Reading Online Novel

Plotseling papa(121)



Het duurde een seconde of twee eer hij zich realiseerde waar hij was. Hij wreef in zijn ogen en ging rechtop zitten om op de klok te kunnen kijken. Het was bijna twaalf uur in de middag! Het laatste wat hij zich herinnerde, was dat Ms. Richins naar de baby was komen kijken.

De baby!

Zanes hart leek even stil te staan voordat hij van het bed opstond, doodsbang om tot de ontdekking te komen dat de couveuse leeg zou zijn.

Er ging een golf van opluchting door hem heen toen hij zag dat het kindje nog steeds in dezelfde houding lag. Zonder ook maar een moment te aarzelen, trok hij schone handschoenen aan en stak zijn handen door de openingen van de couveuse.

Toen hij met zijn wijsvinger over het linkerhandje streelde, reageerden de kleine vingertjes door de zijne te omklemmen. Er schoot een brok in Zanes keel. ‘Ik heb tegen je gezegd dat je vol moest houden... voor mij. En dat heb je gedaan.’

Met zijn andere hand streelde hij over het fijne donkere haar op het piepkleine hoofdje. Hij bestudeerde de perfecte gelaatstrekken van het kindje, de oortjes die als schelpjes tegen zijn hoofdje lagen, de miniatuurvingertjes en teentjes. De baby had nog geen wimpertjes, maar zo te zien, had hij zijn oogjes een klein beetje geopend. Dat moest een goed teken zijn! ‘Je bent een wondertje,’ fluisterde hij.

Een verpleegster van middelbare leeftijd die hij nog niet kende, kwam de kamer binnen. Ze glimlachte toen ze hem bij de couveuse zag staan. ‘Ik neem aan dat u wakker bent geworden door de herrie. Ik heb gehoord dat u hier de hele nacht bent geweest en dacht dat u wel wat slaap zou kunnen gebruiken.’

‘Ik had allang wakker moeten zijn. Wat zeggen de artsen over de baby?’

‘Zijn toestand is nog steeds zorgwekkend.’

Zijn stemming was onmiddellijk in mineur. Waarom had hij dat ook gevraagd? Hij had beter moeten weten.

‘Weet u misschien ook wanneer Ms. Richins weer dienst heeft?’

‘Ze heeft nachtdienst. Als ze vanavond moet werken, is ze hier om acht uur. Kan ik misschien iets voor u doen?’

‘Nee, dank u. Ik wilde haar alleen even laten weten hoe ik het heb gewaardeerd dat ze dat bed voor me had geregeld.’

‘Ze is vanochtend om halfzes naar huis gegaan, maar ik zal haar vertellen wat u heeft gezegd.’

‘Dank u.’

Opnieuw raakte hij de handjes van de baby aan. ‘Ik kom straks weer terug,’ fluisterde hij. ‘Houd vol, kleine man. Doe het voor mij.’

Na de handschoenen in de prullenbak gegooid te hebben, reikte hij naar zijn hoed, maar voordat hij de deur uitliep, aarzelde hij nog even. ‘Er is toch iets,’ zei hij tegen de verpleegster. ‘Ik heb mijn mobiele telefoon bij me. Als er iets in de toestand van de baby verandert, zou u me dan onmiddellijk willen bellen?’

‘Natuurlijk. Zet uw nummer maar even op de kaart die aan de couveuse hangt.’

Hij liep terug en schreef zijn nummer op de kaart. Daarna leek het bijna onmogelijk om bij de couveuse vandaan te stappen. Hij had het gevoel dat hij een deel van zijn hart daar achterliet.

‘Baby’s zijn sterker dan je denkt.’ De verpleegster leek gedachten te kunnen lezen.

‘Ik bid dat u gelijk heeft.’

Toen hij het ziekenhuis verliet, werd hij bijna verblind door het zonlicht. Zoals altijd werd in Utah een sneeuwstorm gevolgd door de blauwste hemel die je je maar kon indenken.

De wereld om hem heen was bedekt met een verse sneeuwlaag, die minstens dertig centimeter dik was. Het zou hem de nodige moeite kosten om zijn auto sneeuwvrij te maken.

Nadat hij zijn oprit en het pad naar zijn voordeur had ontdaan van sneeuw, liep hij zijn huis binnen en luisterde zijn antwoordapparaat af. De politie had natuurlijk nog niet gebeld.

Nog steeds vol woede liep hij naar de badkamer om een douche te nemen. Toen hij een tijdje later, gehuld in een schoon shirt en spijkerbroek, op zoek ging naar de ingrediënten voor een sandwich, kwam hij tot de ontdekking dat hij maar weinig in huis had. Daar zou hij iets aan moeten doen voordat zijn vrienden kwamen.

Maar eerst moest hij met zijn ploeg spreken. Pas daarna zou hij het huis opruimen. Hij had eenmaal per week een werkster, maar toch moest er nog wel wat worden gedaan.

Drie uur later ging hij naar de supermarkt om zijn voedselvoorraad aan te vullen. Terwijl hij door de paden liep en op zoek was naar servetten, passeerde hij de wegwerpluiers. Hij bleef staan... iets wat hij nog nooit eerder had gedaan.

Er waren meerdere merken voor pasgeboren baby’s. Zane voelde een knoop in zijn maag bij de gedachte aan Johnny, die nu voor zijn leven lag te vechten onder de warme lamp in de couveuse.

Toen zijn blik naar de flesjes dwaalde, verscheen het beeld van de slangetjes en naalden en buisjes die het jongetje op dit moment in leven hielden. Tranen schoten in zijn ogen.

Hij knipperde verwoed om ze kwijt te raken voordat hij naar de kassa liep. Zodra hij zijn boodschappen thuis had gebracht, zou hij weer bij Johnny gaan kijken. Als zijn vrienden belden, zou hij hen vertellen hoe ze bij het ziekenhuis konden komen. Ze moesten even bij de baby komen kijken voordat ze naar zijn huis zouden gaan.