Reading Online Novel

Schaduwland(69)



‘Ik denk dat ik verveling onderschat heb,’ lach ik. ‘Ik begin te begrijpen dat saai niet altijd slecht hoeft te zijn.’

Damen knikt, leunt naar me toe en drukt zijn lippen op mijn wang. Zodra hij zijn ogen van de weg heeft, knalt hij bijna achter op een Escalade.

Ik lach en duw hem terug achter het stuur. ‘Alsjeblieft, zeg. We hebben al ons geluk voor vandaag wel opgebruikt.’

‘Zoals je wilt.’ Hij glimlacht, geeft een kneepje in mijn been en kijkt weer voor zich naar de rest van het verkeer als we terugrijden naar huis.





Vijfentwintig

Ik had gehoopt weg te zijn tegen de tijd dat Munoz langskwam om Sabine op te halen. Maar zodra ik de oprit op kom en in de achteruitkijkspiegel kijk, zie ik hem vlak achter me verschijnen.

Te vroeg.

Tien minuten te vroeg, zelfs.

Precies die tien minuten waarin ik dacht naar huis te racen, gepaste, donkere kleding aan te trekken en vlug weer door te gaan naar Havens voortuin waar ze een begrafenisceremonie houdt voor Charm.

‘Ever?’ Hij stapt uit zijn glimmende Prius, rammelt met zijn sleutelbos en kijkt naar me door toegeknepen ogen. ‘Wat doe jij hier?’ Hij houdt zijn hoofd schuin als hij naar me toe loopt. Meteen word ik omringd door een wolk van Axe-bodyspray.

Ik slinger mijn tas over mijn schouder en smijt het portier harder dicht dan ik van plan was. ‘Tja, dat is grappig... ik eh... ik woon hier.’

Hij kijkt me aan zonder te bewegen en even vraag ik me af of hij me wel hoorde. ‘Je woont hier?’ herhaalt hij dan.

Ik knik en wil er verder niet op ingaan.

‘Maar...’ Hij kijkt om zich heen naar de stenen gevel, het trapje naar de voordeur, het versgemaaide gras van het gazon en de bloembedden waarin planten vol knoppen staan. ‘Maar dit is toch Sabines huis, of niet?’

Heel even aarzel ik. Zal ik het doen? Zal ik zeggen dat dit nep-Toscaanse optrekje in Laguna Beach niet is waar Sabine woont? Dat hij zich heeft vergist en per ongeluk bij mijn huis terecht is gekomen?

Net als ik ervoor wil gaan, komt Sabine zelf aan. Ze springt vol enthousiasme uit haar auto en roept: ‘O, Paul, sorry dat ik zo laat ben! Het was een gekkenhuis op kantoor en telkens als ik weg wilde gaan, kwam er weer iets tussen...’ Ze schudt haar hoofd en kijkt vervolgens naar hem met een veel te flirterige blik voor een eerste afspraakje. ‘Geef me een minuutje, dan ren ik vlug naar boven. Dan kunnen we daarna zo gaan, het duurt niet lang.’

Ik denk alleen maar: Paul?

Als ik zo van de een naar de ander kijk, valt het me op hoe blij Sabine is en hoe zangerig haar stem klinkt. Dat is een slecht teken en het bevalt me niets. Het is te intiem, te direct. Eigenlijk zou ze hem meneer Munoz moeten noemen, net als wij op school. Al is het maar tot na de eerste date. Want daarna besluiten ze toch dat het bij één keertje blijft... toch?

Hij glimlacht en laat zijn handen door zijn wat lange, golvende bruine haar glijden als een echte charmeur. Oké, voor een leraar heeft hij echt een geweldige bos haar, maar daarom hoeft hij er nog niet zo mee te koop te lopen.

‘Ik ben wat te vroeg,’ zegt hij zonder haar blik los te laten. ‘Dus neem alle tijd die je maar nodig hebt. Ik praat wel eventjes met Ever.’

‘Ah, dus jullie hebben elkaar al leren kennen,’ zegt ze en ze laat haar uitpuilende koffertje tegen haar heup rusten als ze ons aankijkt.

Ik schud mijn hoofd en roep heel hard ‘Nee!’ voor ik er iets aan kan doen. Of ik nou nee zeg als antwoord op haar vraag of als reactie op de hele situatie, weet ik niet goed. Maar dan nog – het is eruit, een ondubbelzinnige ontkenning die ik niet van plan ben terug te nemen. ‘Ik bedoel... ja, we hebben elkaar ontmoet... nu net, een minuutje geleden.’ Ze kijken me allebei onzeker aan. ‘Ik eh... ik bedoel dat we elkaar daarvoor nog niet kenden, of zoiets.’ Ja, dat maakt het echt stukken duidelijker, nou goed? ‘Maar eh... hij heeft gelijk. Ga jij maar naar binnen om je klaar te maken voor je date en...’ Ik wijs met mijn duim in Munoz’ richting zonder zijn naam te zeggen. Ja, kom even, ik ga toch echt geen Paul zeggen, hoor! ‘Wij wachten hier wel tot je klaar bent.’ Ik glimlach en hoop hem op die manier in elk geval buiten te kunnen houden, op de oprit, zo ver mogelijk van mijn kamer vandaan.

Sabines manieren zijn natuurlijk beter dan de mijne. Ze schudt haar hoofd al voor ik uitgepraat ben. ‘Doe niet zo mal. Kom binnen en ga even zitten. O, en Ever, je kunt gerust alvast een pizza of iets bestellen – ik heb geen tijd gehad ook nog langs de winkel te gaan.’

Ik kom langzaam achter ze aan gesloft zonder al te opvallend te treuzelen. Enerzijds is het uit protest, anderzijds omdat ik liever niet tegen een van hen aan loop. Ik weet niet goed of ik mijn kwantumafstandsbediening kan vertrouwen en ik zit niet te wachten op een sneakpreview van hun date.