Reading Online Novel

Prinses Daisy(25)



De enige onderbreking in de gulden jaren van plezier die Stash na zijn eindexamen van Le Rosey leidde, kwam toen prinses Titiana, uitgeteerd en weggekwijnd maar tot het eind toe vechtend, in 1934 stierf. Stash had zijn ouders altijd tweemaal per jaar in Davos bezocht en ze hadden geen van beiden ooit iets opgemerkt over het wilde, onbezorgde leven dat hij leidde. Ze waren maar al te blij hem bruisend van gezondheid, vol onstuimige levenslust te zien. Nu bleef Stash lang genoeg om zich er rekenschap van te geven, dat zijn vader vijfenzestig was, een gebroken man die zijn reden van bestaan had verloren. De daarop volgende maanden bleef Stash bij prins Vasilli in Davos en hield zijn ongeduld om zijn eigen leven te hervatten in toom. Het duurde niet lang of hij zag dat zijn vader wegkwijnde, het had opgegeven en aan het eind van een ballingschap was gekomen die hij zichzelf had opgelegd. Een ballingschap, waarin zijn fortuin bewaard was gebleven, maar hij zelf slechts als een half mens was achtergebleven. Alleen maar in staat naar de grote historische gebeurtenissen te kijken zonder er zelf aan deel te nemen, in zijn zelfafzondering van het hooggelegen Davos-Dorf.

Na de dood van prins Vasilli Valensky ontdekte de nieuwbakken erfgenaam, dat hij naast de geslonken maar toch nog aanzienlijke hoeveelheid Russisch goud, dat tweeëntwintig jaar op Zwitserse banken was gezet, een groot huis met doodsbenauwde bedienden had geërfd, die allemaal met zijn ouders uit Rusland waren meegekomen en nu al aardig op weg naar de middelbare leeftijd waren. Zij kenden geen van allen iets anders dan een leven in dienst van de familie Valensky. Vroeger lijfeigenen, nu huispersoneel, was hun grootste zorg wat er van hen zou terechtkomen. Stash was voor zover dat in de moderne wereld mogelijk was, hun feodale heer; zij accepteerden en verlangden ook geen ander standpunt. Hun kinderen waren als Zwitserse burgers opgevoed, maar niets kon de behoefte van deze oude Russen om zich aan elkaar vast te klampen in een sfeer die hen herinnerde aan een land net zo ver weg als het verdronken Atlantis, doen wankelen.

Hij was nu voor hen verantwoordelijk, begreep Stash met een verbaasd gezicht. Hij had er nooit bij stil gestaan, wat hij met ze moest beginnen als zijn ouders niet meer leefden; hij had nog nooit realistisch over de toekomst gedacht. Nu riep hij hun leiders, Zachary, de vroegere lakei en Boris, de vroegere arresleekoetsier, bij zich.

'Ik heb een hekel aan Davos,' zei hij tegen ze. 'Ik heb er te veel treurige herinneringen aan. Maar sommigen van jullie hebben wel kinderen op Zwitserse scholen zitten. Wat vinden jullie ervan, als ik naar een lager gedeelte van Zwitserland verhuis — en jullie allemaal meeneem? Zouden jullie dan mee willen of zouden jullie liever hier blijven? In beide gevallen worden jullie zolang ik leef doorbetaald.'

'Prins Alexander,' antwoordde Zachary, 'wij hebben geen huis, dat niet uw huis is. Wij zijn niet te oud om te verhuizen, maar wij zijn wel veel te oud om te veranderen.'

Weldra vond Stash de villa buiten Lausanne en korte tijd later had hij daar.de inrichting van het paleis in St. Petersburg dat hij nooit gezien had, gekopieerd, zoals zijn vader het in zijn geheel naar Davos had gebracht. Maar in de vestiging in Lausanne was ieder spoor van de ziekenkamer en het gebabbel van zieken verdwenen, alle heimwee was weggevaagd, behalve dat wat er nog aan de steeds kostbaarder wordende schilderijen en het meubilair mocht hangen. Stash kwam jaarlijks maar een paar maanden in Lausanne wonen, net lang genoeg om de bedienden gerust te stellen, maar zij onderhielden het grote huis, alsof hij iedere avond thuis kon komen.





In 1934 werden polo en vrouwen bijna verdrongen door een nieuwe hartstocht. Na afloop van het Engelse zomer-poloseizoen kreeg de verlokking van het vliegen hem te pakken. Een nogal ernstig gebroken been, dat hij aan een match in september had overgehouden, had Stash er dat jaar van weerhouden naar Zuid-Amerika te gaan. Op 20 oktober 1934 bevond hij zich onder de toeschouwers die zich bij het ochtendkrieken in Mildenhall in Suffolk hadden verzameld om naar de start van de MacRobertson Race van Engeland naar Australië te kijken, het eerste grote sportieve evenement in de korte geschiedenis van de luchtvaart. Hij voelde zich onmiddellijk in de adembenemende, enthousiaste spanning van de zestienduizendkoppige menigte opgenomen. Die zag twintig van de mooiste experimentele vliegtuigen uit die periode opstijgen en in de richting van het oosten, naar de eerste controlepost in Bagdad vliegen. Diezelfde dag liet Stash, nog op krukken lopend, zich bij de Londense luchtvaartvereniging, een afdeling van de koninklijke luchtvaartvereniging, als lid inschrijven. De daarop volgende week had hij zijn dokter ervan overtuigd, dat hij geen krukken meer nodig had en hij reed meteen naar de luchtvaartvereniging om les te nemen. Na zes uur vloog hij solo in een kleine les-tweedekker, de Havilland Moth en na nog eens drie uur solo vliegen, gevolgd door een examen, verkreeg hij zijn vliegbrevet.