Slaap(137)
‘Wacht,’ fluistert Reidar als hij de vloer in de salon hoort kraken.
Uit de donkere deuropening verderop komt een tengere man tevoorschijn. Het is Jurek Walter. De ogen in zijn moordlustige gezicht glimmen en het mes in zijn rechterhand glanst hevig.
Reidar loopt achteruit en verliest zijn pantoffels. Hij gooit de kaars naar Walter. De vlam dooft in de lucht en de fles knalt tegen de grond.
Ze keren om en stormen door de gang zonder om te kijken. Het is donker en Mikael rent tegen een stoel op, valt bijna en wankelt tegen de muur, haalt zijn hand over het behang.
Een schilderij valt en het glas breekt – splinters schieten over de vloer.
Ze duwen een zware deur open en struikelen de oude hal naar de vergaderzaal in.
Reidar moet blijven staan, hij hoest en zoekt tastend naar steun. Door de gang komen voetstappen snel dichterbij.
‘Papa!’
‘Doe de deur dicht, doe de deur dicht,’ hijgt hij.
Mikael sluit de stevige eiken deur en draait de sleutel drie keer om. Het volgende moment wordt de deurklink naar beneden geduwd en het deurpost kraakt. Mikael verplaatst zich achterwaarts, met zijn blik op de deur.
‘Heb je een telefoon?’ vraagt Reidar en hij hoest.
‘Die ligt in m’n kamer,’ fluistert Mikael.
De pijn in Reidars borst straalt uit naar zijn linkerarm.
‘Ik moet rusten,’ zegt hij zwak en hij voelt dat zijn benen het bijna begeven.
Walter beukt met zijn schouder – het massieve hout dreunt en kraakt, maar de deur geeft niet mee.
‘Hij komt er niet in,’ fluistert Reidar. ‘Geef me een paar seconden...’
‘Papa? Waar is je busje spray?’
Reidar zweet en de druk op zijn borst is zo heftig dat hij amper kan praten.
‘In de hal, in mijn jas...’
174
Saga perkt met het pistool de hoeken af en sluipt door de gang naar de trap in de hal.
Ze moet naar Mikael en Reidar toe en zorgen dat ze in de auto komen.
Misschien is de hemel iets lichter geworden, want het is nu mogelijk om de schilderijen aan de muren en de contouren van de meubels te onderscheiden.
De adrenaline in haar lichaam maakt haar ijzingwekkend alert.
Het geluid van haar voetstappen verdwijnt als ze verder loopt over een vloerkleed, voorbij de zwarte vleugel. Vanuit haar ooghoek ziet ze iets glanzen. Ze draait snel haar hoofd en ziet een cello op zijn pin staan.
Het kraakt in de muren, alsof de temperatuur buiten ineens flink gedaald is.
Saga sluipt snel verder, met het wapen naar de grond gericht. Langzaam verplaatst ze haar vinger naar de trekker, knijpt hem behoedzaam voorbij de eerste weerstand.
Midden in een beweging blijft ze staan luisteren. Het is doodstil in huis. De hal recht voor haar is donkerder dan de andere kamers, de dubbele deuren zijn bijna gesloten.
Saga loopt door, maar dan hoort ze een sloffend geluid achter zich. Snel draait ze zich om en ziet sneeuw van het dak van de erker langs het raam naar beneden storten.
Haar hart bonst in haar keel.
Als ze zich weer naar de hal keert ziet ze een hand. Smalle vingers omsluiten de rand van de deur.
Saga richt haar pistool op de deur, klaar om er dwars doorheen te schieten als ze een afschuwelijke kreet hoort.
De hand glijdt naar beneden en verdwijnt, dan klinkt er een bons en de dubbele deuren glijden open.
Er ligt een man op de grond. Eén been schokt in krampen op en neer.
Ze verplaatst zich voorwaarts en ziet dat het Wille Strandberg is, de toneelspeler. Hij hijgt en houdt zijn buik vast.
Grote hoeveelheden bloed borrelen tussen zijn vingers omhoog.
Hij staart Saga verward aan en knippert snel met zijn ogen.
‘Ik ben van de politie,’ zegt ze en ze hoort de trap naar de bovenverdieping kraken onder het gewicht van een mens. ‘De ambulance is onderweg.’
‘Hij zit achter Mikael aan,’ kreunt de toneelspeler.
175
Mikael fluistert in zichzelf en staart naar de deur die op slot zit, als de sleutel er plotseling uitgewurmd wordt en zacht rinkelend op het parket valt.
Reidar houdt zijn hand tegen zijn pijnlijke borst. Het zweet stroomt over zijn gezicht. Het begint nu echt ondraaglijk te worden. Meerdere keren heeft hij geprobeerd tegen Mikael te zeggen dat hij moet vluchten, maar hij heeft geen stem meer.
‘Kun je lopen?’ fluistert Mikael.
Reidar knikt en zet een stap. Het slot knarst en Mikael legt de arm van zijn vader over zijn schouder en probeert hem mee te krijgen naar de bibliotheek, de oude vergaderzaal.
Achter hen schraapt het slot.
Ze lopen langzaam voorbij een hoge kast naar de wand met grote wandkleden die zijn opgespannen in houten lijsten.
Reidar stopt weer, hoest en hapt naar adem.
‘Wacht,’ hijgt hij.
Hij laat zijn vingers langs de rand van het derde wandkleed glijden en opent een geheime deur naar een trap voor de bedienden, die naar de keuken leidt. Ze glippen de krappe gang in en sluiten de deur behoedzaam achter zich.