Reading Online Novel

Slaap(139)



De deur aan de andere kant van de kamer staat open naar een donkere bibliotheek.

Een zacht gesmak alsof iemand zijn mond bevochtigt.

Ze ziet niets.

Het pistool trilt in haar hand.

De ramen recht voor haar zijn zwart en ze doet een pas naar voren, houdt haar adem in en hoort iemand achter zich ademen.

Saga reageert onmiddellijk en draait zich om. Toch is ze te laat. Een sterke hand omklemt haar keel en ze wordt met enorme kracht tegen de kast in de hoek geslingerd.

Jureks greep rond haar keel is zo hard dat de bloedtoevoer naar haar hersenen wordt onderbroken. Hij kijkt haar volkomen kalm aan en houdt haar stil. Het wordt zwart voor haar ogen en de Glock valt uit haar hand.

Krachteloos probeert Saga zich los te wurmen, en vlak voor ze het bewustzijn verliest hoort ze hem fluisteren: ‘Kleine sirene...’

Dan smijt hij haar tegen de kast, haar hoofd slaat tegen de rand en daarna knalt ze met haar slaap tegen de stenen muur. Ze valt op de grond en het draait voor haar ogen. Ze ziet dat Jurek zich over de dode man heen buigt en het mes uit zijn lichaam trekt. Dan wordt alles weer zwart.





177


Ze doen niet zachtjes meer. Mikael ondersteunt zijn vader de trap af naar de smalle gang voor de bedienden. Ze buigen licht naar links, langs de oude kast met het kerstservies, de keuken in.

Reidar moet weer blijven staan, hij kan niet meer en moet gaan liggen. De kramp in zijn borst is niet te harden.

‘Je moet vluchten,’ hijgt hij en hij hoest zwak. ‘Ren, ren naar de grote weg.’

Op de keukentafel brandt de kaars nog met flakkerende vlam. Aan één kant is kaarsvet langs de fles op het linnen tafelkleed gelopen.

‘Niet alleen,’ zegt Mikael. ‘Ik kan het niet...’

Reidar hapt naar adem en loopt verder, hij ziet sterretjes, steunt met zijn hand tegen de muur waardoor het grote schilderij van Cullberg scheef komt te hangen.

Ze lopen door de muziekkamer en Reidar voelt amper grond onder zijn blote voeten.

Er ligt bloed op het parket, maar ze lopen domweg door naar de hal. De voordeur staat open en er is sneeuw naar binnen gewaaid, dwars over het Perzisch tapijt tot onder aan de grote trap.

Mikael rent naar de garderobekast, rukt de jas van zijn vader eruit en vindt de roze nitroglycerinespray. Met bevende handen brengt Reidar de spray naar zijn mond en spuit onder zijn tong, doet een paar passen, blijft staan en spuit nog een keer.

Hij wijst op de schaal aan de andere kant van de hal waar de autosleutels in liggen.

Maar nu klinken er zware voetstappen vanuit de keuken door de zalen. Ze hebben geen tijd te verliezen. Ze stormen de zwarte winterochtend in.

De lucht is snijdend koud.

Op het bordes ligt opgewaaide sneeuw. Mikael heeft sportschoenen aan, maar onder Reidars blote voeten bijt de kou.

De pijn in zijn borst is verdwenen en ze komen sneller vooruit. Samen rennen ze naar Saga’s auto op het voorplein.

Reidar rukt aan het portier, kijkt naar binnen en ziet dat de sleutel weg is.

Jurek Walter komt naar buiten en ziet hen in het donker. Hij schudt bloed van het mes en loopt op hen af.

Ze rennen door de sneeuw naar de paardenstal, maar Walter is veel te snel. Reidar blikt over de akkers. Het donkere ijs van de rivier is vaag zichtbaar als een slingerend lint in de sneeuw tot aan de bruisende stroomversnelling.





178


Saga wordt wakker doordat er bloed in haar ogen loopt. Ze knippert en rolt op haar zij. Haar slaap gloeit. Ze heeft verschrikkelijke hoofdpijn, haar keel voelt opgezet en ze heeft moeite met ademen.

Voorzichtig betast ze de wond aan haar slaap en ze kermt van de pijn. Met haar wang tegen de vloer ziet ze haar Glock in het stof onder de grote ladekast bij het raam liggen.

Ze moet haar ogen weer dichtdoen, proberen te begrijpen wat er is gebeurd. Joona had gelijk, denkt ze. Jurek komt Mikael halen.

Ze heeft geen idee hoe lang ze buiten westen is geweest. Het is nog steeds bijna helemaal donker in de kamer.

Ze rolt op haar buik en kreunt.

‘O god...’

Moeizaam komt ze op handen en voeten overeind. Haar armen beven onder haar als ze door de bloedplas van de dode man naar de ladekast kruipt.

Ze reikt naar het wapen, maar kan er niet bij.

Saga laat zich zakken, perst zichzelf zo ver mogelijk onder kast, maar kan de Glock alleen met haar vingertoppen aanraken. Het is onmogelijk. Duizeligheid maakt dat de hele kamer zich met heftige bewegingen een kwartslag draait en ze moet haar ogen weer dichtdoen.

Plotseling ziet ze licht door haar gesloten ogen. Ze kijkt en ziet een wonderlijk wit schijnsel. Het springt trillend over het plafond. Ze draait haar hoofd en ziet dat het uit het park komt en schittert in de ijskristallen aan de buitenkant van het raam.

Saga dwingt zichzelf om op te staan, ze zoekt steun tegen de ladekast en komt hijgend overeind. Uit haar mond loopt een sliert slijmerig bloed. Ze kijkt door het raam naar buiten en ziet David Sylwan rennen met een brandende noodfakkel in zijn hand. Het felle licht verspreidt zich rondom hem in een flakkerende cirkel.