Siciliaanse verovering(34)
‘Ik heb niets vergeten.’
‘Juist.’ Ze keek hem woedend aan. Mannen, en zeker macho’s, vonden het knap lastig om een fout toe te geven. ‘Je besloot simpelweg om elke voorzichtigheid aan je laars te lappen.’
‘Precies zoals je zegt.’
‘Wat?’ Ze geloofde haar oren niet. Onmogelijk. Geen denken aan.
‘Ik besloot niets te doen om een zwangerschap te voorkomen.’
‘Maar je zei dat je geen condoom bij je had.’ Was die fluisterende, verwonderde stem werkelijk van haar?
‘Dat klopt, maar ik had je ook op een andere manier kunnen beminnen.’
‘Maar dat heb je niet gedaan.’
‘Inderdaad.’
Ze liet zich in de eetkamerstoel ploffen. Haar benen voelden slap. ‘Echte mannen doen het natuurlijk niet op een andere manier?’
Hij keek haar spottend aan. ‘Die gedachte is niet eens bij me opgekomen.’
‘Welke gedachte dan wel? Je wilt me toch niet vertellen dat je me zwanger wilde maken?’
‘Toch wel. Nog steeds.’
Ze voelde hoe het bloed wegtrok uit haar gezicht, haar hart oversloeg en haar ademhaling jachtig werd. ‘Je wilde me bevruchten?’ Anders wist ze het niet te verwoorden.
‘Sì.’
‘Maar waarom?’
‘Meerdere redenen.’
‘Noem me er één.’
‘Jouw gezondheid.’
‘Je bedoelt dat het heel gezond voor me is om zwanger te zijn? Dat is toch krankzinnig?’
‘Niet echt. Ik sprak na je miskraam een arts. Hij waarschuwde me dat je mogelijk een post-partumdepressie had opgelopen.’
Ze had wel eens gehoord van een postnatale depressie. Dat kon je krijgen als de baby geboren was, maar dat had bij haar nooit plaatsgevonden, en dat zei ze ook.
‘De hormonen kunnen ook uit balans raken als je het kindje hebt verloren. Het was merkbaar dat je nog niet helemaal de oude was en niet als vanouds functioneerde. Je blijft niet alleen uit de buurt van andere mannen, het lijkt wel alsof je iedereen mijdt. Je bent verhuisd maar zoekt ook nooit je vrienden in het oude gebouw op. En je bedankt zonder mankeren voor uitnodigingen van Signor Di Adamo om met zijn gezin mee te komen eten.’
‘Dat krijg je natuurlijk ook allemaal van je spionnen te horen,’ brieste ze, gekwetst door zijn diagnose.
‘Nee, van jouw baas. Hij maakt zich zorgen om je, maar hij denkt dat je verdriet te wijten is aan het feit dat wij uit elkaar zijn.’
‘Dat was ook zo! En die miskraam. Ik lijd niet aan een of andere chemische onevenwichtigheid die jij moet bestrijden door me zwanger te maken.’
‘Misschien niet, maar ook de verloskundige vertelde me dat een nieuwe zwangerschap wel degelijk kan helpen om het verdriet om je miskraam te verwerken.’
‘Je hebt over me gepraat met een arts én met een verloskundige?’
‘Ik wilde begrijpen waarom je zo halsstarrig weigerde om me te zien of te spreken.’
‘Omdat je me gekwetst hebt en ik je uit mijn leven wilde bannen. Dat had ik je zó kunnen vertellen!’
Zijn kaken verstrakten, maar hij werd niet boos. ‘Er was dus meer aan de hand.’
‘Jij dacht dat je de kwaal die je voor me had verzonnen wel kon genezen door me weer zwanger te maken?’ Hoe vaak ze het ook uitsprak, het bleef even ongelofelijk klinken.
‘Bovendien geloofde ik dat je met me zou trouwen als je maar weer in verwachting van me zou zijn.’
‘Weer? Dus nu geloof je wel dat het jouw kind was?’ Ze vroeg het bijtend om alle andere gevoelens te maskeren die door haar heen raasden.
‘Jij zegt dat het zo is. Ik had er niet aan moeten twijfelen.’ Maar toen had hij niet van haar gehouden en het zaadje van de twijfel was in de vruchtbare bodem van wantrouwen ontkiemd die Sofia had achtergelaten.
‘Je kunt me niet dwingen met je te trouwen.’
Zijn schouderophalen was niet erg berustend. Hij had haar net zo goed kunnen zeggen dat dat allemaal wel leuk en aardig was, maar dat hij natuurlijk wel Salvatore di Vitale was, iemand die kreeg wat hij wilde.
En wat hij nu wilde… was dat ze met hem trouwde.
Salvatore keek naar de emoties die over Elisa’s expressieve gezicht flitsten. Niets leek ook maar een beetje op blijdschap bij het vooruitzicht van een huwelijk met hem.
Hij werd boos. Hij had een vergissing begaan, dat kon gebeuren. Maar dat ze om die reden alles van de hand wees wat ze hadden gedeeld, was natuurlijk belachelijk.
‘Veel pleit er anders voor.’
‘Jouw wantrouwen ten opzichte van vrouwen en mijn wantrouwen ten opzichte van jou, en natuurlijk enorm veel wellust. Dat is nu niet precies wat me voor ogen staat bij het beeld van een gelukkig leven samen.’
Haar sarcasme schuurde zijn goede bedoelingen weg.