Prinses Daisy(39)
Enkele weken nadat madame Goudron Daniëlle uit de kliniek mee naar huis had genomen, kwam Francesca tot een besluit. Ze voelde zich lichamelijk zoveel sterker en had haar emoties nu weer zó onder controle, dat ze ervan was overtuigd, dat ze haar tweede dochtertje moest zien, wat dr. Allard of Stash er ook van vonden. Zij hadden geen van beiden enig idee van wat ze aankon. Zij beschermden haar allebei te veel en daar had ze nu genoeg van. Ze moest Daniëlle zien, of het leven van de baby in gevaar was of niet, en of ze haar nu wel of niet mocht aanraken. Het zou veel erger zijn als haar kind stierf en ze had haar sinds de geboorte nog nooit in levengezien — waarom konden zij dat niet begrijpen?
'Maar dat is onmogelijk, arme lieverd,' zei Stash.
'Onmogelijk? Ik zeg je dat ik het aan kan —je hoeft je geen zorgen te maken — ik kan alles hebben — maar niet deze afschuwelijke onzekerheid, Stash. Besef je dan niet dat het al ruim vijf maanden duurt en dat ze nog steeds in leven is?'
Stash gaf geen krimp. Hij had dezelfde uitdrukking op zijn gezicht als hij had gehad bij een luchtgevecht als hij op de knop van de mitrailleur drukte die de vijand uit de lucht zou schieten. Hij nam de handen van Francesca in de zijne en trok haar naar zich toe.
'Liefste, liefste — de baby is dood.'
Ze gilde maar één keer en wachtte in de vreselijke angst van iemand die zich diep, tot op het bot, heeft gesneden maar het bloed nog niet heeft zien vloeien. Haar ogen schoten vuur en doofden toen alsof de laatste kaars in een donkere kamer was uitgeblazen. Stash hield haar zo vast tegen zich aangedrukt, dat ze zijn gezicht niet kon zien.
'Ze is kort nadat wij Daisy mee naar huis hebben genomen gestorven,' ging hij verder. 'Ik heb gewacht met het je te vertellen tot je het kon aanhoren ... Ze was er veel slechter aan toe dan je ooit hebt geweten ... Ze zou nooit helemaal goed zijn geworden, lieveling, nooit en te nimmer.' Hij praatte snel en streek teder over haar haar. 'Ze was vanaf het eerste ogenblik dat ze was geboren ernstig ziek. Wij wilden het voor je verzwijgen, maar er was geen toekomst voor haar, ze zou nooit normaal zijn geweest — hersenbeschadiging tijdens de geboorte — niemands schuld — maar als ik je dat had gezegd toen je emotioneel nog zo in de war was, was je misschien helemaal nooit hersteld.'
'Ik wist het,' fluisterde Francesca.
'Onmogelijk.'
'Nee ... ik had altijd al een gevoel... ik wist dat er iets mis was, dat er iets voor mij verborgen werd gehouden . . . maar ik was te laf om uit te vinden wat het was... ik wilde er niet achter komen ... ik was bang . . . een lafaard.'
'O, liefste van me, je moet jezelf niet beschuldigen, je instinct was juist, je redde jezelf. .. en redde ons ook. Wat zou Daisy zonder haar moeder moeten beginnen? Wat zou ik zonder jou moeten beginnen?'
'Maar ik wist het! Ik moet het al die tijd hebben geweten.' Ze snikte hartverscheurend, rukte zich van hem los en knielde op het tapijt, dubbelgevouwen in de kramp van haar verdriet. Het kon uren duren, dacht hij, voor ze ertoe was te bewegen zich door hem te laten troosten, haar weer tegen zich aan te drukken. Maar Stash verwachtte reeds de geleidelijke aanvaarding van de dood van het kind — voor hem een realiteit — die uiteindelijk in haar lichaam zou postvatten en maken dat ze zich aan hem vastklampte, zoals ze vanaf het ogenblik dat ze elkaar hadden ontmoet had gedaan. Hij wachtte geduldig, deze man die zo zelden ergens op wachtte.
Na enkele weken oordeelde Stash, die nauwkeurig op Francesca had gelet, dat ze over haar ergste verdriet en de klap die ze had gehad heen was. Hij gaf 'Life' toestemming om Philippe Halsman te laten komen en foto's voor hun omslag te nemen. Francesca bracht nu bijna al haar tijd met Daisy door, die na haar spelletjes met haar rammelaars nu een onverzadigbare belangstelling in de glinsterende, rinkelende geluksarmband van haar moeder had gekregen. De baby kon uitbundig schateren en ze vond niets zo prachtig als naar de bungelende armband te mogen graaien. Het was een echt leuk spelletje en ze gilde van verrukking, iedere keer als ze hem te pakken kreeg, en rukte er bijna zó hard aan dat hij er afging. Stash en Francesca keken met ingehouden adem toe als het dikke blonde propje zich helemaal van haar rug op haar buik wentelde. Ze scheen zowaar met haar beertjes te praten, al was het niet in mensentaal. Haar grote ogen waren levendig en blij vanaf het ogenblik dat ze wakker werd, en als ze op haar buik sliep met haar hieltjes onder haar billetjes in de luier opgetrokken, stelde Francesca vast dat ze op een heerlijke, springende kikker leek. Zij zetten haar op een stapel bontmantels van Francesca, naakt op haar luier na, en ze tilde haar hoofdje op met hoog opgeheven borst en kraaide van verbazing.
'Ze mag best eens weten hoe sabelbont aanvoelt,' zei Stash.
'Je verpest haar grondig.'