Prinses Daisy(29)
Uit de inlichtingen, die Stash bij zijn vrienden in Lausanne had ingewonnen bleek, dat dr. Henri Allard als specialist in de stad het hoogst stond aangeschreven. Hij hield er een particuliere kliniek op na, die eigenlijk een klein, buitengewoon goed geleid modern ziekenhuis was, dat door rijke vrouwen uit alle delen van de wereld druk werd bezocht.
Dr. Allard was een stevige, opgewekte, competente en energieke man die bijna even goed tulpen kon kweken als baby's. Hij zei tegen Francesca, dat ze haar kind ongeveer tegen eind mei kon verwachten. Haar maandelijkse bezoeken aan Allard waren een kleine, wat vervelende onderbreking van de grote dialoog, waar zij en Stash zich in hadden begeven. Op een dag in februari boog dr. Allard zich met zijn stethoscoop ongewoon lang over Francesca's buik. Naderhand in zijn spreekkamer was hij nog opgeruimder dan deze altijd en eeuwig joviale man altijd al was geweest.
'Ik geloof dat wij een verrassing voor de prins hebben,' verklaarde hij, en zat bijna te wippen op zijn stoel. 'Vorige maand was ik er nog niet helemaal zeker van, daarom heb ik niets gezegd, maar nu wel. Er zijn duidelijk twee verschillende hartslagen, met een verschil van tien slagen per minuut. U draagt een tweeling, mijn lieve prinses!'
'Een verrassing voor de prins?' Francesca's stem klonk luid van verbazing.
'Zijn er in uw familie dan nooit tweelingen voorgekomen?' vroeg hij.
'Tweelingen? Niet dat ik weet. . . nee. Dokter, is het iets bijzonders... is het moeilijker om een tweeling te krijgen . . . ik kan het niet geloven . . . een tweeling . . . weet u het zeker? Moet er geen röntgenfoto worden gemaakt om er zeker van te zijn?'
'Dat doe ik liever nog niet; volgende maand misschien. Maar er zijn twee hartslagen, allebei apart, dus er is geen twijfel mogelijk.' Hij keek haar stralend aan, alsof ze juist een gouden medaille had gewonnen. Francesca was zo uit het veld geslagen, dat ze niet wist wat ze ervan moest denken. Ze kon zich het bestaan van één baby al bijna niet voorstellen, laat staan twee. De laatste tijd had ze van een baby gedroomd, altijd een jongen, die in haar armen lag en sprekend op Charlie McCarthy leek en die tegen haar praatte alsof hij volwassen was — prettige, grappige dromen. Maar twee!
'Dus, lieve madame,' ging de dokter verder, 'komt u de volgende maand om de veertien dagen bij me en daarna, om het zekere voor het onzekere te nemen, eenmaal per week tot de baby's de wens te kennen beginnen te geven dat ze op de wereld willen komen. Ja?'
'Natuurlijk.' Francesca wist nauwelijks wat ze zei. Plotseling was de betovering van haar droomwereld vernietigd met de luchtigheid van een regenboogkleurige zeepbel. Ze wilde hier alleen maar weg en naar de villa terugrijden om te trachten deze inbreuk, deze nieuwe werkelijkheid tot zich te laten doordringen.
Februari en maart verstreken zorgeloos, op Francesca's steeds toenemende ongemak na. 's Nachts kon ze alleen op haar zij liggen met Stash achter haar. Dikwijls hield hij urenlang haar geurige lichaam helemaal tegen zich aangedrukt met zijn armen om haar heengeslagen, zodat hij de bewegingen van haar dikke buik kon voelen.
'Zij duwen je als twee paardjes,' mompelde Stash trots. 'Toen ik een baby was, zei Masja altijd tegen mijn moeder dat ze nog nooit van een kind gehoord had dat zo krachtig zoog. Ze zei, dat nog nooit een man haar zo ruw had durven behandelen, zelfs niet die man die haar een bastaard had gegeven. Mijn God, stel je voor, twee zoals ik!' Hij grinnikte hooghartig.
Op een dag in de derde week van april, had Francesca meer pijn in haar rug dan anders. Die nacht werd ze wakker, alsof ze in het donker op haar schouder was getikt. 'Wie .. .?' zei ze, nog niet helemaal wakker, en toen wist ze het. 'Nou. . . nou . .. wat denk je?' vroeg ze zich fluisterend af, en ging toen rustig achterover liggen wachten. Een half uur later, nadat ze weer tweemaal kramp had gekregen, maakte ze zachtjes Stash wakker.
'Het is waarschijnlijk niets bijzonders, lieverd, maar dokter Allard heeft gezegd hem op te bellen zodra er maar iets gebeurde. Dit zullen wel geen echte weeën zijn, en het is niets om je over op te winden, maar zou je hem even voor me willen bellen?' Ze vond het een beetje vervelend om de dokter midden in de nacht wakker te maken.
Ontwaakt uit een diepe slaap, sprong Stash in de onmiddellijke reactie die in de RAF een tweede natuur was geworden het bed uit.
'Wacht even, het is geen alarmsein, doe maar kalm aan,' zei Francesca die zich koesterde in een sterk gevoel van welzijn.
Stash kwam een minuut later terug van de telefoon. 'De dokter heeft gezegd, dat je onmiddellijk naar de kliniek moet komen. Hier zijn je mantel en je handtasje ... o, je laarzen.'
'Ik zal mijn tanden even poetsen.’
'Nee,' beval Stash die haar in een mantel pakte en zich bukte, om haar blote voeten in haar leren laarsjes te stoppen.
'Maak dan tenminste iemand wakker om te zeggen dat we weg zijn,' zei Francesca zacht.