Reading Online Novel

Spoor(104)



De minister zakt hoofdschuddend onderuit in zijn stoel. ‘cia,’ zegt hij als het tot hem doordringt.

‘Hij is nu bezig toenadering te zoeken tot een van onze administratief medewerkers.’

‘En dan zitten ze bij de samenwerkingsvergaderingen en doen alsof ze onze vrienden zijn.’

‘Precies.’

‘Hoe wil je dit gebruiken, Janina?’

‘Als pressiemiddel. Ik wil de troefkaart niet uitspelen voordat het echt niet anders meer kan.’





61


‘Wil je koffie?’ vraagt Milla als ze voor het veiligheidshek van het appartement staan.

‘Graag,’ zegt hij.

Ze toetst de code in en doet het hek open. Haar hart bonst.

‘Milla,’ zegt hij.

Ze kijkt hem aan.

‘Vertel je dan wat over jezelf?’



De operator is een vrouw, 34 jaar oud. Ze is een van Quinns vertrouwelingen, een van de mensen op wie hij kan bouwen.

Om 22.48 uur zit ze in haar hokje bij de pia als het achtervolgingsteam haar laat weten dat Becker en Miss Jenny zojuist zijn aangekomen voor haar appartement. Het afluisteren kan beginnen.

Ze gaat snel naar de Operations Room, doordrongen van Quinns opdracht: geen opnamen in het systeem. Alleen een digitaal geluidsbestand op een usb-stick, ter attentie van hem, op zijn bureau. En een handgeschreven aantekening om aan te duiden hoe belangrijk het is.

Ze stemt af op het juiste kanaal, zet de computer aan en plaatst de koptelefoon op haar hoofd. Ze weet niets over de man en vrouw van wie ze de stemmen hoort, kent alleen de codenamen.

Ze is zich bewust van de indrukwekkende gevoeligheid van de hightech microfoons, die elk geluid glashelder opvangen: de zachte stappen op een vloer, het kraken van een stoel, het rammelen van bekers, het gerinkel van theelepels. En de stemmen. De vrouw die over haar leven vertelt, de man die haar zacht vragen stelt. Ze praten over de voor- en nadelen van opgroeien in een klein dorp. Over ouders. Ze verplaatsen zich naar een andere kamer. Zij zegt: ‘Het was een stel Boeren-hippies, hij en mijn moeder. Reuze excentriek, heel anders dan de ouders van andere kinderen. Ik weet nog steeds niet of het... wat voor invloed dat op mij heeft gehad. Er was een tijd dat ik me zo voor hen schaamde...’ Geluid van een auto die door de straat rijdt.

De operator luistert onbevooroordeeld, ze concentreert zich puur op informatie die te maken kan hebben met Operatie Shawwal. Maar ze hoort alleen een man en een vrouw over hun leven praten, over kind-zijn en opgroeien, over de dingen die hen gevormd hebben.

En later hoort ze, tot haar verlegenheid, de intimiteit tussen een man en een vrouw. Ze hoort hoe ze na middernacht ophouden met praten. En dan beginnen de geluiden subtiel een verhaal te vertellen van fysiek contact en liefkozingen, tot de adem en de stem van de vrouw, de geheimzinnige Miss Jenny, uiteindelijk zacht haar diepe bevrediging tot uiting brengen.

De operator vindt er weinig erotiek in. Want morgen, als Quinn het afluistert, zal hij weten dat zij dit ook heeft gehoord.

(8 oktober 2009. Donderdag.)



Wanneer het Amerikaanse team binnenkomt, blijkt het uit vier mensen te bestaan.

Mentz is verbaasd, want ze kent er maar twee van. ‘Zo, zo, wat zijn jullie gegroeid,’ zegt ze.

‘Janina, how are you? Tau, good to see you again. Laat me jullie voorstellen aan twee van mijn collega’s,’ zegt Bruno Burzynski, de bureauchef van de cia in zuidelijk Afrika, groot, atletisch en kaal. ‘Dit is Janet Eden, en dit is Jim Grant. En Mark ken je al.’

Als ze elkaar begroet hebben en om de tafel zitten, zegt ze tegen Burzynski: ‘En wat doen je collega’s zoal, Bruno?’

‘Landbouwattachés natuurlijk.’

Ze glimlacht. ‘Namens de minister bedank ik jullie voor jullie komst op zo’n korte termijn. Hij laat jullie groeten.’

‘Altijd tot genoegen. Doe de groeten terug.’

‘Iemand koffie? Thee? Water?’

‘Nee, bedankt.’

‘Mochten jullie van gedachten veranderen, de drankjes staan achter jullie... Zo, en als jullie het niet erg vinden, kom ik meteen ter zake. Zoals jullie waarschijnlijk weten, heeft onze regering gisteren een internationaal solas Chapter Five-verzoek ingediend, voor een vissersschip. Het gaat om dit schip, een hektrawler,’ en ze klikt op de afstandsbediening om de powerpointafbeelding op het grote scherm te activeren. ‘Het scheepsidentificatienummer is era112, het vaart onder Namibische vlag, de naam op de boeg is The Madeleine. Het is een week of drie geleden verkocht door een bedrijf in Walvisbaai. Helaas blijkt uit een voorrapport van solas dat het schip de lrit en ais niet aan heeft staan, waardoor het erg moeilijk te vinden is. En we moeten het zeer dringend vinden. Daarom stelde de minister voor onze goede vrienden, de regering van de Verenigde Staten, om assistentie te vragen in deze kwestie. Hij en de president zouden dat zeer op prijs stellen.’