Spoor(15)
‘Wel, wel,’ zegt de advocaat.
‘We weten alleen niet van wie het nummer in Harare is,’ zegt Mentz.
‘We hebben geen toegang tot de infrastructuur in Zim. Maar we luisteren van nu af aan mee met alle gesprekken vanaf die nummers.’
Mentz schenkt hem een brede glimlach. ‘Dat is goed werk, Raj.’
‘Weet ik,’ zegt de Indiër.
Fotokopie: dagboek van Milla Strachan
Datum van aantekening: 2 september 2009
Klaar. Moe. Wat een dag. Negen uur les – computervaardigheid, internetvaardigheid, zoekprocedures, rapportage, schrijfstijl – allemaal in één ruimte, achter een computer, met vier verschillende, dodelijk saaie instructeurs.
Fotokopie: dagboek van Milla Strachan
Datum van aantekening: 3 september 2009
Hoogtepunt van de dag: ik zie voor het eerst de woorden ‘The Iron Lady is hungry.’ Die lopen langzaam over het computerscherm van Theunie, mijn kale collega. Het is zijn screensaver. Ik vraag hem wat het betekent. Hij glimlacht en zegt dat de directrice naar inlichtingen smacht.
Hij ruikt naar pijp, net als mijn vader.
9
(4 september 2009. Vrijdag.)
Ze zitten in de Bizerca Bistro, de elegante zwarte advocaat, Tau Masilo, en de onkreukbare blanke vrouw, Janina Mentz, met hun hoofden bij elkaar als minnaars. Ze zijn een eiland van ernst in de opgewekte lunchdrukte.
Masilo zegt zacht: ‘Volgens mijn bron heeft onze minister aanbevolen ons ongemoeid te laten bij de samensmelting, maar andere kabinetsleden zijn het daar niet mee eens.’
‘Wie?’
‘De minister van Defensie, blijkbaar, en de minister van Binnenlandse Zaken.’
Oudgedienden in het kabinet, weet Mentz. Ze verwerkt de informatie voordat ze vraagt: ‘Wie steunt ons nog meer?’
‘De vicepresident.’
‘Verder niemand?’
‘U moet begrijpen dat het informatie uit de tweede hand is, en ik vermoed dat er heel wat speculatie bij zit. Maar het belangrijkste is dat de president nog niet zeker weet of wij erbij betrokken zullen worden.’
Ze eten zwijgend, Masilo met zichtbaar genot. Ten slotte legt hij zijn mes en vork neer. ‘Geen wonder dat de minister van Financiën hier ook eet. Mevrouw, mag ik een voorstel doen?’ vraagt hij.
‘Natuurlijk, Tau.’
‘Dit is het moment om lawaai te maken. Om de president te overtuigen.’
‘Hoe?’
‘Met wat we hebben. Ik weet het, ik weet het, objectief gezien is het niet veel. Maar een kort rapport, slim geschreven...’
‘Dat is riskant.’
‘Waarom?’
‘Hoeveel gaan we aan geloofwaardigheid inboeten als we er met dat moslimverhaal helemaal naast zitten, Tau?’
‘Maakt dat over een maand of twee iets uit?’
‘We hebben gewoon nog niet genoeg,’ zegt ze met een nauwelijks verhuld verwijt.
‘Ik weet niet of we veel langer kunnen wachten, mevrouw. Dit is een buitenkans, en het is nu of nooit. De president kan nu elke dag zijn besluit nemen.’
Janina Mentz schuift haar bril omhoog. Niet overtuigd.
Masilo’s telefoon gaat. Hij neemt op, luistert en zegt dan in het toestel: ‘Waarvandaan?’ En dan: ‘Ik kom eraan.’
Hij bergt de telefoon op. ‘Dat was Quinn. Ik denk dat het afluisteren in Gauteng resultaat heeft opgeleverd.’
Quinn, gekleed in een zwarte coltrui en een kaki broek, streelt de feiten met zijn zachte stem: ‘Inkunzi Shabangu en zijn mensen zijn slim, zoals het leden van de georganiseerde misdaad betaamt. Ze vervangen elke week hun simkaart. Het kost de mensen van Raj steeds drie tot vier dagen om de nieuwe nummers te isoleren, want we kunnen alleen Shabangu’s huis monitoren, dat is ons enige vaste punt. Dan blijven er maar drie afluisterdagen over voordat we weer van voren af aan moeten beginnen.
Overigens gebruiken ze dezelfde simkaart nooit twee keer, en we hebben het vermoeden dat elk nieuw nummer op zondagavond aan belangrijke contacten wordt ge-sms’t. Dit is een opname van vanochtend. De ene stem is Shabangu zelf. De oproep komt uit Harare, het is ook een typisch Zim-accent.’
Quinn klikt met de muis. Het geluid klinkt uitstekend via de indrukwekkende installatie.
‘Hallo.’
‘Mhoroi, Inkunzi, hoe gaat het?’
‘Heel goed, my friend, en hoe gaat het met jou?’
‘Niet zo goed, Inkunzi, het zijn zware tijden hier.’
‘Ik weet het, my friend, ik weet het, de kranten staan er vol van.’
‘Wat doe je eraan...?’
‘Maar goed, my friend, ndeipi?’
‘Het nieuws is dat je gelijk had, Inkunzi. Chitepo werkt aan een nieuwe route, en die zal door Zuid-Afrika gaan.’
Quinn zet het afspelen van de opnamen even stil. ‘Mogelijk Johnson Chitepo, hoofd van het Joint Operations Command van Zim, en Mugabes rechterhand. Maar luister hier...’ en hij zet de opname weer aan.