neemt, dan registreert de sensor dat en bewaart hij de video...’

‘Waarom ook in bochten?’

‘Waarom? Wanneer ga je te snel door een bocht, bro? Wanneer?’

‘Zeg het maar.’

‘Als je door rood rijdt, dan doe je dat.’

‘Aha...’

‘Nu komen we bij het waanzinnige deel. Als die bus ’s avonds terugkomt in de remise, worden al die stukjes video van het hotsen automatisch en draadloos op onze server geladen. Gewoon op het moment dat de bus het hek binnenkomt, snap je? Die server is verbonden met internet, en stuurt al die clips naar Amerika, want daar is het hele systeem ontwikkeld. De Amerikanen hebben software die alles analyseert, en zij mailen de videoclips met problemen terug naar de regiomanager. De ernstige dingen, zoals ongelukken, worden met cc aan mij en mister Eckhardt gestuurd.’