Reading Online Novel

Schaduwjury(44)



Maar Justice Inc. had Jason netjes behandeld. Als er geen Robert Sherwood was geweest, zou Jason niet zijn waar hij nu was. Zijn grootste zaken had hij allemaal aan hem te danken. En wat had Andrew Lassiter eigenlijk voor hem gedaan?

'Andrew, het spijt me. Ik kan die zaak niet aannemen. Er is sprake van te veel tegenstrijdige belangen.'

Jason wachtte. De stilte werd pijnlijk.

'Je kunt beter een andere advocaat nemen,' hield Jason vol.'Iemand die minder betrokken is.'

'Bedankt voor je tijd,' zei Lassiter koeltjes. Voor Jason kon reageren, had zijn vriend opgehangen.

Jason liep naar het raam en staarde naar de straat beneden hem. Hij masseerde zijn nek en keek naar de sneeuwvlokken die door de lucht dwarrelden, iets bijzonders voor Richmond, zeker in december.

Liet hij zich door Robert Sherwood intimideren? Een beetje. Was dat de reden dat hij zijn vriend had laten zitten? Niet echt. Het was een zakelijke beslissing. Jason had gehandeld ondanks zijn angst die hij in het verleden zo vaak had gevoeld. Als hij het op zou moeten nemen tegen mannen als Robert Sherwood, zou hij dat doen.

Dat hield hij zichzelf althans voor.

Dit was niet de zaak van een klein mannetje als Lassiter die benadeeld werd door een machtig man die alles tot zijn beschikking had. Als dat het geval zou zijn, zou Jason zich verplicht gevoeld hebben om in te grijpen. Dat was toch een van de dingen die hij bij Justice Inc. had geleerd - de Robin Hood-filosofie van het recht?

Nee, dit was alleen maar een zakelijk geschil en daar wilde Jason zich niet mee bemoeien. Bovendien zou Andrew Lassiter heus wel op zijn pootjes terecht komen. De man was een waar genie.

Maar de vragen bleven hem bezighouden, dat knagende gevoel in zijn maag. Was hij alleen maar bang? Verraadde hij een vriend?

Het was alleen maar een zakelijk geschil, hield hij zichzelf weer voor. Tussen twee volwassen mannen.





24




De dag voor Kerst ging Jason in Richmond aan boord van een vliegtuig voor zijn tweede vlucht binnen twee weken naar Atlanta. Hij kwam naast een moeder met een jong kind te zitten dat maar bleef babbelen over het bezoek aan zijn grootouders. Toen Jason in Atlanta uit het toestel stapte, liepen er op het vliegveld duizenden opgewonden mensen in de aankomsthal rond, die kinderen en bagage met zich meetrokken. In deze tijd van het jaar voelde hij altijd iets van eenzaamheid en jaloezie.

Hoe zou het zijn om naar huis te gaan naar een normale familie - een moeder die haar kinderen onvoorwaardelijk liefhad, een vader die niet probeerde de baas te zijn en te manipuleren en een zus die niet maar eens in de paar jaar thuiskwam?

Hij zou het nooit weten. Voor hem zou Kerst weer bestaan uit ruzies met zijn vader, gevolgd door lange perioden van ongemakkelijke stilte. De tradities en verwachtingen van Kerst accentueerden op een bepaalde manier de tekortkomingen van de familie.

Toen hij zijn bagage ging ophalen, controleerde Jason de berichten op zijn telefoon. Zijn vader had gebeld. Hij moest van drie tot elf werken omdat hij inviel voor een rechercheur met een echtgenote bij wie recent kanker was vastgesteld. Rechercheur Corey zou Jason van het vliegveld afhalen. Zijn vader had Coreys telefoonnummer achtergelaten en zei dat hij ernaar uitkeek om Jason later op de avond weer te zien.

Naar de toon van zijn vaders stem te horen twijfelde Jason daaraan.

.

Rechercheur Matthew Corey was een man die er ondanks zijn vijfenveertig jaar nog steeds jong uitzag. Om te beginnen bracht Corey meer dan anderhalf uur per dag in de sportschool door, waar hij krachttraining en conditietrainingen deed. Hij had dik, donker haar, borstelige wenkbrauwen en een huid die het in een reclame over scheerapparaten goed zou doen. De enige concessie aan zijn leeftijd, gedeeltelijk te wijten aan zijn eenentwintig jaar bij de politie in Atlanta, waren de rimpeltjes die bij zijn ooghoeken begonnen te komen.

'Aardig van je dat je me komt halen,' zei Jason.

'Je bent toch zoiets als familie,' zei Corey. Hij zette zijn richtingaanwijzer aan en reed weg van de stoeprand. 'Je ziet er goed uit,' voegde hij er niet al te overtuigend aan toe. Het was duidelijk een begroeting van een man die zelf nogal ijdel was. Waarschijnlijk hengelde hij naar een wederkerig complimentje.

'Heb ik het mis of ben je aangekomen?' vroeg Jason.

Corey glimlachte.'Altijd maar weer de gevatte jongen, hè. Ik ben blij dat je door je studie rechten niet veranderd bent.'

Jaren geleden, toen Matt Corey nog een groentje was geweest, had hij met Jasons vader in dezelfde patrouillewagen rondgereden. Jasons vader had minstens twee keer en misschien wel vaker - dat hing ervan af wie het verhaal vertelde en hoeveel biertjes ze gedronken hadden - Coreys leven gered. Ook toen ze beiden een nieuwe aanstelling gekregen hadden, Jasons vader als rechercheur bij moordzaken en Corey bij de narcoticabrigade, waren ze bevriend gebleven.

'Er is niets wat ik niet voor je vader zou doen,' had Corey Jason gezegd. 'Niets. En dat meen ik.'