Reading Online Novel

Politie(165)



Hij nam de rotonde, sloeg af bij Manglerud. Reed naar het woonblok van Truls Berntsen. Voelde dat er rust over hem kwam. Eindelijk. Dat gebeurde altijd als hij de drempel over was en het te laat was, dan kwam hij in die heerlijke vrije val waar de bewuste gedachten ophielden en alles om voorgeprogrammeerde handelingen, doelgericht werken en geoliede routine ging. Maar het was lang onzeker geweest of die vrije val kwam en dat voelde hij nu. Hij was onzeker geweest of hij het nog steeds in zich had. Nou, dat had hij.

Hij reed kalm door de straten. Boog zich voorover en keek naar de lucht, waar blauwgrijze wolken binnenzeilden, als een onaangekondigde armada met een onbekend doel. Hij leunde weer achterover. Zag de hoge flats tussen de lagere daken.

Hij hoefde niet naar het pistool te kijken om zeker te weten dat het er lag.

Hoefde niet de volgorde door te nemen van hoe hij het zou doen om zeker te weten dat hij het zich allemaal herinnerde.

Hoefde niet zijn pols te voelen om te weten dat zijn hart rustig sloeg.

En een ogenblik sloot hij zijn ogen en visualiseerde hij het. En daar kwam het, het gevoel dat hij een paar keer eerder had gehad in zijn leven als politieman. De angst. Dezelfde angst die hij af en toe kon voelen bij degene op wie hij jacht maakte. De angst van de moordenaar om zijn eigen spiegelbeeld te zien.



1 Uit: Vertaling Nederlands Bijbelgenootschap 1951





Hoofdstuk 42

Truls Berntsen tilde zijn heupen op en duwde zijn hoofd in het kussen. Hij sloot zijn ogen, gromde zacht en kwam. Hij voelde het spasme door zijn lichaam gaan. Daarna bleef hij roerloos liggen en zweefde in en uit dromenland. In de verte – hij ging ervan uit dat het van de grote parkeerplaats kwam – begon een autoalarm te piepen. Verder was het daverend stil buiten. Vreemd eigenlijk dat het op zo’n vredige plek waar zoveel zoogdieren dicht op elkaar woonden, stiller was dan in het gevaarlijkste bos waar een klein geluidje al kon betekenen dat je een prooi werd. Hij tilde zijn hoofd op en zijn blik kruiste die van Megan Fox.

‘Was het voor jou ook zo goed?’ fluisterde hij.

Ze gaf geen antwoord. Maar ze keek niet weg, haar glimlach vervaagde niet, de uitnodigende lichaamstaal bleef dezelfde. Megan Fox, de enige in zijn leven die betrouwbaar en trouw was, op wie hij kon rekenen.

Hij boog zich naar het nachtkastje en pakte de wc-rol. Veegde zich schoon en vond de afstandsbediening van de dvd-speler. Richtte die op Megan Fox, die licht trilde in het bevroren beeld op de flatscreen van 50 inch die aan de muur hing. Een Pioneer in een serie die niet meer werd gemaakt omdat die te duur werd, te goed in verhouding tot de prijs die ze ervoor konden vragen. Truls had hem onlangs aangeschaft, gekocht met het geld dat hij had gekregen door het bewijs te laten verdwijnen tegen een piloot die heroïne had gesmokkeld voor Asajev. Dat hij de rest van het geld naar de bank had gebracht om op zijn rekening te zetten, was natuurlijk stom geweest. Hij was gevaarlijk geweest voor Truls, die Asajev. En het eerste wat Truls had gedacht toen hij hoorde dat Asajev dood was, was dat hij nu zelf vrij was. Dat de teller nu weer op nul stond, dat niemand hem kon pakken.

Megan Fox’ groene ogen straalden naar hem. Smaragdgroen. Hij had er een poosje over nagedacht of hij smaragd voor haar zou kopen. Dat groen Ulla goed stond. Die groene trui bijvoorbeeld die ze af en toe aanhad als ze thuis op de bank zat te lezen. Hij was zo ver gegaan dat hij een juwelier had bezocht. De eigenaar had al snel zijn oordeel over Truls klaar, het karaat en de waarde ingeschat en hem uitgelegd dat smaragd van sieraadkwaliteit duurder was dan diamanten, dat hij misschien iets anders moest overwegen. Een mooi opaal bijvoorbeeld als hij per se groen wilde hebben. Of eventueel een steen met chroom erin, het chroom gaf smaragd immers de groene kleur, mysterieuzer was het niet.

Mysterieuzer was het niet.

Truls had de juwelier verlaten met een belofte aan zichzelf. Dat hij de volgende keer dat hij gevraagd werd voor een mol-opdracht zou voorstellen deze juwelier te overvallen. En hij zou worden gemold, in de letterlijke zin. Net zo gemold als dat meisje in Come As You Are. Hij had erover gehoord op de politieradio terwijl hij door de stad reed, had overwogen om erlangs te rijden om te horen of hij moest helpen. De schorsing was immers opgeheven, Mikael had gezegd dat het een kwestie was van een paar formaliteiten regelen voor hij weer aan het werk kon. Het terreurplan tegen Mikael had hij nu op ijs gelegd, ze zouden vast hun vriendschap weer nieuw leven in kunnen blazen, alles zou weer worden als vroeger. Ja, nu zou hij er eindelijk weer deel van uitmaken, zich erin kunnen storten, eraan bij kunnen dragen. Die verrekte, zieke politieman pakken. Als Truls de kans kreeg zou hij persoonlijk… ja. Hij keek naar de kastdeur naast zijn bed. Daarin zaten genoeg wapens om vijftig van dergelijke types te expediëren.