Spoor(13)
Dat ze hem al vergeven heeft. Dat ze oneindig veel van hem houdt.
8
(25 augustus 2009. Dinsdag.)
Dezelfde karakterloze, licht deprimerende vergaderkamer, deze keer met vier mensen: de opgewekte mevrouw Nkosi, een zwarte man die zichzelf alleen heeft voorgesteld als ‘Ben’, en tegen de achtermuur twee niet geïntroduceerde toeschouwers, een heel dikke Indiër en een blanke vrouw van in de vijftig.
‘Ik moet zeggen dat de achtergrondcheck een beetje als een verrassing kwam,’ oppert Milla voorzichtig tegen de gemoedelijke mevrouw Nkosi.
‘Begrijpelijk,’ zegt Ben, die Milla aan Shakespeare doet denken, een van de ‘schrale en hongerige mannen’ van Julius Caesar. ‘Onvermijdelijk. Waarschuwen is contraproductief. Ondermijnt de geloofwaardigheid.’ Zinnen die marcheren als soldaten.
‘Maar het goede nieuws is, je hebt de shortlist gehaald,’ zegt mevrouw Nkosi. ‘De functie is precies zoals ik heb beschreven. En nu kunnen we je wat meer vertellen.’
‘Het is werk voor een overheidsinstantie. Een heel belangrijke. Bent u bereid om voor de overheid te werken?’ vraagt Ben.
‘Ja, ik... Mag ik vragen met wie u nog meer hebt gesproken? Over mij?’
‘Meestal kijken we naar het journalistieke werk. Praten met voormalige werkgevers en collega’s. Uw geval was anders. We hebben uw ex-man gesproken. Een leraar van vroeger. Een universitair docent. U bent geslaagd. Met vlag en wimpel.’
Ze wil vragen welke leraar, want in Wellington waren het allemaal conservatieve Broederbonders.
‘Goed. De functie. Voor een ministerie. Geheimhouding is essentieel. De belangrijkste factor: u zult niet over uw werk kunnen praten. Het echte werk. U zult moeten liegen. Tegen uw vrienden. Uw familie. Voortdurend. Dat kan zwaar zijn.’
‘In het begin, eigenlijk alleen in het begin,’ zegt mevrouw Nkosi sussend. ‘Je raakt eraan gewend.’
‘Natuurlijk wordt u getraind. Hoe ermee om te gaan. Maar misschien is dit helemaal niet wat u in gedachten had.’
‘Het is... Ik had geen idee...’
‘Dat begrijpen we, het is plotseling, het is onverwacht. Maakt u zich geen zorgen, u krijgt alle tijd om na te denken. Maar als u nu al het gevoel hebt dat het iets is wat u helemaal niet wilt doen...’
‘Nee,’ zegt Milla Strachan. ‘Ik... Het klinkt... spannend.’
(27 augustus 2009. Donderdag.)
Rajhev Rajkumar kent Janina Mentz goed. Hij weet hoe hij haar voor zich moet winnen.
‘Over de aanstelling bij het Rapportageteam...’
‘Ja?’
‘Dit was denk ik de sterkste kandidaat,’ zegt hij en hij tikt met een vingernagel op een map.
‘Waarom?’
‘Ze is intelligent, beetje nerveus, maar Ben kan lastig zijn. Ze is politiek bijna neutraal, met een liberale achtergrond. Woont alleen. En ze kan natuurlijk de eerste beginnen, dat is een pre.’
‘Ze heeft geen echt relevante ervaring.’
‘Dat hadden ze geen van allen. Zoals u weet is dat eigenlijk een voordeel. Geen slechte gewoontes, geen media-ideologie.’
‘Mmm...’
Rajkumar wacht geduldig, want hij weet dat Mentz alle transcripties heeft gelezen. Hij weet welke passages de doorslag zullen geven.
Sollicitatiegesprek: vacature – Rapportageteam
Transcriptie: M. Strachan, ondervraagd door B.B. en J.N.
Datum en tijd: 25 augustus 2009. 10.30 uur
BB: Krijgt u alimentatie?
MS: Nee.
BB: Waarom niet? U hebt er toch zeker recht op? En uw man is rijk.
MS: Geld van hem aannemen zou een erkenning van afhankelijkheid zijn. En onderwerping. Zwakte. Ik ben niet zwak.
‘Ja,’ zegt Janina Mentz ten slotte, ‘neem haar.’
(1 september 2009. Dinsdag.)
Veertien stoelen in het opleidingslokaal, een lessenaar ervoor, maar zij en de instructeur zitten naast elkaar. Zijn stem dreunt eentonig door, zijn gezicht in een ernstige frons. ‘Je primaire dekmantel is wat je je familie vertelt, en je vrienden. In jouw geval is je primaire dekmantel News This Week. Dat is een werkelijk bestaande publicatie, die wordt geproduceerd door het ministerie van Communicatie en verspreid onder ministers, directeuren-generaal en hun staf. Dus je kunt tegen mensen zeggen dat je daar werkt, dat je de gedrukte en elektronische media dagelijks doorzoekt op nieuws uit Limpopo en Mpumalanga, jouw secties. En dat je daar een wekelijkse pagina over schrijft in de nieuwsbrief. Je moet weten dat de overheid werkelijk geïnteresseerd is, ze willen die dingen echt weten. En je moet ook elke week de echte nieuwsbrief bestuderen, zodat je weet wat erin staat. Verder is het essentieel dat een dekmantel ook ambitieuze kanten heeft, dus je kunt mensen vertellen dat je hoopt ooit door te stromen naar de grotere secties, zoals de Wes-Kaap, en misschien over een paar jaar redactieassistent te worden.’